Onze economie groeit. Dat klinkt wel leuk, maar ondertussen wordt ons toekomst perspektief uitgehold. Als we dit door laten gaan, komen de volgende generaties in de armoede terecht.
Volgens de officiële cijfers groeit de economie van Nederland gestadig.
De belangrijkste elementen waaruit de economie van een land in de statistiek wordt opgebouwd,
zijn de netto export; de uitgaven die de bevolking als geheel doet;
de investeringen door bedrijven, de overheid en particulieren en de uitgaven door de overheid.
Uit de volgende grafiek is af te lezen dat de netto export de laatste 20 jaar steeds belangrijker is geworden voor de economie.
Moeten we blij zijn met dat het belang van de export zo toeneemt? Ach, dit is vooral leuk voor handelsbedrijven en hun eigenaars. Niet noodzakelijkerwijs nuttig voor de werkende bevolking. Wat betreft werkgelegenheid draagt zulke handel weinig bij, omdat het bovenal gaat om nauwelijks bewerkte doorvoer. Het zegt al helemaal niets over de kwaliteit van leven, over verdeling van de welvaart of de hoogte van de lonen. Ook niet waar het de industriële export betreft.
De toename van de export is het resultaat van politiek beleid om de economische concurrentie binnen de EU te vergroten door de lonen te verlagen en de arbeidsvoorwaarden te verslechteren. (62. loonkostenverlaging in Europa / 8 uithollen van arbeidsvoorwaarden)
En ja inderdaad, de bevolking is relatief minder gaan uitgeven
De bijdrage aan de economie door wat de bevolking uitgaf, viel vanaf 2003 sterk terug.
Dat er minder wordt uitgegeven kan alleen zijn gekomen doordat de koopkracht afnam.
De ontwikkeling van de cao lonen over de laatste 40 jaar bevestigt dat.
(5. koopkracht en loon)
Dit geeft tegelijkertijd aan dat de basis van de binnenlandse economie verzwakt.
Een bevolking die minder kan besteden, gaat onherroepelijk achteruit in welvaart.
Daarmee verslechtert ook het toekomst perspektief voor de komende generaties in Nederland.
Zo gaan we de armoede tegemoet. Dat is pas zorgelijk.
roofbouw
Volgens de leerboekjes gaat het er in de economie om optimaal aan de behoeften
van de bevolking als geheel tegemoet te komen. Jawel, maar de praktijk is heel anders.
De bedrijven gaan alleen voor zo hoog mogelijk rendement.
Een oud, bekend verhaal, dat te vaak wordt verdoezeld.
De enorme winsten verdwijnen bovendien deels naar het buitenland en worden alleen daarom al
niet opnieuw in de reële economie van Nederland geïnvesteerd.
(06. kapitaalinkomen en investeringen)
(14 rendement van de Nederlandse economie)
Het beleid binnen de grotere bedrijven is principieel gericht op loonmatiging en het uitkleden
van de arbeidsvoorwaarden.
(40-3 loonmatiging is het verdienmodel)
De regering doet hetzelfde en sluit daar op aan met wetgeving en het toelaten van arbeidscontracten
die arbeidsmigranten en uitkeringsgerechtigden tot loondrukkers maakt.
(61. bestaansminimum)
Het verloop van de laatste 50 jaar toont dat vanaf 2003 in wisselende coalities versneld is ingezet op ‘Nederland lage lonenland’ door de kiesverenigingen VVD, CDA, PvdA, D66, PVV en CU onder de naam Balkenende II, III, IV en daarna voortgezet als Rutte I, II, III.
Onze regeringen hielden en houden vast aan bezuinigingsgolven. Geen inzet om de levensomstandigheden van de bevolking te verbeteren. Terwijl de oplopende overschotten op de handelsbalans er op wijzen dat het loonnivo in Nederland binnen Europa al uitzonderlijk laag ligt en daarmee de bestaande onevenwichtigheden binnen de EU juist versterkt. (62 loonkostenverlaging Europa)
lonen matigen
ontslagbescherming afbreken
verbindend verklaring cao’s schrappen
vakbondsrechten inperken bij cao onderhandelingen
pensioenleeftijd verhogen
belastingstelsels harmoniseren
prijscompensatie in België en Portugal is al verboden
Het investeringsnivo van de overheid is alle jaren ongeveer hetzelfde gebleven.
De bestedingen nemen na 2008 ook nog sterk af. Geen extra inspanningen
tijdens de hoogconjunctuur vanaf 2014. Ondanks dat de groeiende begrotingsoverschotten direkt zijn
in te zetten om de economie toekomstbestendiger is te maken. Zoals herhaalde adviezen daartoe door
nog wel de OESO en het IMF.
Daarbij kost geld lenen de Nederlandse overheid al vele jaren niets, maar de regering weigert dat in te zetten vanuit haar ideologisch dogma. Inplaats van te investeren in personeel, in onderwijs, volkshuisvesting en gezondheidszorg, wordt daarop beknibbeld. Inplaats van hogere lonen te betalen en betere arbeidsvoorwaarden te bieden, wordt daar verder in gesneden. (bulletin LXIV loonstrijd blijft nodig)
De regering stuurt dus aan op een lage lonen land, inplaats van een kennisland en gidsland
in innovatie, zoals ze ons doet geloven. En nu het verkeer dreigt vast te lopen, weigert de regering
het openbaar vervoer drastisch te verbeteren en de verouderde infrastructuur van spoor en waterwegen grondig
op te knappen.
Terwijl staatsleningen al jaren lang voor zeven tot tien jaar geheel rentevrij worden aangeboden,
er zelfs geld op wordt toegegeven, wordt daar geen gebruik van gemaakt.
Erger nog, de relatief lage staatsschuld die ook nog haast niets kost, wordt verder afgelost.
Terwijl juist dat geld kost.
(67. staatsschuld)
onze toekomst loopt gevaar
dan moeten we zelf opkomen voor onze koopkracht
Door regeringen, financiële toezichthouders, lobbygroepen en commentatoren wordt in 2015
en 2016 gesteld dat de economie te weinig groeit.
Waarom die groei noodzakelijk is? Bij groei van de economie als geheel is er meer kans
op een hogere omzet en veel managers en ondernemers hopen daar een hogere winst uit te slaan.
Daarmee zijn ook de gemaakte schulden makkelijker af te betalen.
Voor een overheid betekent economische groei dat er meer belasting binnen komt
en dat er waarschijnlijk minder werkloosheid- en andere uitkeringen aangevraagd worden.
ideologische valstrik
Economische theorie is geen exacte wetenschap. Het is een verzameling van elkaar soms tegensprekende
modellen, doordat ieder model is gebaseerd op net iets andere veronderstellingen.
De modellen die de laatste 50 jaar overwegend worden gedoceerd op universiteiten en daarom aangehangen
door beslissers, gaan uit van groei.
Met stagnatie of krimp kunnen beslissers niet omgaan. Want dat hebben ze nooit geleerd.
Deze wetenschappelijke armoede is een rechtvaardiging voor het eigenbelang van geldschieters.
En verklaart de politieke luiheid
bij beleidsmakers dat economische groei noodzakelijk is. Altijd.
Altijd meer omzet, meer marktmacht, meer rendement.
de samenstellende elementen gewaardeerd worden. Dus vatbaar voor politieke manipulatie.
Vergeet ook niet dat de toename van een landseconomie voortkomt uit de geldontwaarding plus de reële groei. Maar het verschil tussen deze twee is alweer afhankelijk van de inschatting van de rekenmeester en de wens van de opdrachtgever.
De dominante neo-klassieken zijn ook nog eens eenzijdige marktfetisjisten. Zij richten zich vanuit hun eigen belang op het vergroten van het aanbod aan artikelen, diensten en andere mogelijkheden. Ze verkopen de zo ontstane veelheid aan keuzemogelijkheden als toegenomen welvaart. Maar zijn daarmee absoluut niet gericht op de maatschappelijke vraag. Binnen deze kortzichtige ideologie zijn de behoeften van de bevolking niet relevant. Daaraan wordt dus ook geen enkele aandacht besteed. Niet door de universitaire gelovigen en niet door de regering.
De gewenste groei wordt afgemeten aan het nivo van de produktie, terwijl die niet aansluit
op de vraag onder de bevolking. Een bevolking die ook nog eens gebukt gaat onder bezuinigingen
en een verlaagde koopkracht, dus hoe dan ook minder te besteden heeft.
(44.-10. koopkracht cao’s 2010)
de fondsen voor volksverzekeringen zijn geplunderd (52. plundering volksverzekeringen)
de brandweer wordt uitgekleed; het openbaar vervoer en de post zijn ontregeld.
De pensioenleeftijd is opgeschoven en het pensioenstelsel is zo overhoop gehaald, dat straks voor de meesten alleen de AOW overblijft. (48.-2. pensioenroof)
Zoals altijd met cijfers over de economie, gaat het om een papieren werkelijkheid,
die de werkelijkheid nabootst, maar nooit kan zijn. Maar als je dan moet uitgaan van zulke constructies,
wat voor beleid voer je dan?
Er wordt dus wel gezeurd dat de economie te weinig groeit.
Maar inplaats van daarom de binnenlandse koopkracht te verhogen en te investeren om de economie
op peil te houden, kwamen er loonstops, kortingen op uitkeringen en bezuinigingen.
(44-14. koopkracht cao’s 2014)
(61. bestaansminimum)
(XLV. verdienmodel van Nederland)
wanbeleid
Na het overmoedig winstnemen in 2008, waardoor de kredietchaos uitbrak
(58. kredietchaos)
en ter gelegenheid van de speculatie tegen de euro in 2011
(58.-1. Griekse tragedie),
hebben ondernemers en in hun kielzog de VVD / PvdA regering precies
dat gedaan wat niet moest gebeuren. Bezuinigen en de lonen afknijpen.
Al eerder, na het instorten van de ict hype in 2001 en de bijbehorende waardevermindering van aandelen,
is precies dezelfde streek uitgehaald. Toen liepen CDA en D’66 achter deze zelfde waan aan.
Uit de grafieken is te lezen dat in 2008 de export wegvalt. De andere belangrijke pijler -naast export- waar de economie op rust, is wat de mensen in Nederland te besteden hebben. Maar door de loonstops is de koopkracht zo ver uitgehold dat voor 6 jaar de aankopen door de bevolking stagneren.
Tegelijkertijd weigeren de bedrijven gedurende 5 jaar om de nodige investeringen op peil te houden.
Geldschieters sluizen hun geld weg naar het buitenland inplaats van in Nederland te investeren.
Op zo’n moment kan de overheid de werkgelegenheid stimuleren en zo de economie aan de gang houden,
door zelf te investeren. Zeker vanaf 2011, nu geld lenen nog nooit zo goedkoop is geweest.
Beleggers stallen zelfs graag hun centen in een staatslening en accepteren dat ze over een jaar
of vijf tot zeven daarvan minder terug zullen zien.
(XLIX. loonruimte in overvloed)
Maar nee hoor. Deze regering investeert 5 jaar lang niets, laat de boel verslonzen en breekt de laatste voorzieningen af. Onder het voorwendsel dat hoognodig de staatsschuld verkleind moet worden. (58.-2. kredietchaos 7 jaar later)
conclusie:
Ondertussen rijzen de winsten de pan uit. Op iedere euro omzet wordt bijna een kwartje winst gemaakt. (14. rendement van de Nederlandse economie)
Lees hieronder over de groei in een tijd van hoogconjunctuur en negatieve propaganda
of ga door naar:
(37. economische groei EU landen)
Ondernemers beweren graag dat hun investeringen bepalend zijn voor de groei van de economie. Is dat wel zo? Daarvoor kijken we naar een periode van gestadige economische groei zoals van 1996 tot en met 2001.
conclusie:
export en consumptie
De consumptie komt voort uit de koopkracht van de betaalde lonen.
Om de economische groei vast te houden, mogen de lonen dus helemaal niet verlaagd worden.
(10. economische groei is sterk afhankelijk van particuliere groei)
Zeker nu straks de export zich moet verleggen, doordat de euro vanaf eind 2002 sterker wordt tegenover de dollar. (49. valuta) Zeker als straks de rentestand weer omhoog kruipt.
loonsverlaging zoals werkgevers en regering nastreven, leidt tot recessie. De ruimte voor loonsverhoging is er wel degelijk, tot nog toe is de toegenomen welvaart steeds afgeroomd door een bezuinigende overheid. (02. verdeling van de welvaart) En de winstgevendheid is eigenlijk nooit in gevaar gekomen. (14. winstgevendheid van de Nederlandse economie)
Het rampzalige van de gevolgde korte termijn politiek van loonmatiging en bezuiniging, onder begeleiding van sombere propaganda verhalen is duidelijk in de volgende grafiek te zien: de consumptiebestedingen zijn na 2001 sterk terug gevallen:
En ja hoor, parallel daarmee ging de groei van de economie verder onderuit, kijk maar:
ga door naar: (37. economische groei EU landen)