kleine logo
loonkosten verlaging in Europa 62

Al jaren wordt het verhaal opgehangen dat de Grieken financieel geholpen worden.
En dat daar de Nederlandse bevolking voor moet bloeden.
Toch, dit is een valse voorstelling van zaken. De Grieken worden helemaal niet gesteund.
De rijkere EU landen steunen de banken, hun aandeelhouders en andere geldschieters en speculanten. En de Griekse bevolking is gedwongen dat te betalen.

De bezuinigingsretoriek die Grieken, Ieren, Portugezen en Spanjaarden over zich krijgen uitgestort, wordt zowaar in Nederland gekopieerd, terwijl de omstandigheden toch heel
anders zijn. De verborgen agenda hierachter is een opzet om de loonkosten
en arbeidsvoorwaarden in Nederland omlaag te brengen.

Hoe het dan wel zit:

  • 01.  Speculanten.zijn vanaf half 2009 gaan gokken op het uit elkaar vallen van de eurozone.
    Om te proberen wat er met zo’n spel te verdienen valt, werd de rente op staatsleningen
    voor enkele kwetsbare landen binnen de eurozone opgedreven. Daarmee blijkt de euro
    in het ene land minder waard te zijn dan in het andere en dat is natuurlijk vreemd.
  • 02.  Dienstbaarheid aan financiers. De regeringen van de eurolanden laten zich vervolgens dol maken dat het terugwinnen van het vertrouwen in de euro noodzakelijk is. Onder het mom de financiële markten te bewerken, maken ze zich waanzinnig druk om de belangen van beleggers en andere financiers.
  • 03.  Leningen overgenomen. De gezamenlijke eurolanden namen de minder profijtelijk uitstaande leningen aan Ierland, Portugal en Griekenland over van de internationale financiers, door ze uit te kopen. De schuld zelf blijft op het land rusten dat door de speculanten in problemen is gebracht. Daarmee is een schuldverplichting binnen de eurozone vastgelegd.
  • 04.  Kapitaalvlucht. Ondertussen trekken bedrijven en investeerders hun kapitaal uit
    de schuldenlanden terug. Wederopbouw van de landseconomieën is zo op voorhand gesaboteerd.
  • 05.  Sociale kaalslag. De garantstaande eurolanden en de IMF eisen terugbetaling tegen hoge rente en dat op een onrealistisch korte termijn. De regering van de met schulden opgezadelde landen dwingen daarop de bevolking die schuld terug te betalen doormiddel van loonsverlagingen, massaontslagen, belastingverhogingen, bezuinigingen, pensioenverlagingen en privatiseringen.
  • In 06.  Nederland wordt meegelift op de ellende in de tekortlanden door hier te vertellen dat onze staatsschuld onhoudbaar hoog is bij een stagnerende economie en dat daarom bezuinigingen, loonstop, pensioenverlaging, verhoging van btw en heffingen noodzakelijk zijn. Er wordt niet bij verteld dat die verhoogde staatsschuld in Nederland is opgelopen door het uitkopen sinds 2008 van bankeigenaren, commerciële financiers en speculanten.
  • 07.  Kolonisatie. De economische onevenwichtigheden binnen de eurozone bestonden al bij invoering van de eenheidsmunt. De eurolanden hadden zeer verschillend opgebouwde economieën, die daarna nog verder uit elkaar zijn gegroeid. Doordat de kapitaalgroepen in de Noordelijke landen hun overwicht versterkt hebben, zijn die verschillen verdiept naar een koloniale verhouding ten opzichte van de Zuid Europese landen en Ierland. Degenen die migreren naar andere EU landen, worden daar ingezet om de lonen laag te houden.
  • 08.  Federatief Europa is uithollen van arbeidsvoorwaarden. De zo bevestigde dominantie van financiële instellingen wordt propagandistisch gebracht als een moeilijk beheersbare economische crisis. Daarmee is een rookgordijn opgetrokken waarachter een federatief Europese regering wordt doorgedrukt. Als onderdeel van die Europese federatie worden
    de arbeidsvoorwaarden in het eurogebied uitgekleed en gestandaardiseerd. Bovendien dwingend in handen gelegd van technocratische cijfer fetisjisten.
  • 09.  Politiek in belang van de bevolking. Een ander beleid zonder zulke desastreuze gevolgen voor de bevolking in alle eurolanden is wel degelijk mogelijk. Het beperken van kapitaal bewegingen naar en vanuit het eurogebied is er één van. Het verhogen van de lonen in de overschot landen een ander. Bovendien kunnen de staatskassen aangevuld worden door
    de winstbelasting te verhogen en belastingvoordelen voor topinkomens af te schaffen in de hele eurozone.
  • 10.  In het kort. De Europese regeringen hebben het vrij over de wereld zwerven van kapitaal als onaantastbaar aanvaard. Ongeacht hun beroep op partijpolitieke traditie. Ze weigeren het belang van de bevolking voorop te stellen. Daarentegen kneden zij de bevolking en passen wetgeving aan om optimaal dienstbaar te zijn aan de belangen van geldschieters.


het gaat niet om hulp aan de Grieken, Ieren of Portugezen, maar om:
  • hulp aan anonieme geldschieters en financiers waar ook ter wereld
  • verlagen van de loonkosten in de hele eurozone

Tekortlanden zijn eurolanden binnen de eurozone met een economie waaruit macro economisch gezien door overbesteding minder wordt geëxporteerd dan geïmporteerd. Bovendien worden die importen gefinancierd met geld geleend uit de overschotlanden.

Overschotlanden zijn eurolanden binnen de eurozone met een economie waaruit meer wordt geëxporteerd dan geïmporteerd. Daar bovenop wordt die export gefinancierd vanuit de exporterende economieën zelf.

voorspel
Europa heeft van de 16e tot in de 20e eeuw verwoestende oorlogen gekend, met als inzet beheersing van de grondstoffenrijkdom en de aanvoer daarvan. Bijvoorbeeld de 2 eeuwen opvolgende Duits-Franse oorlogen hebben diepe littekens geslagen, zonder tot wederzijds aanvaard resultaat te komen. Hierop stoelt de inzet tot de Europese eenwording, langs de EGKS in 1952, via de Europese Gemeenschap naar één muntunie. Maar tezelfdertijd is
geen van de deelnemende landen bereid nationale soevereiniteit op te geven.

invoering euro
De eenheidsmunt werd doorgedreven voor de grotere internationaal opererende bedrijven om hun handel binnen Europa overzichtelijker en goedkoper te beheersen, zonder het risico van wisselende valutakoersen. (49. valuta)
Deze drijfveer is er de oorzaak van dat landen met een heel ongelijkwaardige economische basis toch onder die ene munt zijn gebracht.
Al in 1979 werd een onderlinge vaste bandbreedte afgesproken waarbinnen de verschillende valuta konden bewegen. Met het Verdrag van Maastricht van 1992 is de euro feitelijk per 1999 ingevoerd. In 2002 zijn ook de munten en biljetten omgewisseld.

In 1992 ging het al mis met het Europees wisselkoersmechanisme. Duitsland moest Frankrijk te hulp komen toen bij veilingen op Franse staatsobligaties een veel hogere rente werd gevraagd dan Duitse.

Daar bovenop speculeerde fondsbeheerder Georgy Soros heel winstgevend Engeland het wisselkoersmechanisme uit. Het Britse pond ging vrij zweven, evenals een tijd lang de Italiaanse lire.

Crises zijn normaal. Steeds veranderen de omstandigheden en steeds zijn er nieuwe ontwikkelingen. Dat is ook de aard van het financieel stelsel. Het is maar hoe paniekerig je daarover wilt doen.

kleine logo

1. speculanten

Nog vóórdat in 1999 de girale euro van start ging, daalde de rente voor Zuid Europese en Ierse staatsleningen tot even boven de rente zoals gevraagd voor Duitse staatsleningen. Overheden binnen de eurozone gaf dat het idee dat de eenheidsmunt geslaagd was.

In 2010 komt een speculatieve aanval op de euro los. Commerciële geldschieters eisen een steeds hogere rente voor leningen aan enkele landen binnen de eurozone: van Griekenland, Ierland, Portugal, Cyprus, Spanje en Italië. (58.-1. Griekse tragedie)

kredietwaardering
De aanleiding voor deze aanval is de afnemende waardering door de drie grote ratingburo’s S&P, Moody’s en Fitch op de kans dat een staatslening aan deze landen wordt terugbetaald. De waardering van staatsobligaties, bankaandelen of andere financiële waarden door deze commerciële kredietbeoordelaars wordt door veel beleggers geïnterpreteerd als objectief zekerheidscriterium voor veilig investeren.

grafiek 62.01
bron: eurostat

Bij veel beleggingsinstellingen -zoals pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen- verplichten de interne regels te investeren in uitsluitend de hoogste waarderingscategorieën. Bijgevolg kan een afwaardering leiden tot grootschalige verkoop van de staatsobligaties van een land. Daarmee worden vooral kleinere beleggingsinstellingen door commerciële kredietbeoordelaars aangestuurd.

De heel grote beleggers en speculanten op hun beurt gijzelen met een verlaagde kredietwaardigheid weer de ministers van financiën van de aangevallen landen, omdat zij op de veilingen van staatsleningen een hogere rente gaan afdwingen voor het verhoogde risico op terugbetaling. Dus zolang beleggingsinstellingen en politici blind varen op hun beoordelingen, hebben de commerciële ratingburo’s alle mogelijkheid de kosten van de staatsschuld te manipuleren en in het verlengde daarvan ook de munt van een land. (49. valuta)

Een vergelijking van kengetallen voor enkele bepalende valuta in de wereld:
    per hoofd   lopende
2011 staatsschuld van de bevolking begrotingdtekort rekening
€ eurozone 87% € 23.134 4,4% licht overschot
£ Engeland ruim 80% € 23.000 9 %
$ USA bijna 100% € 33.345 9,3% tekort
¥ Japan 225% € 71.102 10 % licht overschot
bron: FD, Eurostat, IMF

De Amerikaanse dollar wordt wereldwijd als anker gebruikt voor andere valuta, waaronder
de Chinese renminbi. Daardoor leeft de USA in feite op de pof bij de rest van de wereld.
De Japanse staatsschuld is voor een groot deel in handen van Japanse banken.
Het ligt dus voor de hand dat beleggen in Japanse en vooral Amerikaanse staatsschuld ten opzichte van de eurozone veel ongewisser afloopt. Toch geven de ratingburo’s een tegengestelde beoordeling.

De beoordeling van kredietwaardigheid door de Amerikaanse ratingburo’s vertoont veel gebreken. In 2007 – 2008 bleek dat de kredietbeoordelaars nooit voorzien hadden dat
de verpakte Amerikaanse rommelhypotheken grote risico’s in zich droegen. Ook de niet eerder vertoonde explosieve groei van het banksysteem in IJsland is pas achteraf onderkend.
Het na 2008 ingevoerd geldscheppend dollarbeleid is pas in 2012 aanleiding voor een lichte afwaardering. Terwijl iedereen die in de Amerikaanse dollar investeert, allang weet dat hierdoor verlies geleden wordt op investeringen in dollars. Wat nog eens wordt versterkt door de slepende politieke stagnatie over de Amerikaanse begroting.

De hoogste kredietwaardigheid heeft tot in 2010 uitsluitend gegolden voor Noord Amerika en West Europa -uitgezonderd Ierland en IJsland-. De drie bepalende kredietbeoordelaars gaan bevooroordeeld te werk en zijn blind voor gebreken van het hun bekende financiële stelsel, waarin ze zijn opgebloeid.

Wat doorgaat voor eurocrisis is een schuldencrisis tussen eurolanden. Het maskeert een programma van razendsnel uithollen van de sociale stelsels binnen de eurozone, verlaging van de arbeidsvoorwaarden en het levenspeil, gevolgd door hoge werkloosheid en verdere verpaupering. De Nederlandse regering doet niets aan versterking van de economie, maar doet er alles aan om in Nederland de loonkosten verder te verlagen. Het is een race naar de laagste loonkosten.

grafiek 62.02

Na melding in 2009 door de nieuw gekozen Griekse regering van jarenlange vervalsing van de overheidsstatistieken, volgden de ratingburo’s met forse afwaarderingen, niet alleen voor Griekenland, ook voor Portugal, Spanje en Italië. Waarop de rente op staatsleningen aan kwetsbaar geachte landen binnen de eurozone oploopt. Daarna volgden meer afwaarderingen, ook voor andere eurolanden. Met tot in 2012 als enige uitzonderingen Duitsland, Finland, Nederland en Luxemburg.

Toch, de hoge rente is niet alleen bedoeld om de kans op wanbetaling af te dekken. Er zijn ook speculanten gaan gokken op het uit elkaar vallen van de eurozone. Voor hen is het belangrijk dat de geboden rente op een staatsobligatie onhoudbaar hoog wordt opgedreven. Een andere -tegengestelde- methode om aan dit spel te verdienen, is om polissen -zogeheten credit default swaps, cds- te kopen of juist te verkopen, die uitbetalen zodra een land niet meer aan de betalingsverplichtingen kan voldoen. Dat moment breekt aan zodra andere eurolanden weigeren op de één of andere manier de schulden van zo’n belaagd euroland over te nemen, waarop dat land alsnog failliet gaat. (58.-1. Griekse tragedie)

Nog wat opzetjes van speculanten:

a. short gaan op Italiaanse staatsobligatie
verkopen van staatsobligaties zonder die in bezit te hebben, vanuit de gok dat de obligaties
vlak voor leveringsplicht goedkoper zullen zijn.

b. voor ⅓ van de waarde 2e hands Griekse staatsobligaties opkopen
in de verwachting dat uiteindelijk toch voluit terugbetaald wordt.

c. beleggen in cds’en, zelfs zonder de bijbehorende staatsobligaties te
bezitten, om maximale winst te behalen zodra het land toch nog failliet gaat

Een euro met per land grote rente verschillen op staatsleningen, betekent dat de eenheidsmunt feitelijk niet bestaat.

conclusie:
de hoogte van de schuld verklaart niet het geëiste rentepercentage
de kwetsbaarheid voor rentemanipulatie is doorslaggevend
daar komen speculanten op af,
uiteraard om er aan te verdienen
grafiek 62.03

in dezelfde periode deden Amerikaanse 10jaarsleningen, 1,8%

kleine logo

2. dienstbaarheid aan financiers

Europolitici, financiële instellingen, ratingburo’s, regeringsleiders, en ECB houden elkaar gevangen met voorspellingen en de angst voor de gevolgen van wanbetaling en het inschatten van de kans daarop. Wat zal er gebeuren als financiële instellingen en hun aandeelhouders bij wanbetaling hun schade niet vergoed krijgen? Of juist wel?

De ECB en regeringen laten zich niet alleen door de ratingburo’s opjagen. Ook speculanten dragen daar stevig aan bij, uit eigen belang. Ook al houden de Europese Commissie en de ECB vol dat er geen aanwijzingen zijn dat er gespeculeerd wordt tegen de euro.

rente = risicovergoeding
Bij een gevraagde rente van 7% of meer voor de hele staatsschuld, wordt door velen -financiers, beleggers, handelaars en politici- aangenomen dat zo’n land een te grote rentelast opbouwt, omdat zo’n schuld nauwelijks meer is terug te betalen. Dus wordt verwacht dat beleggers hun inleg niet meer terug zullen zien.

Maar financiers hebben dat risico allang voorzien. Precies daarom schrijven ze in voor een nog veel hogere rente op de lening. Als het land vervolgens toch failliet gaat, hoort beleggersverlies bij de genomen gok. Niets anders dan het normale beleggers risico. Immers, niemand heeft geldschieters gedwongen die lening te verschaffen. Ze doen het alleen maar om er zelf dik aan te verdienen. Zo gaat dat in een vrije markt economie.

Financiële markten. Wat moet je je daarbij voorstellen?

De verschillende financiële markten lopen in elkaar over. Als het met de aandelen goed gaat,
staan de obiligaties slecht. Als de rente laag staat, worden grondstoffen duur.

De bewegingen zijn niet rationeel en de ontwikkelingen zijn niet te voorspellen.
Beleggers goeroes zijn oplichters met soms het geluk aan hun kant.
Wat beheerst die markten? Een ongelooflijk grote hoeveelheid geld, waaraan per pakket andere eisen zijn gesteld. Tussen dat het niet in waarde mag dalen en dat het zich zo snel mogelijk moet vermeerderen.

Het beleggingsbeleid wordt aangestuurd door een zeer beperkt aantal zwaar betaalde lieden, voornamelijk dertigers en veertigers. Ze beheren als handelaar, vermogensbeheerder of bankier duizenden miljarden in opdracht van de vermogende eigenaren. De instellingen waarbij ze in dienst zijn beconcurreren elkaar op leven en dood op wie het hoogste, standvastigste of spectaculairste rendement behaalt. Want er zijn altijd meer klanten nodig, om daar aan te verdienen.
Op tegenvallende resultaten worden ze afgebrand en ontslagen, ongeacht de oorzaak.
Daarom houden ze elkaar angstvallig in de gaten op hun handelsschermen en bestoken elkaar en hun klanten met geruchten en analistenrapporten. Persoonlijk hebben ze alleen nog maar te verliezen.
De meesten durven daarom niet teveel af te wijken van wat toevallig in de mode is en apen
elkaar domweg na.

De levensomstandigheden en toekomstverwachtingen van zulke handelaren, bankiers en vermogensbeheerders zijn zeer afwijkend van die van het gros van de bevolking. Hun levensstijl, verwachtingen, vooroordelen, en frustraties zijn sterk groepsgebonden. Hun professionele inschatting, kuddegedrag of eigengereidheid in beslissingen is niet veel anders.
Deze handelaren zijn tegelijkertijd de speculanten die prijsvorming op korte termijn bepalen.
Zonder ooit de verantwoordelijkheid te hoeven aanvaarden voor de grote gevolgen daarvan voor miljoenen medemensen.

Echter, politici, handelaars, beleggers en financiers draaien de zaak om in hun propaganda.
Met een beroep op de vrije markt economie. De hoge rente noemen zij het bewijs dat de financiële markten het geloof in de euro verliezen. Vervolgens moeten die markten gerust gesteld worden, zeggen ze. Omdat anders de euro en zelfs de economie van Nederlandin gevaar komt.
Zoals ook Jan-Kees de Jager en andere ministers presteerden te beweren. Bangmakerij met vage algemeenheden.

staatsgarantie
Westerse staten zijn traditioneel opgezadeld met de verplichting garant te staan bij faillissement van de binnen de grenzen gevestigde banken. Vooral zodra de omvang van die financiële instellingen ettelijke keren groter is dan de nationale economie en veel meer omvat dan alleen spaargeld, slepen de faillerende banken zo de staatsfinanciën de afgrond in.
Dat gebeurde recent al met IJsland door overkreditering en fraude bij drie grote banken.

In de negen jaar tot aan 2012 heeft de financiële sector wereldwijd de balans verdubbeld tot 8% van de wereldeconomie. Banken en verzekeringsmaatschappijen groeiden door steeds grotere risico’s te nemen. Met ondoorzichtige stuntprodukten, het buiten balans plaatsen van verplichtingen en het onderling rondpompen van geld. Daartoe aangemoedigd door een opgerekte regelgeving, laks toezicht en de verlokking van hoge bonussen.
Dat moest wel eens fout lopen.

In de kapitaalchaos die zich in 2007 aankondigt en in 2008 uitbreekt, vrezen commerciële geldschieters en beleggers hoge verliezen. Immers, ten behoeve van hoge winstuitkeringen
aan aandeelhouders zijn de vermogensbuffers van de financiële instellingen uitgehold. Omdat de banken elkaar niet vertrouwen, lenen ze onderling niets meer uit en valt het financieel stelsel even stil. Met de dreiging van een financiële chaos worden nationale regeringen verleid bij te springen.
Daarop hebben de diverse nationale eurostaten zwaar geïnvesteerd in het herkapitaliseren van de financiële instellingen.

bankensteun binnen de Europese Unie         augustus – oktober 2008
effectief € 1.608.000 miljoen

€ 1.200.000 miljoen geboekt als garanties voor wholesalefunding, dus liquiditeit,
geld om de handel op gang te houden
€ 409.000 miljoen als herkapitalisering, dus opkrikken van de solvabiliteit,
oftewel het eigen buffervermogen
van deze solvabiliteitssteun ging
50% naar Ierse banken;
18% naar Engelse banken;
15% naar Duitse banken.

half 2012 staat nog € 4.600.000 miljoen uit aan kapitaalsteun en garanties van Europese staten aan banken.

Maar er is sindsdien nauwelijks iets gedaan aan saneren en herstructureren van de verantwoordelijkheden voor het financieel stelsel. (58. kapitaalchaos)
Obligatiehouders van in 2008 omgevallen banken -zoals Fortis- krijgen 5 jaar later nog steeds keurig uitbetaald. En bankiers en handelaars weten dat zij nooit stuk kunnen gaan en zullen de tent daarom gegarandeerd weer met hoge risico’s volladen. In de eerste helft van 2011 draaien de financiële instellingen alweer als een tierelier, zoals vóór 2008. Dankzij staatssteun.

De kosten daarvoor zijn afgewenteld op de bevolking, want de nieuwe buffers van de banken vulden de regeringen van eurolanden aan met geleend geld, waardoor de staatsschuld is opgejaagd. En de hoogte van de te betalen rente op die staatsleningen wordt weer bepaald
door de bewegingen op de internationale kapitaalmarkt. Daarmee een beroep op hetzelfde mechanisme dat de speculatie tegen de euro in werking stelde.

interventie met noodpakketten
In Zuid Europa beleggen banken relatief veel in staatsleningen van het land waarin ze gevestigd zijn. Door de politieke verhoudingen, zoals het cliëntilisme, zijn vooral de kleinere banken sterk verweven met, en ook afhankelijk van de overheid. Als Griekenland, na erkenning van de statistiekfraude in 2010 dreigt om te vallen, worden de banken meegesleept, doordat zij als zekerheid sterk op Griekse staatsleningen leunen en juist die raken sterk afgewaardeerd. Daarmee loopt het financieel stelsel vast.
De ruime belastingvrijstelling voor bedrijven en bevoordeelden verhinderen verbetering van
de staatsfinanciën. Daarop is Griekenland in mei 2010 door de andere eurolanden gedwongen een kostbaar en overhaast in elkaar geknutseld Europees interventie programma van € 110.000 miljoen te aanvaarden. (58.-1. Griekse tragedie)

hoeveel groter dan de landseconomie is de banksector?

in 2010 balans / bbp
Ierland 9,2 x
Engeland 4,6 x
Zwitserland 4,3 x
Nederland 4,5 x

In Ierland liep de vastgoed zeepbel leeg, na roekeloze overkreditering door de in 10 jaar explosief gegroeide bankensector, fraude en absoluut falend banktoezicht. Op één na vielen alle banken om. De Ierse overheid bezweek onder de bankensteun, waaraan uiteindelijk € 64.000 miljoen werd opgeofferd. In november 2010 gaf Ierland zich gewonnen voor de opgedrongen financiële interventie door de andere eurolanden. De € 85.000 miljoen aan Europese noodleningen moeten in december 2013 zijn terugbetaald.

De verliesportefeuilles van drie banken zijn opgekocht voor € 31.000 miljoen. Evenveel als
20% van de Ierse economie op jaarbasis. Tegenover dit bedrag staat geen enkele waarde meer,
nu dit belang in een badbank is ondergebracht. Het hele bedrag is in rook opgegaan, maar moet wel terugbetaald worden via de centrale bank aan het europees noodfonds EFSF en IMF.
Eind 2012 komen de geherkapitaliseerde banken in Ierland nog steeds meer dan € 50.000 miljoen tekort om de ingezakte vastgoedwaarden te compenseren.

Na Ierland richtten speculanten zich enthousiast op het omvallen van Italië, Spanje en Portugal. Italië komt vanwege de staatsschuld van 120% van de economie in november 2011 onder IMF curatele. In Spanje vallen bij het inzakken van de vastgoedmarkt regionale banken om na de veel te royale kredietverlening door vooral lokaal aangestuurde spaarbanken -de zogeheten caja’s- in het verleden. Commercieel kapitaal trekt zich schielijk terug.

Als de al jaren allerzwakste economie gaan de Portugese obligaties al snel door de hoeven.
Met het omvallen van de staat wordt het financieel stelsel meegezogen. In april 2011 komt Portugal met een lening van € 78.000 miljoen onder curatele van de andere landen uit de eurozone.

totale ECB opkoop van 2e hands staatsschuld op marktwaarde
in € miljoen
2010 69.000
2011 140.000
tot maart 2012 218.000

Spanje spartelt tegen tot eind 2012. De regering gaat alvast zelf over tot bezuinigingen, kortingen en andere verarmingen, om ESM bemoeienis zolang mogelijk van het lijf te houden.
In december 2012, gaat Spanje een lening aan voor de Spaanse banken, zonder beroep op noodhulp.

Cyprus informeert na de zomer van 2012 naar ESM bemoeienis.
De Cyprische banken zijn vanaf 1991 overspoeld met Russisch vluchtkapitaal en hebben daar tegenover teveel afgestempelde Griekse staatsleningen als onderpand. Maar eerst probeert Cyprus vanuit Rusland ondersteuning te krijgen.

beleggersverlies voorkomen
De financiële noodpakketten -opgedrongen onder de gezamenlijke voorwaarden van de centrale eurobank ECB, de Europese Unie via het European Financial Stability Fund EFSF
en het IMF- zijn allesbehalve een vriendendienst aan de bevolking of aan de regeringen van de financieel getroffen landen. De gevraagde rente tot aan 6% is al veel hoger dan de rente die de ‘hulpverleners’ via het EFSF daar zelf voor moeten betalen. Bovendien worden er drastische politieke ingrepen in de nationale arbeidsverhoudingen van de tekortlanden geëist.

Om de rente voor nieuwe staatsleningen van Griekenland, Ierland en Portugal omlaag
te krijgen, zijn door de ECB vooral in 2011 op de 2e hands markt massaal oude staatsleningen opgekocht. Dat kwam op 16% van de totale staatsschuld van Griekenland, Ierland en Portugal.

Griekse staatsschuld in 2e hands handel
zomer 2011
10 jaarsleningen worden doorverhandeld voor 56% van de uitgiftekoers
2 jaarsleningen 72%

Deze kostbare prijsmanipulatie is volkomen strijdig met de ideologisch beleden vrije markt.
Zo komen beleggers wel makkelijk van de hun vrijwillig aangegane gok af, nu achteraf ingeschat wordt dat de gevraagde hoge rente niet zal opwegen tegen de kans op verlies van de inleg.
Ook neemt de ECB vanaf september 2012 twijfelachtige obligaties aan van eurobanken als onderpand, om ze zo aan nieuw kapitaal te helpen.
Dit programma van een slordige € 1.100.000 miljoen gaat de geschiedenis in als de zogeheten Outright Monetary Transactions (OMT) operatie.

Het komt erop neer dat gokkers zich kunnen laten uitkopen, om daarmee te zijn gevrijwaard voor mogelijk verlies. Beleggers weten voortaan dat de ECB eventuele verliezen op staatsleningen altijd zal beperken. Daarmee is beleggen in eurostaatsleningen geen gokken meer voor financiers, het is gegarandeerde zekerheid geworden: alleen maar winst, nooit verlies. Dat belooft nog eens mooie rendementen.

Intussen zijn Griekenland, Ierland en Portugal in 2010 al feitelijk failliet. De weigering van de overschotlanden om deze tekortlanden bij te staan in wederopbouw van de economie, betekent
dat de politieke eenheid binnen de eurozone alleen op papier bestaat.

conclusie:
niet de Grieken, Ieren of Portugezen worden geholpen,
geldschieters en banken zijn geholpen, hun problemen zijn opgelost
beleggen in euroleningen kent geen verlies meer,
alleen nog winst.
vrije markt

Nog altijd wordt door de betrokken beslissers de vrije markt ideologie aangehangen en verdedigd.
Maar de vrije markt heeft de bestaande onevenwichtigheden binnen de eurozone
niet rechtgetrokken. Integendeel, juist verergerd.
Er zijn opmerkelijk veel trucs en een hoop geld nodig om de voorwaarden
van een vrije markt na te bootsen.

Waarom wordt dit economisch model gerepareerd als het toch niet werkt
en iedere keer weer aan scherven ligt?
Omdat het de ideologie is, die financiers heel goed uitkomt.
kleine logo

3. leningen overgenomen

De oorspronkelijke financiers van Griekenland, Ierland en Portugal zijn voor het grootste deel uitgekocht. Ze kregen hun geld terug met de inleg van nieuwe financiers.
De andere landen in de eurozone zijn de nieuwe schuldeisers. Net zoals bij een piramidespel. Uiteindelijk moet de bevolking van die landen hier voor opdraaien.

Het overnemen en saneren van de leningen door de Europese regeringen via ECB en EFSF-en in veel mindere mate het IMF- betekent dat privaat genomen risico’s zijn overgegaan naar publiek risico. De private partijen namen de risico’s vrijwillig, om winst te behalen. Maar bij een mogelijk teleurstellende afloop worden zij door bereidwillige overheden vol begrip uit de zorgen geholpen.

De overgenomen schuld zelf blijft op het land rusten dat door speculanten in problemen is gebracht. Daar bovenop krijgen die landen nu voorgeschreven dat zij de nationale arbeidsverhoudingen moeten verharden; de lonen verlagen; de sociale zekerheid afbouwen;
het belastingstelsel wijzigen; staatsbedrijven verkopen. Daarmee is binnen de eurozone financiële afhankelijkheid gekocht om ideologische eisen af te dwingen.

De deelname van eurolanden aan het Europese noodfonds EFSF bestaat voornamelijk
uit papieren garanties. Over de noodzakelijke hoogte van die garanties om de markten gerust
te stellen -dat is hetzelfde als speculanten af te schrikken- is op het eerste gezicht veel wartaal uitgeslagen.

De € 500.000 miljoen die uiteindelijk effectief voor de EFSF bijelkaar werd geschraapt,
had volgens sommige spraakmakers wel 4 tot 5 keer groter moeten zijn om effectief te wezen.
Dat zou dan even groot zijn als de economie van Duitsland, ofte wel 25% van de hele eurozone.
Een bizarre overkill, omdat in 2010 de totale schuld van Griekenland, Ierland en Portugal tesamen slechts 7,5% van de economie van de hele eurozone bedroeg.

Natuurlijk, zo’n voorstelling van zaken is vanuit speculanten bedoeld om de druk verder op
te bouwen. Anderen gebruiken het weer om de ombouw van de eurozone tot een politieke federatie
als onvermijdelijk te presenteren.

Beide gaan volkomen voorbij aan het belang van de bevolking.

afstempelen
Eind 2010 is al duidelijk dat de Griekse economie in elkaar schrompelt door de ingezette bezuinigingen, loonsverlagingen en kortingen op pensioenen en uitkeringen. Voor de te privatiseren bedrijven kwamen geen kopers. Door de krimp komt er ook minder belasting binnen. Tegelijkertijd moet meer aan bijvoorbeeld werkloosheidsteun worden uitgekeerd. Halverwege 2011 is al duidelijk dat Griekenland de schuld alleen kan terugbetalen bij een onwaarschijnlijk hoge economische groei boven 8% per jaar.
Dus zal het land nooit de noodleningen kunnen afbetalen. Sterker nog, de schulden lopen hard op in 2011.

De angst voor grote kapitaal verschuivingen bij wanbetaling vanwege de speculatie met cds’en, houdt de Europese regeringen en het IMF lange tijd af van het verplicht stellen van afstempelen van de Griekse schuld door particuliere beleggers. Bekend is wel dat er sinds 2008 een stevige handel is ontstaan van naar schatting enkele honderd duizend miljoenen in deze zogenaamde verzekeringen. Maar de uitgifte van dit financiële produkt valt onder geen enkel toezicht, dus is er nergens overzicht. Bovendien, mochten nationale centrale banken wel inzicht hebben, dan delen ze dat toch niet met elkaar.

ECB liquiditeitssteun
22 dec 2011 36 maands € 489.200 miljoen
22 dec 2011 extra $ liquiditeit 36 maands € 91.000 miljoen vanaf 30 nov 2011
in samenwerking met centrale banken
van Japan, Amerika, Engeland, Zwitserland,
Canada
27 okt 2011 6 maands financiering € 50.000 miljoen
11 aug 2011 12 maands € 11.000 miljoen was ooit €57.000 miljoen
22 dec 2011 opkoop staatsobligaties € 211.000 miljoen opkoop
vanaf 10 mei 2010
  totaal op 22 dec 2011 € 852.000 miljoen  

Pas nadat buitenlandse beleggers -vooral de banken uit Frankrijk en Duitsland- hun Griekse obligaties grotendeels hebben verkocht, worden de overgebleven particuliere financiers in de herfst van 2011 gedwongen 75% van hun vorderingen op Griekenland vrijwillig af te schrijven. Eerst is uitonderhandeld om dit geen wanbetaling te noemen, zodat de cds’en op wanbetaling niet uitbetaald hoeven te worden.

Achteraf blijken dezelfde speculanten bijna evenveel cds’en verkocht als gekocht te hebben, zodat met de gokkerij op omvallen van Griekenland verrassend genoeg slechts € 3.700 miljoen van eigenaar is gewisseld.

Cds’en zouden een verzekering zijn tegen wanbetaling op staatslening.
Maar ze zijn ook te koop voor wie geen onderliggende staatsleningen heeft.

Voor de koper als gok voor wie verwacht dat de staat niet zal betalen.
Voor de verkoper als gok op dat de staat wel betaalt.

Met de gedwongen afstempeling van de staatsschulden hebben de Griekse en Cypriotische banken een groot deel van hun vermogen verloren, doordat zij veel van die Griekse staatsschuld bezaten. Dus moeten die banken weer door de Griekse overheid overeind gehouden worden. Hoe?
Met behulp van weer nieuwe staatsleningen. Op deze manier zijn deze landen veroordeeld nooit
uit de schulden te komen.


grafiek 62.04

geldverruiming
Door zwakke en failliete banken overeind te houden, raken de staatsfinanciën van Portugal en Ierland in eenzelfde vicieuze cirkel gevangen als Griekenland. Meer bezuinigen om de rente op toenemende schulden te betalen.
Spanje en Italië ook. Ondertussen stagneert de kredietverlening in nagenoeg alle eurolanden ondanks de lage ECB basisrente van 1½% begin 2011, verder verlaagd tot ¾% half 2012.

Commerciële banken vinden het aanvullen van hun reservebuffers belangrijker.
In de tekortlanden komt daar het onttrekken van kapitaal door investeerders en goed lopende bedrijven bij, die dit kapitaal vervolgens wegsluizen naar het buitenland.
In navolging van het Amerikaans FED beleid opent de ECB daarop bij inschrijving leningen voor 3 jaar à 1% rente voor eurobanken. Eind december 2011 is er voor € 489.200 miljoen opgenomen.

Eind februari nog eens € 529.500 miljoen. Overwegend banken uit Zuid Europa en Ierland nemen deze Long-Term Refinancing Operations (LTRO’s) leningen op. Formeel heet het
dat zo de liquiditeit wordt gesteund, maar via de achterdeur is het evengoed solvabiliteitssteun.
Al was het maar vanuit de opzet om hiermee regionale banken te verleiden staatsleningen van hun nationale overheid op te kopen opdat zij het overheidsrisico overnemen.

Na uitgeven van de goedkope LTRO leningen zakte de gevraagde rente op korte staatsleningen voor de tekortlanden. Logisch, want een belegger loopt binnen drie jaar nauwelijks nog risico. Toch blijft voor deze landen de langere rente aanmerkelijk hoger dan voor de Noord-Europese landen. Zo staat de tienjaarsrente voor Italië eind 2011 op 6,5%, maar voor Nederland op minder dan 2%. Daarmee blijven de tekortlanden speelbal van speculanten, terwijl zulke geldschieters tegelijkertijd stevig blijven verdienen aan hun leningen aan die tekortlanden.

gragiek 62.05

Een maand later blijkt dat het financieel systeem binnen de eurozone nog steeds stagneert, want driekwart (€ 800.000 miljoen) van het totale bedrag aan opgenomen LTRO’s staat doodleuk geparkeerd bij de ECB. Nog wel tegen de veel lagere vergoeding van 0,25%. Hetgeen betekent dat de onderlinge handel tussen de eurobanken niet is hersteld, want inplaats van uitlenen wordt het geld nog steeds liever tegen een vergoeding van 0,75% werkloos apart gezet.
In juli 2012 wordt de rente voor stalling bij de ECB teruggebracht tot 0%. Ook daarmee neemt de kredietverlening niet noemenswaard toe. Banken blijven het goedkope geld vooral gebruiken om hun buffers te versterken.

omvang van geldverruiming februari 2012
eurozone + 29%
USA + 19%
Engeland + 19%
Japan + 31%

De onderling afgesproken geldverruiming in vier van de belangrijkste munten wereldwijd,
leidt tot rente verlaging op de geldmarkt. Kapitaal is zelden zo goedkoop geweest.
Aan de andere kant volgt daarop vroeg of laat ook een hoge geldontwaarding.
Het theoretische gevolg is de zozeer gewenste waardevermindering van staatsschulden.
Maar voor de bevolking betekent het een forse koopkrachtverlaging en het verdampen van spaargeld.

conclusie:
schulden die tekortlanden aan internationale geldschieters hadden,
zijn overgenomen door de eurolanden,
onder zware politieke eisen aan de tekortlanden


grafiek 62.06
bron: ECB

kleine logo

4. kapitaalvlucht

De schuldenlast voor de tekortlanden is zo hoog en hun politieke toekomst zo ongewis, dat financiers vrezen voor het rendement van de eigen investeringen.
Dus trekken ze hun kapitaal terug uit de tekortlanden. Daarbij komt de angst dat de eurozone uitelkaar kan vallen. En dat Griekenland mogelijk uit de euro stapt of wordt gegooid. Dat zou betekenen dat de huidige waarde van investeringen in euro’s in Griekenland, omgezet worden in een veel lager genoteerde drachme. Dus misschien gehalveerd wordt, misschien blijft er nog wel minder over. Een kapitaalvlucht vanuit Griekenland tot aan € 70.000 miljoen in een jaar is het gevolg. Hiermee nemen de economische activiteiten in Griekenland af. Zo krimpt de economie onvermijdelijk.

Volgens het IMF is door buitenlandse geldschieters in twee jaar vanaf 2010 kapitaal ter grootte van meer dan 30% uit de Griekse economie weggesluisd. In één jaar vanaf juni 2011 op juni 2012 werd uit Italië € 235.000 miljoen weggesluisd, 15% van het bbp. Voor Spanje kwam het in dezelfde periode op € 321.000 miljoen ofte wel 30% van de economie op jaarbasis. Alleen al in de maand mei 2012 verdween er € 41.000 miljoen uit Spanje.

Deze gaten zijn weer opgevuld met tijdelijke EFSF en ECB leningen, die weer worden gegarandeerd door de andere eurolanden.

Buitenlandse financiers halen hun kapitaal terug naar de eigen thuismarkt. Beleggers uit Noord Europa trekken zich terug uit de tekortlanden. Beleggers uit de USA en Azië trekken weg uit de hele eurozone. Dit laatste vertaalt zich in een tijdelijke daling van de wisselkoers van de euro ten opzichte van de Amerikaanse dollar. (49. valuta)

De omvang van hun kapitaalvlucht is uitgelokt door de overvloed aan kapitaal
na de LTRO geldverruiming van de ECB. De voornamelijk nationaal opererende banken kopen staatsschulden op, omdat ze die als onderpand bij de ECB mogen inleveren in ruil voor liquide kapitaal.

welke banken lenen eind 2011 van de ECB en hoeveel ?

eind december Italiaanse banken € 210.000 miljoen
eind december Portugese banken €    46.000 miljoen
november Ierse banken € 103.000 miljoen
eind oktober Griekse banken €    74.300 miljoen
midden december Franse banken €    96.100 miljoen
november Spaanse banken €    98.000 miljoen

Multinationals zoals Heineken, Coca Cola en Philips sluizen zelfs benodigd werkkapitaal van dochterbedrijven weg. Uit de tekortlanden naar het buitenland. In een wanhopige poging
om de uitstroom van bedrijfstegoeden te compenseren bieden bijvoorbeeld Portugese banken half 2012 zelfs 4% rente op spaargeld van particulieren. Meer dan spaarbanken in Nederland bieden.

Nederlandse geldschieters
Na het afstempelen van de Griekse obligaties in de herfst van 2011 zijn staatsleningen
van alle tekortlanden de uitverkoop ingegaan. ING, ABN, Rabo, Aegon, Delta Lloyd en ASR
-de zes grootste financiële instellingen op de Nederlandse thuismarkt- hebben hun portefeuille staatsobligaties van Spanje, Ierland, Portugal, Griekenland en Italië in één jaar met € 7.300 miljoen teruggebracht tot € 5.000 miljoen. Weliswaar gedumpt op de 2e hands markt, dus verkocht met een korting op de oorspronkelijke waarde. Pensioenfondsen volgen hetzelfde traject. Snelle sanering dankzij opkoop van problematische staatsobligaties door de ECB.

Het teruggetrokken kapitaal is deels gebruikt om de eigen buffers te versterken, daarnaast geïnvesteerd in zekerder beleggingen zoals grondstoffen, Noord-Europese staatsobligaties
en het groeiend aantal aangeboden bedrijfsobligaties. De ECB geldverruiming heeft zo de Noord-Europese financiële instellingen fantastisch geholpen. Niet de bevolking in Zuid-Europa
en Ierland.

wegzetten
Ook binnenlandse investeerders en geldschieters maken hun geld vrij en trekken
het weg uit de tekortlanden. Om een idee te geven:
28% van de banktegoeden In Griekenland verdween tussen juni 2009 en december 2011.
In slechts 6 maanden van juni tot november 2011 ging het in Spanje om 10%; in Italië om 6,5%.
Zulk geld wordt geparkeerd in ‘veilige’ landen.
14.000 Grieken pakken het nog brutaler aan, zij blijken eind 2011 als persoon € 34.000 miljoen belastingschuld te hebben, maar houden zich ongrijpbaar. Inning van deze schuld zou armere Grieken veel ellende besparen.
Bij de belastingdienst èn de belastingplichtigen ontbreekt de inzet daartoe.

Zwitserland heeft zelfs kapitaalrestricties afgekondigd om te voorkomen dat de frank door de toestroom van vluchtkapitaal zover in waarde zou stijgen, dat de export zich uit de markt prijst. De Zweedse, Deense en Zwitserse centrale banken laat klanten betalen om hun geld te mogen stallen.

Op Nederlandse 2 jaarsleningen wordt door beleggers in heel 2012 een negatief rendement geaccepteerd bij een rentevergoeding van minder dan 0,4%, dus ver onder de inflatie van tegen de 3%. Op Nederlandse 10 jaarsleningen wordt voor minder dan 2% rente ingeschreven.

Een andere vorm van kapitaalvlucht is dat vele van de grote Portugese en Spaanse bedrijven er in 2012 een Nederlandse financiële brievenbus holding tussenschuiven om zich te onttrekken aan belastingheffingen in het thuisland. Voorbeelden zijn Telefónica, Repsol, Endesa, Iberdola.
(63. belastingparadijs)

Gerekend vanaf het eerste noodpakket voor Griekenland in mei 2010 tot aan november 2011, zijn de banktegoeden in Duitsland in 18 maanden met 10% toegenomen. Andere gewilde plekken binnen de eurozone om kapitaal te stallen zijn Finland en Nederland. Die landen worden zo veilig gevonden dat in 2012 de gevraagde rente voor 10jaars staatsleningen onder de inflatie duikt. Verrekend met inflatie leveren zulke beleggingen dus verlies op.

Hetzelfde doet zich voor bij staatsleningen van andere Scandinavische landen. Evenals die van Engeland, Japan, Canada en de USA. Noorwegen geeft negatieve rente op 4jaarsleningen, Zwitserland heeft zelfs 30jaarsleningen met een negatief rendement opgehaald.
Ook op de Duitse en Nederlandse korte staatsleningen met looptijd van een paar maanden wordt ingeschreven op een negatieve rente. Eigenlijk wordt er bewaarloon gegeven.
Vluchtkapitaal wordt liever met waardevermindering tijdelijk geparkeerd, dan de kans te lopen het voor een deel kwijt te raken.

Het vluchtkapitaal uit de eurozone jaagt tegelijkertijd de waarde op van valuta van landen net buiten de eurozone zoals de Zwitserse frank en Noorse kroon ten opzichte van de euro.
De kapitaalstroom wordt in beide landen beperkt om ontregeling van de nationale economie
te voorkomen. Alleen met permanente valuta interventies houdt de Zwitserse centrale bank
de koers van de frank onder € 0,83.

conclusie:
kapitaal verschaffers eisen offers in goede en slechte tijden,
maar trekken zich snel terug
zodra de bevolking een ongewisse toekomst tegemoet gaat

Zolang er geen privaat kapitaal instroomt, zullen de tekorten in de tekortlanden chronisch blijven. Kapitaalvlucht blaast de interne financiële markt binnen de eurozone op.

IMF
leent alleen uit aan landen;
deelname in noodpakketten Griekenland 14%; Ierland 30%; Portugal 30%;
bij faillissement zijn IMF leningen altijd preferent.

EFSF
tijdelijk noodfonds om staten te herfinancieren;
krijgt geen IMF steun;
wordt vanaf juni 2013 vervangen door ESM;
doet alleen Griekenland, Ierland, Spanje;
is vanaf oktober 2011 voor maximaal 12 maanden leningen aangegaan.

ESM
koopt staatsobligaties van eurolanden;
krijgt bankvergunning, onder toezicht ECB;
leningen zijn niet preferent;
formeel lenen de ministers van financiën uit aan overheden;
gaat Spanje, Italië en volgende landen doen;
alleen in nood stort IMF € 250.000 miljoen bij.

ECB
centrale bank voor de eurozone;
koopt staatsobligaties op uit de markt;
leent niet uit aan landen.
kleine logo

5. sociale kaalslag

Als de tekortlanden niet in de euro hadden gezeten, zouden ze al eerder hun munt hebben afgewaardeerd ten opzichte van de euro om de onevenwichtige verhouding ten opzichte
van de andere eurolanden aan te passen. (49. valuta)
Die mogelijkheid bestaat niet meer nu alle landen dezelfde munt hebben.
De eurotoppen maken daar gebruik van om dwingend de loonkosten in de tekortlanden te verlagen en de hele bevolking daar te verarmen.

Om de schuld ooit terug te kunnen betalen wordt door het samenwerkingsverband van Europese Commissie, IMF en ECB in detail voorgeschreven hoe de arbeidsverhoudingen moeten versoberen; de lonen verlaagd; de sociale zekerheid afgebouwd; het belastingstelsel gewijzigd.
Zo wordt geregeld dat de bevolking ervoor opdraait dat financiers hun inleg terugkregen.

Eigenlijk zijn Griekenland en Ierland in 2010, Portugal in 2011 technisch failliet en staan onder curatele. De garantstaande eurolanden en de IMF eisen van de tekortlanden terugbetaling van de opgedrongen leningen tegen hoge rente en dat op een onrealistisch korte termijn.
In 2010 is de rente op 5,8% gezet, minstens het dubbele van de rente die de ‘hulpverleners’ zoals Duitsland en Nederland via het EFSF zelf betalen om dit geld te verschaffen.

opgedrongen schuld per inwoner
vrouwen, mannen, kinderen en baby’s
stand begin mei 2011

Portugal € 14.800
Ierland € 31.500
Griekenland € 30.500

in deze landen is het meer dan een jaarloon
zoiets kan je nooit aflossen binnen een paar jaar

technokraten
De Europese Commissie, ECB en IMF stellen financiële eisen aan Griekenland en Ierland
met het verhaal dat alleen zo de begrotingstekorten verminderen. Daar komt in de praktijk niets van terecht. Niet zozeer omdat er te weinig belasting wordt betaald. Wel omdat er binnen de eurozone nu eenmaal nooit devaluatie ten opzichte van de euro mogelijk is om de nationale verschillen in levenspeil internationaal te verrekenen.

Snoeihard bezuinigen is het enige dat financieel technokraten dan nog kunnen bedenken.
Dus overheidsuitgaven drastisch verlagen, sociale voorzieningen afbreken, prijzen en lonen verlagen. Dit betekent massawerkloosheid en armoede zonder perspectief voor miljoenen mensen. Maar ja, in hun opleiding en latere carrière is neo liberale technokraten nog nooit sociale verantwoordelijkheid bijgebracht, want daarmee is geen geld te verdienen.

concurrentiepact
Onder de misleidende noemer concurrentiepact worden vanuit Duitsland begin 2011 dwingende eisen opgesteld tot naleving van het stabiliteitspact voor de euro. Als eersten moeten Griekenland en Ierland hieraan voldoen. Tamelijk hypocriet, want Duitsland en Frankrijk overtraden ditzelfde pact nog in 2005 bewust en straffeloos. Omdat zoiets toen in de binnenlandse politieke verhoudingen beter uitkwam.

De inhoud van dit plan is het standaardiseren van de arbeidsverhoudingen
en sociaal-economische politiek binnen de eurozone.
loonsverlaging;
automatische prijscompensatie in België en Portugal verboden;
inperken vakbondsrechten;
verschraling van arbeidsvoorwaarden;
verhogen van de pensioenleeftijd;
kortingen op zorg, onderwijs, pensioen;
harmoniseren van de belastingstelsels;
dwingende naleving van de begroting- en staatsschuld in de wetgeving.
In 2013 zal dit terugkomen als een contract verplichting voor alle eurolanden.

De grootschalige versobering en ontmanteling van het Europees sociaal stelsel is ingezet,
ook al zal dat nooit het schuldenprobleem binnen de eurozone kunnen oplossen.
Wat aangeeft dat de schulden alleen als dekmantel dienen. IMF, de Europese Commissie en de ministers van Financiën in de eurozone helpen de economieën van de tekortlanden om zeep.

125 miljoen Europeanen lopen risico op armoede en sociale uitsluiting.
Dat is een kwart van de bevolking, daaronder 30 miljoen kinderen.

Één baan is geen garantie meer tegen armoede.
Één op de tien werkenden in Europa is al een werkende arme.

Griekenland
Na 6 jaar krimp van de economie is er nog maar driekwart van over in 2012.
De bevolking is getroffen door snelle achteruitgang van het levenspeil.
De koopkracht neemt hard af. Alle voorzieningen zijn uitgekleed.
Wat vroeger zekerheid bood, daar is vandaag niet meer op te vertrouwen.

Ambtenaren, vooral in uitvoerende diensten zijn massaal op straat gezet.
In 2012 is een vacaturestop afgekondigd. In een tweede ronde zijn nog eens
30.000 mensen ontslagen. Griekse ambtenaren die blijven, krijgen maandenlang geen salaris uitbetaald. Krijgen ze wel betaald, dan is daar in 2012 al minstens twee keer op gekort,
tot aan halvering toe. Voorzieningen zoals bibliotheken worden door onbetaalde vrijwilligers opengehouden. De zorg is ontregeld doordat personeel en leveranciers niet, of maar ten dele betaald worden.

De werkloosheid onder de beroepsbevolking ligt in de zomer van 2011 op 17%, voor mensen onder de 24 jaar al op 45%. De werkloosheid stijgt in 2012 tot boven 25% en voor jongeren komt het op 55%. Dit gaat over 1.300.000 mensen en meer. Werkloosheiduitkeringen zijn
èn gekort èn verkort. Jongeren en schoolverlaters kunnen voor meer dan de helft geen werk vinden. Voor hen is er 37 jaar na verdrijving van het kolonelsregiem geen toekomst meer
in het eigen land.

Begin 2012 realiseert het IMF zich dat door bezuinigingen bij een krimpende economie de inkomsten van de Griekse staat alleen maar afnemen en de uitgaven voor uitkeringen stijgen,
dus zal het Grieks begrotingstekort alleen nog maar groeien.
Daarop worden nieuwe ‘economische hervormingen’ geëist. Het betekent dat er nieuwe belastingen worden ingevoerd, de lonen verder verlaagd, vaste arbeidscontracten afgehouden,
de pensioenen nog eens verlaagd, cao’s opengebroken. In twee bezuinigingsronden kort na elkaar zijn de lonen met 40% verlaagd en het eind is niet in zicht. In de arbeidsvoorwaarden is zwaar gesneden.
Het vakbondsrecht om bindende cao’s af te sluiten is opgeschort, het minimumloon is met 22% verlaagd. Pensioenen zijn twee keer achterelkaar gekort tot nog geen tweederde overbleef,
of zijn zelfs vervallen. De aanvullende pensioenen zijn gekort met 15%.

De sociale problemen stapelen zich op.
Door gebrek aan economisch perspektief neemt het aantal echtscheidingen toe.
Ouders maken zoveel uren in meerdere baantjes dat ze hun kinderen nauwelijks meer zien.
Anderen hebben zo weinig geld dat de kinderen naar het weeshuis moeten. Een kwart van de kinderen leeft onder de armoedegrens. De opgelegde belastingmaatregelen leiden tot afsluiting van elektriciteit en huisuitzettingen. Met de uitzichtloosheid neemt het aantal zelfmoorden toe.

Wie kan, valt terug op familie. Zo mogelijk terug op het land om zelf nog wat te verbouwen.
Een groeiende informele economie. Vooral jongeren trekken naar andere Europese landen
en USA om daar een bestaan op te bouwen.

Ierland
Op het omvallen van de als roekeloze gokkers opererende banken volgde massaontslag bij alle bedrijven en overheid. Met zes bezuinigingsrondes en € 64.000 miljoen herstructurering van banken zijn 360.000 banen verloren gegaan. Heel vaak zonder sociaal plan.
Terloops is € 17.500 miljoen aan pensioenvermogen onttrokken.
Maar het begrotingstekort is begin 2012 nog even groot en stijgt de komende jaren.
41 Bankbestuurders hebben nog steeds een jaarinkomen boven de € 400.000,-

Werkzoekenden verliezen na 9 maanden hun uitkering.
De eigen bijdrage voor medicijnen is verdrievoudigd. Schoolgeld is verhoogd.
Uitkeringen op arbeidsongeschiktheid verlaagd. Sociale ondersteuning,
kinderbijslag en bijstandsuitkeringen zijn zwaar gekort.
De pensioenleeftijd is verhoogd naar 66 in 2014.
Vrouwen wordt € 125,- per maand op hun pensioen gekort.

Huizenprijzen zijn in twee jaar meer dan gehalveerd. vaak is nog maar één-derde over van de waarde in 2009. Velen kunnen de hypotheek niet meer opbrengen, moeten hun huis uit,
maar blijven de schuld houden. Per maand heeft de helft van de bevolking na betalen van de hypotheekschuld slechts € 100 per maand of minder over om te eten. Moeten dus leningen afsluiten om in leven te blijven. De schuld op het huis blijft tot op de erfgenamen te verhalen.
Bestaande belastingen en accijnzen zijn met gemiddeld 15% verhoogd. Ook zijn er nieuwe belastingen ingevoerd. De lonen dalen. Overzicht daarover ontbreekt omdat het de Ierse vakbonden niet is toegestaan collectieve loononderhandelingen te voeren.

Eind 2012 is 22% van de beroepsbevolking werkloos. Degenen die naar het buitenland vertrokken zijn daarbij niet eens meegerekend. De koopkracht is in vijf jaar met 20% tot 35% teruggelopen. 25% van de kinderen groeit op onder de armoedegrens.

Weer worden nieuwe ingrepen ingevoerd, nu onder het voorwendsel dat zulk bezuinigen werkgelegenheid oplevert, kansen creëert en ondernemingsgeest aanwakkert. Iedereen gaat evenveel betalen aan de nieuwe belastingen, ongeacht of het inkomen € 30.000 per jaar
is of 10 keer zo hoog. Middelgrote boeren zijn al aan de bedelstaf gebracht.

Met deze politiek van de verschroeide aarde blijft er weinig perspectief over om een leven op
te bouwen. Dus zoeken vooral jongeren hun toekomst in het buitenland. Al vanaf 2010 komt de emigratie stroom naar Engeland en USA weer op gang. In 2 jaar heeft 2½% zich uitgeschreven.
Het land ontvolkt weer, precies zoals tot in de 70er jaren van de vorige eeuw.
Een vergrijzende bevolking blijft achter.

Portugal
Tot in de herfst van 2012 zijn de toch al lage lonen op een nivo van gemiddeld ⅓ van dat in Nederland, nog eens met ¼ gekort. Het minimumloon is vastgesteld op € 113,- per week.
400.000 mensen moeten daarvan leven. Het komt regelmatig voor dat het loon pas drie
en een halve maand te laat wordt uitbetaald.

Het officiële werkloosheidscijfer ligt eind 2011 op 13,6%, een jaar later op 16%.
Dat is bijna 1 miljoen werklozen. De werkloosheidsuitkering is verlaagd naar € 12,- per dag.
Vooral de verborgen werkloosheid neemt toe. Meerdere banen tegelijk zijn nodig om de rekeningen en het schoolgeld voor de kinderen te betalen.
Eind 2012 leeft 1 op de 5 Portugezen op een inkomen van minder dan € 7,- per dag.
Het gaat dan over 2 miljoen mensen.

Vanaf de Anjerrevolutie van 1974 werd het totaal verarmde land in ruim 30 jaar weer opgebouwd, met een sociaal stelsel. Dat is nu allemaal weer teniet gedaan. De ontvolking van het land neemt toe. Een verarmde, verouderde bevolking, blijft achter. Voor achterblijvers is het interen op spaargelden of bittere armoede. Voor deze uitzichtloosheid trekken jongeren weg.

Spanje
Met het leeglopen van de kunstmatig opgepompte vastgoedmarkt in 2010, wreekt zich de eenzijdige economische opbouw. De bouw valt helemaal stil met als gevolg massaontslagen.
In de financiële sector gebeurt hetzelfde. De werkloosheid onder de werkende bevolking komt eind 2011 op 22%, eind 2012 boven de 26% uit. Hierbij gaat het over 5 miljoen mensen.
Ook hier krijgt van de jongeren meer dan de helft in 2011 al geen werk meer. De informele economie neemt toe.

Werkloosheidsuitkeringen komen op minder dan € 500 uit per maand.
Daarmee kan de hypotheek niet meer betaald worden. Tot in de herfst van 2011 zijn al tienduizenden hun huis uitgezet. Voor tientallen is zo hun hele wereld ingestort, zij pleegden zelfmoord. Dakloze gezinnen kraken uit armoede leegstaande nieuwbouw.

In 2011 is het loon in de metaal met 20% verlaagd.
In de Spaanse banksector wordt voor hetzelfde werk na 2 jaar al 50% minder betaald.
2012 komt uit op gemiddeld 25% loonverlaging.

Renault opent in 2013 een nieuwe fabriek in Spanje:
Het personeel krijgt alleen tijdelijke contracten van 18 maanden.
Het loon ligt op 70% van de oude cao.
Doorwerken in weekenden en op feestdagen.
Geen overwerkgeld.

Ondernemers koersen op 50% loonsverlaging. Dat de koopkracht en dus besteding daarmee instort, interesseert ze niet. ‘Het gaat niet om afzet in het binnenland, maar om wat we kunnen verdienen met export’.

OESO beveelt Spaanse bedrijven aan om voortaan personeel aan te nemen buiten de cao om
en de bestaande ontslagbescherming en andere ongewenste arbeidsvoorwaarden te negeren.

Italië
De hoge Italiaanse staatsschuld van 125% van de totale economie heeft al geleid tot onder curatele komen bij het IMF. De onstabiele politieke verhoudingen en weinig transparante overheidsinvloed zijn een groot probleem. In 2011 is er onder buitenlandse druk een regering
van technokraten neergezet. Herfst 2012 is 12% van de werkzame bevolking werkloos.
37% van de jongeren tot 24 jaar heeft geen werk. Door herinvoering van de vastgoedbelasting stagneert de woningmarkt.

sterfhuis
Met loonsverlagingen, massaontslagen, belastingverhogingen, bezuinigingen op zorg, onderwijs en werkloosheidsuitkeringen, halveren van pensioenen, schrappen van sociale uitkeringen en het privatiseren van nutsvoorzieningen zijn in een paar jaar miljoenen mensen scherp verarmd. Hun hele leven is overhoop gegooid. Ze hebben enorme offers gebracht voor wanbeleid waar ze zelf totaal geen schuld aan hebben.
Bij verkiezingen krijgen ze nog maar één keuze voorgelegd: betaal meer, en krijg minder.

De verantwoordelijken voor deze ontregeling bij overheid en financiële instellingen gaan ondertussen op oude voet door. Zij hebben nauwelijks schade opgelopen, brengen geen enkel offer. De andere winnaars zijn de ondernemers die een drastische verlaging van de loonkosten krijgen toegeschoven. En hopen over een groter potentieel aan personeel te beschikken
nu het vangnet van sociale voorzieningen is weggehaald.

Dit was altijd al het onuitgesproken doel van het veel geprezen vrije verkeer van personen
binnen de EU. Daarvoor ook is destijds de EU zo snel en ogenschijnlijk overhaast uitgebreid.
Het gaat erom dat de mensen uit landen met een kapot bezuinigde economie goedkoop ingezet kunnen worden in andere EU landen. Zodat de grote reserve aan goedkope werkkrachten de te betalen lonen in de overschotlanden laag houdt. Daarmee vloeit de opbrengst van verhoogde produktiviteit naar de geldschieters en niet naar de werkenden. (3. loonachterstand)

Na het verschuiven van de staatsschuld van particuliere gokkers naar publieke Europese overheden, blijven Grieken, Ieren, Portugezen en de Spanjaarden achter in een sterfhuisconstructie. Dit heeft in die landen geleid tot heftige protesten en aanhoudende stakingen. Voor de bevolking van die landen is de schuldterugbetaling nooit op te brengen. Logisch dat zij zich afkeren van de traditionele kiesverenigingen en politici die verpaupering afdwingen met misleiding en valse beeldvorming uit het verleden.

De politieke onrust is gezaaid.
Waar de hoop verdwijnt, komt de opstand. Vroeg of laat, maar onvermijdelijk.

conclusie:
het gaat niet om de euro,
het gaat om overhevelen van welvaart van bevolking naar financiers


grafiek 62.07
bron: eurostat

kleine logo

6. Nederland
onzekerheid zaaien en toeslaan bij politieke verwarring

Ongeacht hun politieke samenstelling voeren de Nederlandse regeringen vanaf 2007 eenzelfde bezuinigingspropaganda als toegepast op de tekortlanden.
Raar, want de economische omstandigheden in Nederland zijn absoluut niet overeenkomstig.
Onze economie krimpt niet met een kwart.
De staatsschuld is lager dan dat van de bepalende eurolanden.
Het begrotingstekort is niet onhoudbaar.
De lonen zijn niet te hoog.
De voorzieningen niet te duur.
Het winst niveau daarentegen ligt uitzonderlijk hoog.
(14. hoe winstgevend is de Nederlandse economie)

We moeten ons geen crisis laten aanpraten die er helemaal niet is. De Nederlandse economie staat er wel degelijk goed voor. Zelfs het vermogen van de pensioenfondsen staat er nog goed voor, zolang daar niet weer uit gestolen wordt. (48.-2. pensioenroof) Het probleem in Nederland is dat de lonen te lang te laag zijn gehouden. Ondernemers en de aan hun leiband lopende regeringen zijn
te gierig om fatsoenlijke lonen te betalen. Steeds hogere winsten is het enige waarin ze geïnteresseerd zijn. Dat is waar het om draait. Verlaging van de loonkosten is hun politieke keuze. Hun voorkeur is lang geen onherroepelijke noodzaak. Maar hun puur eigenbelang.

staatsschuld
Aan vergelijking met de hoogte van de staatsschuld van de voor Nederland belangrijkste -en voor de euro bepalende eurolanden- is te zien dat de noodzaak voor terugdringen van de staatsschuld in Nederland overdreven zwaar is aangezet. (67.staatsschuld)
Bijvoorbeeld de staatsschuld van de leidende eurolanden Duitsland en Frankrijk ligt al 13 jaar een stuk hoger. Toch zijn in Duitsland de lonen in 2012 nog met 3,5% en 4% omhoog gegaan in de metaal en chemie. Dit geeft aan dat het bezuinigingsbeleid in Nederland werkelijk buitenproportioneel is. (26. misbruik)

grafiek 62.08
bron: ECB

Is de Nederlandse regering weer eens het stomste jongetje van de klas? Dat zou de regering vrijpleiten op grond van onnozelheid. Toch, het ligt doortrapter. De regering van neo liberalen
en beroepsbestuurders koerst erop de loonkosten in Nederland lager te houden dan in de omringende landen. Dat is er in de loop der jaren ingemasseerd door de ondernemers lobby
VNO-NCW. Om de concurrentie positie van hun achterban tot aan het uiterste te versterken.
(32. concurrentiepositie) Met deze internationale concurrentie op arbeidsvoorwaarden worden we meegezogen in de race naar de laagste lonen. (61. bestaansminimum)

Niks verenigd Europa, de concurrentie tussen eurolanden zet verhard door. Daarom wordt
ons een crisis aangepraat en de onzekerheid gevoed. Bedoeld als rechtvaardiging voor loondruk, verslechtering van de arbeidsvoorwaarden en verdere uitholling van sociale voorzieningen.

Het europees coördinatie pact verplicht de landen na ratificering tot wetgeving, om bij
een hogere staatsschuld dan 60% van het bbp, het begrotingstekort lager dan ½% te houden.

Eind 2012 hadden Frankrijk en Duitsland geratificeerd, evenals alle tekortlanden,
maar Nederland niet.

begrotingstekort
Als dwaalspoor wordt naast haastig verlagen van de staatsschuld, snel terugdringen van het begrotingstekort als noodzakelijke opgave opgevoerd. Volkomen onzin, want al ruim een jaar ligt de rente op de 10jaarsstaatsleningen voor Nederland lager dan de inflatie. Op kortere leningen wordt zelfs bewaarloon betaald, inplaats van dat er rente wordt gevraagd. Op de korte termijn wordt er dus geld toe gegeven op staatsleningen voor Nederland !

grafiek 62.19.
bron: Het Financieele Dagblad

Bezuiniging op alle overheidsuitgaven en loonsverlaging voor werkenden. Het is steeds weer de standaard reflex van de met ondernemers ideologisch verwante kiesverenigingen. Ongeacht wat zich precies voordoet. (25. loonmatiging moet) Een groot deel van het zichzelf noemende ‘weldenkende deel van de natie’ toetert deze propaganda gedachteloos verder rond. Zo wordt somberheid over de toekomst effectief verspreid.

Economische stagnatie door teruglopende bestedingen is op dit moment het grootste probleem in Nederland. Oorzaak daarvan is toenemende verarming van de bevolking. Het gevolg van permanente loonmatiging, lagere loonschalen voor nieuw personeel, vaste banen vervangen door tijdelijk contracten, de groeiende werkloosheid en verlaging van uitkeringen. Het leeglopen van de met hypotheekrenteaftrek opgeblazen vastgoed bubbel is slechts het laatste zetje. (40.-3. loonmattiging is het verdienmodel)

Steeds meer mensen in Nederland komen in de lage lonen sector terecht. Dat gaat al jarenlang zo.
(5. koopkracht en loon) Nog verdere loondruk doet de binnenlandse verkopen verder dalen, zal de economie dus nog verder doen krimpen.


grafiek 62.09
bron: eurostat

armoede beleid

De regering Rutte 2 van reaktionairen en andere beroepsbestuurders kiest voor:

inleveren op het besteedbaar inkomen
belasting verhogen
bezuinigen op zorg en andere voorzieningen
nullijn voor overheidspersoneel
WW verkorten
ontslag bescherming afbreken
massaontslag zoals in de thuiszorg
pensioenleeftijd verhogen

Dit zou allemaal nodig zijn om de staatsschuld en het begrotingstekort terug te dringen
om zo de eurocrisis te bestrijden. Maar arbeidsmarkthervorming en de verkapte arbeidsplicht veranderen daar niets aan. (61. bestaansminimum)
Bezuinigen versterkt juist de economisch neerwaartse spiraal. Spraakmakers en napratende economen zijn verbazend lichtzinnig over bezuinigen en loonsverlaging.
Wie dit verdedigt mist ieder historisch besef.

Dat de staatsschuld is opgelopen, komt echt niet doordat mensen te lui zijn om te werken.
Ook niet door hoge ontslag vergoedingen. Niet door overbodige zorg.
Niet door te hoge pensioenen of een plotseling overschot aan bejaarden. (48. pensioenroof)

Het oplopen van de staatsschuld begon met dat de regering in 2008 overhaast
de vorige eigenaren van de al omgevallen ABN bank achteraf nog eens hun verlies vergoedde.
En de tent weer op poten zette, voor een slordige € 37.000 miljoen.
Samen met volgende bankavonturen in 2012 goed voor een staatsschuld van 7%. (58. kapitaal chaos)

Daarna kregen alle internationale geldschieters hun minder profijtelijk aflopende beleggingen
in zuidelijke eurolanden en Ierland teruggestort. (58.-1 Griekse tragedie)
Nederlandse regeringen besteedden daar € 15.000 miljoen aan. En verleende een veelvoud daarvan aan garanties.

Sindsdien wordt hier, net als in alle andere eurolanden, de bevolking gedwongen
om offers te brengen voor deze giften aan geldschieters overal ter wereld.
Tegelijkertijd trekken bedrijven hun investeringen terug.


grafiek 62.10

race naar de bodem
Binnen de Europese Unie wordt er geconcurreerd op produktiekosten. Het loonnivo in Duitsland wordt vanaf 2003 versneld verlaagd. Allereerst door verdringing met de invoering van verplichte minibanen voor uitkeringsgerechtigden van € 450 per maand. Bij de bevolking in het Ruhrgebied en voormalig Oost Duitsland is dat hard aangekomen.
Daarnaast worden arbeidsmigranten in Duitsland betaald op het laagste nivo in Noord Europa. Met zo’n leger van minstens 5 miljoen onderbetaalde mensen staan de loonkosten onder druk. Ook in Nederland worden al langer op grote schaal arbeidsmigranten ingezet tegen een vergoeding tot ver onder het minimumloon. (68-1 uitbuiting arbeidsmigranten)

Vanaf 2008 behoren ook de kapitaalkosten in Duitsland tot nagenoeg de laagste ter wereld. Veroorzaakt door kapitaalvlucht vanuit landen met haperende economieën, dat vanaf 2011 Duitsland binnenstroomde. (58-2. kredietchaos 7 jaar later)


grafiek 62.20.
bron: Eurostat

Deze lagere loonkosten en lagere kapitaalkosten tezamen maken dat bedrijven in Duitsland
al jaren de laagste produktiekosten kennen binnen West Europa. Onder Duitse druk voert
de Europese Commissie de eis door, dat het concurrentie vermogen van de EU landen gelijk getrokken moet worden.

Omdat de kapitaalkosten in de andere EU landen hoger liggen, kan dat dus alleen door
de lonen buiten Duitsland onder het Duitse loonnivo te drukken. Voortgezette verarming
van de bevolking in de EU is daarmee de voorwaarde voor blijvende economische groei. Precies dit is waar zowel de regering in Nederland als de ondernemerslobby VNO mee
bezig zijn. En daarvoor wordt geen leugentje geschuwd. (61. bestaansminimum)

verborgen agenda
Aandeelhouders en andere financiers zijn de enige winnaars.
De gemaakte winsten liggen al vele jaren op een heel hoog nivo. (14. winstgevendheid Nederlandse economie)

grafiek 62.11

De export bloeit. Die export wordt bovendien heel profijtelijk gefinancierd vanuit Nederland en de regering staat garant voor het geval leveringen niet betaald worden. (32. concurrentiepositie)
Voor 2011 vertaalt deze onevenwichtigheid binnen de eurozone zich in een 7% spaaroverschot voor Nederland. Maar dat overschot zit helemaal bij bedrijven en financiële instellingen.
Niet bij de huishoudens, zoals het cbs de bevolking aanduidt.

grafiek 62.12.

Deze financieel zware concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven binnen Europa verontrust zelfs het IMF, de Europese Commissie, het CPB, DNB en Nederlandse commerciële banken. Zozeer, dat zij in 2012 adviseren om de voortdurende loonmatiging in Nederland los te laten. (XXXVII. loonsverhoging redt de economie) Om zo de onevenwichtige economische verhoudingen binnen Europa op te lossen.

grafiek 62.13

De in de propaganda van ondernemerslobby en regering voorgespiegelde crisis
en crisisbestrijding is dus een voorwendsel voor iets heel anders:

  • winsten van bedrijven veilig te stellen
  • versnelling in overdracht van welvaart
    van de bevolking naar internationale kapitaalverschaffers

Door verdere versobering en ontmanteling van de arbeidsverhoudingen en het sociaal stelsel.

het kan makkelijk anders
Terugdringen van staatsschuld is op dit moment overbodig en onverstandig.
Het leeglopen van de in voorbije jaren moedwillig opgepompte vastgoed bubbel remt de bestedingen ook al. Investeren en versterking van de koopkracht is dan noodzakelijk. Juist niet bezuinigen en loonmatigen, want dat knijpt de economie nog verder af en bedreigt daarmee de toekomst. Zeker voor de komende generaties.

grafiek 62.14

Nu de staatsschuld in Nederland verlagen is zelfs onnodig. Want de Nederlandse Staat
krijgt al meer dan een jaar tientallen miljarden euro’s aangeboden voor een rente op of onder
de 1,9%. Bij een looptijd van 10 jaar. Dat is minder dan de geldontwaarding.
De inflatie naar de Europese rekenmethode ligt in 2012 op 2,8%. Daarmee is de waarde
van het uiteindelijk terug te betalen bedrag lager dan wat er geleend is.
Leningen van korter dan een jaar gaan in 2012 zelfs kosteloos, want voor negatieve rente.
Verrekend met inflatie wordt er dus geld toe gegeven op deze staatsleningen. (67. staatsschuld)

Deze situatie op de kapitaalmarkt levert een paar jaar tijd op, om de Nederlandse economie
op te peppen. Met extra investeringen door de overheid.
om werkgelegenheid te versterken,
de werkloosheid te bestrijden en
de koopkracht op te vijzelen.
De economie stimuleren door verstandig te investeren, dat is nodig. Géén belastingverhogingen en géén wilde bezuinigingen. Zo’n kans voor verbetering van de levensomstandigheden zal zich niet gauw weer voordoen. Het is heel betaalbaar.

Toch, uit eigenbelang en ideologische kortzichtigheid weigeren de neo-liberale regering
van VVD en PvdA, ondernemers en de vele napraters dat op te pakken. Dan moet het worden afgedwongen. Door de vakbonden.

De crisis in andere landen binnen de eurozone is niet de oorzaak, maar het excuus voor loondruk in Nederland. Dat lonen en pensioenen worden aangetast, is alleen omdat werkgevers altijd lagere loonkosten wensen. Veel verstandiger is het om juist de koopkracht te verhogen om daarmee tot een evenwichtiger economische basis te komen. Zowel in Nederland als binnen de eurozone.

conclusie:
Nederland bezuinigt niet uit noodzaak
Nederland bezuinigt om de loonkosten te verlagen
Het inrommelen van een financieel federatief Europa op eurotoppen:
okt. 2009 nieuwe Griekse regering meldt problemen met statistiek tot jaren terug
mei 2010
EFSF € 500 mrd: € landen 440 mrd; Eur Cie € 60 mrd; + IMF € 250 mrd
Griekenland krijgt lening € 130 mrd om schulden terug te betalen

nov.

2010

Ierland € 85 mrd leningen tot eind 2013

dec.

2010

EU verdrag gewijzigd om ESM op te richten

maart

2011

europluspact: overeenkomst Eurocentralisme; ESM medio 2013 op € 500

mei

2011

Portugal € 78 mrd leningen

okt.

2011

Grieks pakket op € 130 mrd ; banken schrijven 75% af; reparatie EFSF

jan.

2011

akkoord op begrotingspact, Britten en Tsjechen doen niet mee

juni

2012

politieke integratie voorgesteld

okt.

2012

ESM zou in maart 2013 van start gaan, vervroegd tbv noodleningen Spanje
dec. 2012
1e deel van 2e leningen pakket aan Griekenland vrijgegeven € 49,1 mrd
principe van Europese bankenunie aanvaard
Spanje krijgt lening van € 39,5 mrd om banken te herkapitaliseren
kleine logo

7. kolonisatie

Binnen de eurozone zijn de tekortlanden met handen en voeten gebonden en overgeleverd
aan de eisen die de overschotlanden stellen. Zeggenschap over de eigen economie, de nationale arbeidsverhoudingen en het nivo van de sociale voorzieningen is die landen ontnomen.
De regeringen zijn teruggebracht tot zetbazen van de Europese Commissie, ECB en IMF.

De verhoogde staatsschuld is de tekortlanden opgedrongen om vooral buitenlandse banken van de ondergang te redden. Terugbetaling van die schuld wordt hoe dan ook volledig opgeëist. De sociale kaalslag door de afgedwongen hervormingen heeft een groot deel van de bevolking verpauperd tot aan de rand van het bestaansminimum. De zogenoemde hulpverleners bieden geen enkel perspectief op economische wederopbouw van hun schuldenlanden.
Zo wordt binnen Europa de bevolking voor meerdere generaties op achterstand zet.

lagere kapitaalkosten
De oorzaak van de economische neergang ligt zeker niet alleen bij de vroegere verantwoordelijken in de tekortlanden. De regeringen in de andere eurolanden dragen ook een zware verantwoordelijkheid. Zij hebben landen binnen de eurozone gehaald, waarvan al bekend was dat de economische en financiële basis heel anders was opgebouwd. Zo is bijvoorbeeld
de industrialisatiegraad in de huidige tekortlanden al een eeuw lang veel lager dan in de Noordelijke landen. Dus ging het om geo-politieke belangen.

Het oorspronkelijke EMU ontwerp voor het verdrag van Maastricht beperkte de eurozone tot Duitsland, Frankrijk, Benelux en Denemarken. Bedoeld was een monetaire unie op 2 snelheden
in te stellen. Bedrijven en lobby’s van ondernemersverenigingen aasden op een veel grotere eurozone. Voor bedrijven met hun basis in Zuid Europa om goedkoper te kunnen lenen op de kapitaalmarkt. Andere bedrijven met grote handelsbelangen binnen Europa, ijverden
om de extra kosten en risico’s op wisselkoersverschillen te verkleinen.
Onder die zware druk werd de eurozone door de regeringsleiders sterk uitgebreid.

De uitbreiding van de EU in 2004 met 8 Midden Europese landen markeert een omslag in de politieke doelstelling van de EU. De beleden economische integratie is sinds de inlijving van Oost Duitsland ingewisseld voor geopolitieke uitbreiding. De toegevoegde Midden Europese landen zijn stuk voor stuk voormalige koloniën die Duitsland en Oostenrijk in de vorige eeuw ontvallen zijn.

Tegelijkertijd is dit een terugvallen op de Koude Oorlog. Herbevestigd door de verdere uitbreiding ten koste van de Russische invloedssfeer in 2007. Opgevolgd door het politiek trekken aan de Oekraïne, aangevuld met een handelsboycot en de militaire opbouw van de NAVO in de Baltische staten.

Voor de bevolking van de nieuwe EU landen betekende het vernietiging van de bestaande economische verhoudingen en hun sociale stelsel, daaronder de volkshuisvesting.

Na de ineenstorting van de Midden Europese staatsinstellingen dicteerde de Europese Unie ongunstige wisselkoersverhoudingen tot het Europees wisselkoers mechanisme, de latere Euro. Daarmee werd in die landen een lager loonkosten nivo vastgelegd dan dat in West Europa. Bijgevolg werd de bevolking daar als loondrukker ingezet, allereerst in Duitsland en Oostenrijk.

Nog vóór dat in 1999 de girale euro werd ingevoerd, daalde de rente voor staatsleningen
van de latere tekortlanden al tot een nivo even boven dat voor Duitsland.
Daarmee kwamen naast de overheden ook de bedrijven in de latere tekortlanden goedkoper
aan leningen op de internationale kapitaalmarkt.

Het gevolg is dat in die economieën -op grotere schaal dan ooit tevoren- op schuld werd gekocht en geïnvesteerd door de lokale bedrijven, overheden en banken. De import uit andere eurolanden nam sterk toe, gefinancierd vanuit die exportlanden. Dat leverde een financieringstekort op, opgebouwd door de banken, pensioenfondsen, verzekeringsmaatschappijen en andere geldschieters uit de overschotlanden. Bijvoorbeeld Ierland onderging een hoge economische groei, mede aangejaagd door ruime regelingen tot belastingontwijking en een explosieve groei van de financiële sector.

Tegelijkertijd neemt de omvang van de eigen handel vanuit de importlanden naar de andere exportlanden binnen de eurozone af. De loonmatiging in exportlanden zoals Duitsland en Nederland verscherpt deze scheve verhouding.

Daarmee groeit een oplopende onbalans tussen de zowel exporterende als financierende economieën in Noord-Europa en de sterk op schuld importerende economieën in Zuid-Europa. Dat hoeft geen enkel probleem op te leveren, zolang er binnen de eurozone politieke bereidheid bestaat om de eurozone als één staatkundige en politieke eenheid te zien. Maar precies die bereidheid is er niet.

grafiek

gedwongen verarming
Bij het instellen van de eurozone zijn landen opgenomen waarvan iedereen wist dat ze niet
aan de voorwaarden voldeden. Maximaal 60% staatsschuld ten opzichte van de lands-economie
en minder dan 3% begrotingstekort, zou de strikte norm zijn.

Bij het vaststellen van de waardebepaling van de oude valuta naar de euro is veel stuntwerk verricht. Bijvoorbeeld de Nederlandse gulden is welbewust 6% tot 10% ondergewaardeerd
de euro ingegaan om ten opzichte van andere eurolanden de loonkosten te verlagen.
(32. concurrentie positie 6)

In 2012 zouden Griekenland en Portugal hun munt (49. valuta) bijvoorbeeld met 30% tot 40% moeten devalueren ten opzichte van de euro. Spanje met 20%, Italië met 10% tot 15%. Dat kan alleen als deze landen uit de euro stappen Natuurlijk betekent zoiets verarming voor de bevolking ten opzichte van de bewoners van de overgebleven eurolanden. Maar ook waardevermindering op de bezittingen van bedrijven, banken en geldschieters. Dit laatste is de reden waarom een uittreden tot in 2012 niet gewenst wordt, zolang de kapitaalvlucht nog niet voltooid is.

Eind 2011 komt Bank Nomura met een rekenoefening voor het geval de eurozone uitelkaar zou vallen, voor de situatie in 2016, bij verondersteld gelijk gebleven waarde van de euro ten opzichte
van de USA dollar.

Griekse drachme -60%
Portugese escudo -50%
Spaanse peseta -35%
Italiaanse lire -30%
Belgische frank -25%

Zolang de tekortlanden de euro als munt houden, kunnen ze niet devalueren. Zijn dus gevangen binnen de euro. Binnen de heersende politiek-economische machtsverhoudingen gaan de regeringen van de tekortlanden dan over tot interne devaluatie. Dat betekent de bevolking tot verarming dwingen. Dus het levenspeil verlagen en snijden in alle sociale overheidsuitgaven.
Dit alles op de voorwaarden gesteld door IMF, de Europese Commissie en de ministers van Financiën in de eurozone.

Zij dicteren ontslagen, ongeldig verklaren van cao’s, ontslagverruiming, terugdringen van vaste arbeidscontracten, verlengen van werktijden, verlagen van uitkeringen, verhogen van de pensioenleeftijd, versoberen van de zorg, snijden in onderwijs, tot aan waarop nieuwe belasting geheven moet worden. Zo worden de nationale economieën van de tekortlanden om zeep geholpen. Zelfs al kan dat nooit het schuldenprobleem binnen de eurozone oplossen.

grafiek 62.16

monetaire financiering
In 2012 loopt de gevraagde rente voor staatsleningen van de tekortlanden sterk op.
Op zeker moment wordt van Griekenland 40% en van Portugal 17% geëist op 10jaarsleningen.
Ongekende woekerprijzen, er wordt goed verdiend aan het ineenstorten van zwakke economieën.

Daarop besluit de ECB tot geldverruiming en staat vanaf september 2012 de Griekse en Spaanse centrale bank toe om via het ECB noodloket kortlopend schuldpapier van commerciële banken
te accepteren opdat die weer schuldpapier van de nationale staat kunnen kopen. Een uitlokken van monetaire financiering via de achterdeur. Dat wil zeggen, er wordt nieuw geld geschapen,
de geldpers gaat aan.

Tezelfdertijd wordt zware druk op de Griekse regering gelegd door het inhouden van de al een halfjaar eerder toegezegde leningen van € 34.300 miljoen ter vervanging van aflopende eerdere leningen. Bedoeld om de eisen van de EU, ECB en IMF na te komen. Ook Spanje -dat huiverig is voor Europese inmenging- staat onder druk om wel steun aan te vragen bij de ESM.

Het effect is weer zoals eerder eind 2011 gebeurde: een razendsnelle ontvlechting doordat financiële instellingen in de tekortlanden de staatsschulden van de ‘eigen’ staat opkopen, gefinancierd door ECB. De banken en verzekeraars in de tekortlanden kunnen nauwelijks anders, omdat ze zwaar belegd hadden in nationale staatsschuld. Zodat, als de staat failliet gaat, ze toch al onherroepelijk worden meegezogen.

Zo wordt vooral buitenlandse financiële instellingen de kans gegeven hun risico snel te verkleinen. De overheden binnen de eurozone nemen dat risico indirekt van hen over. De financiële instellingen in de tekortlanden, de overheden daar en uiteindelijk de bevolking krijgen de zwarte piet toegespeeld.

Tegen het eind van 2012 is de Griekse regering opgedragen de laatste nog uitstaande staatsleningen terug te kopen. Voor 35% van de oorspronkelijke waarde. Daar is een slordige € 11.300 miljoen aan besteed. Daarna is de Griekse overheid financieel en politiek overgenomen door de andere Eurolanden, met de EFSF als curator.

Enkele hedgefunds houden in 2012 hun Griekse staatsleningen vast. Die leningen zijn op de 2e handsmarkt gekocht voor 13% van de oorspronkelijke waarde.
De opkopers speculeren erop over een aantal jaren terugbetaling voor de volle mep te kunnen afdwingen via een Amerikaanse rechtelijke uitspraak. Een ruim 7voudige opbrengst.

Om dezelfde reden kopen vanaf augustus 2012 Amerikaanse speculanten graag Portugese staatsleningen op.

Na het verplicht vrijwillig afschrijven van 70% op Griekse staatsleningen komen ook de gezondere economieën van Spanje en Italië ineens kapitaal tekort. De op papier beleden Europese eenheid breekt op door de tegengestelde nationale financiële belangen.

geen herstel
Het overgaan van de leningen van private geldschieters naar de publieke overheden van de overschotlanden, houdt de scheve handelsverhoudingen binnen de eurozone in stand.
De overschotlanden houden een overschot op èn de balans op de lopende rekening èn de balans op de kapitaalrekening. De tekortlanden op beide een tekort.

Met de ruim een miljoen miljoen euro’s aan laagrentende ECB leningen voor drie jaar (de LTRO’s) die in de banksector zijn gepompt, kon particulier kapitaal zich uit de tekortlanden terugtrekken. Ook het handelstekort van tekortlanden kan gedumpt worden bij de ECB als verplichting van de nationale centrale banken. (€ 1.100.000 miljoen in programma Target 2)
Daar staat echter een even grote claim van de overschotlanden tegenover.

Er wordt door de gezamenlijke eurolanden geen plan opgesteld om de economie in Griekenland, Ierland, Cyprus of Portugal op te bouwen. Bij krimpende economie en een schuld tot aan bijna twee keer de jaarlijkse economie -zoals voor Griekenland-, wordt dat een ieder jaar verder oplopende last.

voor de opgedrongen leningen betalen de tekortlanden begin 2011 een veel hogere rente
dan de hooguit 1,5% waarvoor het EFSF inkoopt:

Griekenland 5%, halverwege 2011 al verlaagd naar 4%
Ierland 5,8% tot 8%
Portugal 5,5% tot 6%
niks hulp,ook aan armoede wordt stevig verdiend

de Nederlandse regering rekent op een winst op uitstande leningen aan tekortlanden
via De Nederlandse Bank van € 813 miljoen in 2013 en € 877 miljoen in 2014
tekortlanden zijn de nieuwe wingewesten

De zware eisen tot terugbetaling van de noodleningen en de hoge rente die door het noodfonds EFSF en het IMF wordt geëist, gevoegd bij het terugtrekken van private investeringen maakt wederopbouw van de economie van de tekortlanden op eigen kracht onmogelijk.
Dus blijven deze landseconomieën afhankelijk van financieel infuus. De politieke en economische afhankelijkheid blijft in stand, ook als de gevraagde rente alsnog verlaagd wordt, de afbetaling verlengd, of de schuld kwijtgescholden.

loonpolitiek
Binnen een verenigd Europa zouden de overschotlanden in de eurozone binnenlands kunnen revalueren door de binnenlandse lonen te verhogen. Maar dat is tegen de gevestigde belangen
in de overschotlanden. De Europese Unie dient alleen het belang van kapitaalgroepen
die het in die landen voor het zeggen hebben.

Een kant van dat belang is het in stand houden van een overschot aan goedkope werkkrachten
om de te betalen lonen in de overschotlanden laag te houden. Opdat de opbrengst van de daarmee verhoogde produktiviteit naar de geldschieters blijft vloeien en niet moet worden afgegeven aan de werkenden. (3. loonachterstand)
Dit was altijd al het onuitgesproken doel van het veel geprezen vrije verkeer van personen binnen de EU. Daarvoor ook is destijds de EU ogenschijnlijk overhaast uitgebreid naar Midden Europa.
Daarom ook wordt er vanuit de EU geen economisch herstel programma voor de tekortlanden opgesteld.

conclusie:
onder dwang onttrekken van rijkdom is hetzelfde als koloniale uitbuiting

Binnen de eurozone heeft ondertussen in de overschotlanden een opeenhoping van kapitaal plaats. Op den duur levert dat een hoge inflatie op. De tekortlanden glijden weg in een spiraal van schulden en economische achteruitgang. Onvermijdelijk mondt de snelle verarming en politieke onvrede in zowel de tekortlanden als overschotlanden uit in verzet. Antipathie tussen de volkeren binnen de eurozone is al aangewakkerd. Nationalisme en neofascisme worden gevoed.

grafiek 62.17
kleine logo

8. federatief Europa is uithollen arbeidsvoorwaarden

De ECB, Europese Commissie en IMF komen met de demagogische bezweringsformule
dat de mensen in de tekortlanden hun economie moeten laten groeien.
Een schandelijke omkering.
Economie is het middel om mensen een beter leven te bezorgen.

Niet de Grieken, Ieren, Portugezen of Spanjaarden hebben hun economieën naar de knoppen geholpen. Speculatie en koloniale overheersing vanuit de overschotlanden hebben langjarig wanbeleid van de beslissers in die landen uitgebaat voor eigen doelstelling.

concurrentiepact
Duitsland is in omvang en ideologisch de bepalende economie binnen de eurozone. Zeker in financieel opzicht. Dus stelt de Duitse regering in maart 2011 voor om de arbeidsverhoudingen en overige sociaal-economische politiek binnen de EU te standaardiseren naar de eigen voorkeur. Tegelijkertijd is dit de Duitse voorwaarde tot het nog langer in stand houden van de eurozone met de huidige landen. Griekenland en Ierland krijgen dit pakket als eerste opgelegd. Met als enige alternatief uittreden uit de euro met onbekende omvang
van de gevolgen. (58.-1. Griekse tragedie)

Duits concurrentiepact = loonkostenverlaging

lonen matigen
ontslagbescherming afbreken
verbindendverklaring cao’s opheffen
prijscompensatie in België en Portugal verboden
vakbondsrechten ingeperkt bij cao onderhandelingen
pensioenleeftijd verhogen
belastingstelsels harmoniseren
begroting- en staatsschuld regels opnemen in wetgeving
unificeren van statistieken

De Duitse eis tot dwingende naleving van het stabiliteits- en begrotingspact van de europese munt unie is zeldzaam hypocriet. Want uitgerekend Duitsland overtrad het schromelijk in 2005, maar werd daarvoor nooit gestraft omdat geen enkel land dat aandurfde.

Het concurrentiepact:

  • ontkent principieel dat economie een middel is om aan de behoeften van de bevolking
    als geheel tegemoet te komen.
  • gaat volkomen voorbij aan de heel verschillende culturen en geheel verschillend opgebouwde economieën binnen de eurozone.
  • standaardiseert de levensvoorwaarden en daarmee de vooruitzichten en mogelijkheden
    van mensen.
  • is gericht op optimale benutting van het arbeidspotentieel binnen de eurozone.
  • is gericht op zo hoog mogelijk rendement op geïnvesteerd kapitaal.

coördinatiepact
Tegen het eind van 2011 lanceert de Europese Commissie een invulling aan de Duitse wens
tot politieke en economische coördinatie binnen Europa. Een verdere stap op weg naar een federatieve eurozone. Alles onder het voorwendsel dat anders de financiële markt daartoe dwingt. Het is maar waarvoor je het hoofd buigt. Een ingrijpende blauwdruk met als doel het gelijktrekken van de verschillende economische en culturele verschillen binnen de eurozone.
Eind 2012 is dit pact opnieuw op de proppen gekomen en in 2013 wordt het op de volgende Eurotoppen verder uitgewerkt.

De Europese Commissie wenst de bevoegdheid om gestandaardiseerde hervormingen van de arbeidsmarkt, versoberingen van voorzieningen en bezuinigingen op overheidsuitgaven af te dwingen.
Zonodig met sancties. Geen misverstand daarbij: met lagere overheidsuitgaven wordt
altijd belastingverlaging bedoeld, in eerste instantie voor bedrijfsleven en geldschieters.

plan tot normeren en dwingend ingrijpen
in het nationaal economisch beleid onder coördinatie van de Europese Unie bij:

staatsschuld boven 60% van het bbp
schuld private sector boven 160% van het bbp
huizenprijzen stijging met 6% of meer boven de inflatie
privaat krediet verandering met 15% of meer
werkloosheid hoger dan 10% vergeleken met vorige 3 jaren
reël effectieve wisselkoers daalt of stijgt met meer dan 3% over 3 jaar
arbeidskosten wijzigen met meer dan 9% over 3 jaar
marktaandeel export minder dan 6% wijziging over 5 jaar
netto investeringen minder dan 35% van het bbp
lopende rekening handelsoverschot moet onder de 6% blijven


gewenste volgorde: 1 alarm, 2 procedure, 3 sancties.
In de praktijk betekent dit altijd ingrijpen in de lonen en arbeidsvoorwaarden

propaganda
De begeleidende propaganda luidt dat zulke regelgeving de economische onevenwichtigheden binnen de eurozone gelijk zal trekken. Het zou het concurrentiepotentieel van de tekortlanden vergroten, zodat het groeipotententieel van de betrokken economieën toeneemt.
Daarmee zouden meer en betere banen tot stand komen.

Hoe dit te rijmen is met de feitelijke ontregeling van hele economieën en het verpauperen
van de bevolking, blijft altijd de grote mystificatie in de neoliberale ideologie:
alleen het eigenbelang van geldschieters telt, vertaald in financiële statistieken.
Ondersteund door iedereen die zich optrekt aan die belangen.

krimp in 4 jaar van de economie vergeleken van eind 2009 met eind 2012:

Griekenland, nog iets meer dan 2/3e over
Ierland, nog 3/4 over
Spanje, nog maar 5/6e over

Opmerkelijk is dat Engeland, Zweden, Finland, Tsjechië en Denemarken al diverse uitzonderingen op de Unie bepalingen zijn toegekend. Het coördinatiepact geldt daardoor alleen voor eurolanden en nog niet eens allemaal.

bankenunie
Op een onbewaakt ogenblik komen in september 2012 de Europese ministers van Financiën halsoverkop tot het besluit dat:
  1. toezicht op het bankwezen binnen de EU aan het ECB moet overgedragen
  2. er een europees depositogarantiestelsel moet komen en
  3. een gecoördineerde afhandeling van omgevallen banken

De gebruikte argumenten zijn:

  • dat de eurocrisis een bankencrisis is en dat bij herstructurering van de banken Europees steungeld is gebruikt;
  • daarom binnen Europa een centraal in plaats van nationaal toezicht op banken nodig is.
volgens het Nederlands CPB is de euro schuldencrisis oplosbaar met het opgeven
van de nationale autonomie op:

bankentoezicht
noodfonds
depositogarantiestelsel
aangevuld met:           preventief begrotingstoezicht

waarom Europees centralisme een verbetering betekent, blijft onduidelijk het is een koloniaal vooroordeel:
in Nederland zijn kortgeleden Fortis, DSB, Van der Hoop omgevallen en ING bijna,
in Duitsland vielen HRE en West LB om, Commerzbank nog net niet.

en hoe dwing je een land de begroting te verlagen?
met boetes die het probleem verzwaren?

De grote banken binnen de EU lobbyen stevig tegen een scheiding van de nuts- of spaarbank
van handelsbank activiteiten -het handelen voor eigen rekening-. Deze scheiding is in Engeland
en USA wel doorgevoerd. Tweederde van de eurobanken combineert handelsbank en nutsbank activiteiten en wil dat vooral zo houden omdat ze te weinig spaargeld in beheer hebben om hun andere avonturen mee te financieren.

In december 2012 komt de Europese Commissie met plannen voor een Europees banken toezicht door de ECB vanaf maart 2014. Inclusief een regeling voor op de been houden van omgevallen banken met financiering door de ESM. Van een deposito garantie regeling komt het nog niet.

Eén en ander moet uiteindelijk uitmonden in een politiek-economische unie, in de vorm van nauwe economische samenwerking en een belastingunie waar de lidstaten zich contractueel aan dienen te verbinden. Voor de niet-eurolanden binnen de EU is niets geregeld. Engeland doet alvast helemaal niet mee, terwijl in Londen 30% van de Europese bankenactiviteit is gebundeld.
Zo’n niet sluitende regeling vraagt om ontduiking.

binnen de EU zijn er 6800 banken geteld,
met balanstotaal € 43.000.000 miljoen
binnen de eurozone zijn er 5600 banken actief,
met balanstotaal € 33.000.000 miljoen

onder ECB controle komen per euroland:
alle banken met meer dan € 30.000 miljoen balanstotaal
de 3 grootste banken per land moeten rapporteren aan ECB
en alle banken met balanstotaal groter dan 20% van de landseconomie
vanaf € 5.000 miljoen tot € 30.000 miljoen balanstotaal

ECB toezicht moet maart 2014 ingaan voor de 170 grootste banken binnen Europa
ECB belooft monetair beleid en toezicht strikt gescheiden te houden

Met een bankenunie op grond van de oneindige ESM garanties worden nieuwe ongelukken door roekeloos financieren nooit voorkomen. Het leidt enkel tot centraal toezicht en normeren
van het cijferwerk. Daarmee houdt het ook op. Want het systeem faalt meteen zodra er meerdere grote banken omvallen. Bovendien, banken weigeren zelf bij te dragen aan een steunfonds en al helemaal aan een garantiefonds voor spaargelden.
Weliswaar is het zo dat de nationale toezichthouders elkaar geen informatie doorspelen, zoals bijvoorbeeld bleek bij het omvallen van Landsbanki, Fortis en Dexia. Maar, dat banken die ieder overheidsingrijpen afwijzen zolang er winst uitgekeerd wordt, bij omvallen wel gesteund moeten worden door de overheid -en uiteindelijk de bevolking-, dat is een politieke systeemfout.
(58. krediet chaos)

conclusie:
concurrentiepact is alleen interessant voor het
zwerfkapitaal dat zich
vrij over de landsgrenzen heen verplaatst naar waar het
hoogste rendement is te behalen.

De regeringen ontwerpen op europees nivo vele regelingen in het voordeel van financiële instellingen en tot verlaging van loonkosten. Niets over opbouw van zwakkere economieën
om het levenspeil binnen de eurozone op te trekken.

grafiek 62.18
kleine logo

9. politiek in belang van de bevolking

verenigd Europa
Europese samenwerking, uitmondend in een groeipact. Binnen een verenigd Europa
heeft versterking van de economische ontwikkeling van de tekortlanden hoge prioriteit.
Een oude reclametekst. Maar economische steun om het levenspeil van de bevolking
in die landen op een hoger plan te brengen, daar wordt niet aan gewerkt. Alles wordt
overgelaten aan het particulier initiatief. Hoe dat uitpakt, is te zien aan de toestand
van de huidige tekortlanden. Het heeft geresulteerd in hun financiële ondergang en afhankelijkheid.

Op de Eurotoppen blijft het bij de ideologische rim-ram dat ieder land zelf de economische problemen moet en kan oplossen. De opgelegde voorwaarden van de Europese Commissie,
de ECB en IMF zorgen ervoor dat de tekortlanden daar nooit meer uitkomen. De financiële sector is met waanzinnig kostbare kunstgrepen overeind gehouden. In deze opstelling komt voorlopig ook geen verandering. Want de binnenlandse politiek in Duitsland, Frankrijk -en Nederland-
is er een van koloniale superioriteit, van politieke overheersing en economische onderwerping
ten aanzien van de bevolking in de tekortlanden.

Er is geen bereidheid om met de Grieken, Ieren, Portugezen en Spanjaarden hun economieën
te versterken. De rente moet betaald worden, de opgelegde hervormingen doorgevoerd. Punt.

Toch is een beleid in het belang van de bevolking helemaal niet moeilijk te bedenken.

staatsgarantie stoppen
Na 2008 zijn er nog steeds geen maatregelen genomen om te voorkomen dat in de toekomst
weer hele economieën meegezogen worden in roekeloze bankavonturen. Terwijl het absoluut noodzakelijk is dat staatsoverheden niet meer garant staan voor de bankavonturen van instellingen die alleen georiënteerd zijn op winstmaximalisatie. Daarbij iedere maatschappelijke verantwoording afwijzen.

Er moet minstens een scheiding komen tussen de spaarbankfunctie
-met mogelijk de betaalfunctie- en de handel van de banken voor eigen rekening.
In de Engelse en Amerikaanse regelgeving is of wordt daarin wel voorzien.
In Europa en Nederland niet.

Uiteraard wordt zo’n regelgeving vanuit de banken gesaboteerd. Het echte probleem binnen de eurozone is dus dat regeringen -van welke politieke kleur dan ook- de oren naar de wensen van die banken laten hangen.

machtsverhoudingen binnen de eurozone, stand december 2012:

Griekenland, Portugal, Ierland, Spanje, Italië en Cyprus zitten op de strafbank.
België en Frankrijk zijn monddood gemaakt.
Estland, Slowakije, Slovenië, Luxemburg en Malta zijn niet relevant.

Nederland, Finland, Oostenrijk en vooral Duitsland maken de dienst uit.

kapitaalbeperkingen
De open economie met vrij verkeer van kapitaal, maakt dat een overheid geen enkele greep meer heeft op investeringen, behalve dan wat zij zelf doet. De omvang van particuliere investeringen
en waarin die gedaan worden, hebben plaats buiten iedere behoefte van de bevolking en buiten iedere planmatigheid om.

Het zwerfkapitaal komt binnen, op grond van verwacht rendement. Na vergelijking tot de mogelijkheden in andere landen, andere veel belovende sectoren en tot andere beleggingen,
zoals aandelen, grondstoffenspeculatie, obligaties, valutahandel of vastgoed. Het één is inwisselbaar voor het ander. Zulke investeringen drijven de prijs op op een deelterrein van de economie, totdat de zeepbel barst. Of omdat er zich een ander lucratiever handeltje voordoet.
Het kapitaal trekt zich dan weer terug en laat een ontregelde economie achter. (58. kapitaal chaos)

Zo ging het met de speculatie in staatsobligaties in Griekenland, Portugal en Spanje. Of met het oppompen van de bank- en vastgoedsector in Ierland en Spanje. De economieën zijn ontregeld, miljoenen mensen tot verpaupering gebracht. Een groot deel van het kapitaal is het land uitgesluisd. Geldschieters zijn vrijgesteld van bijdrage aan wederopbouw van de economie.

Zulke verwoestende speculantie tegengaan en verplichten tot verantwoordelijkheid tegenover
de bevolking kan makkelijk. Door weer kapitaalbeperkingen in te voeren. Met dat regeringen dit weigeren te overwegen, tonen ze zich dienstbaar aan de belangen van geldschieters ten koste van de bevolking.

revaluatie
Landen die allebei in de eurozone zitten, kunnen niet ten opzichte van elkaar de waarde van hun munt wijzigen. De ene munt devalueert dan, de andere munt wordt relatief duurder in het eerste land. De bevolking verarmen kan weer wel en dat heet dan interne devaluatie. Binnen de eurozone hanteren de Europese regeringen dit als tussenoplossing.

Maar dan is het binnen ditzelfde model ook mogelijk dat de overschotlanden Duitsland en Nederland revalueren door de inkomens in Duitsland en Nederland te verhogen.
Daarmee worden de economische onevenwichtigheden binnen de eurozone verminderd zonder de bevolking in de tekortlanden tot de bedelstaf te brengen. Hogere lonen in de overschotlanden gaan niet ten koste van de werkenden en uitkeringsgerechtigden. Dat is pas een win-win situatie in het belang van de bevolking van alle eurolanden.

EFSF is in werking getreden op 9 mei 2010, werd een maand later achteraf geakkordeerd
door de ministers van Financiën.

De omvang van EFSF is € 790.000 miljoen.

Op 21 juli 2011 zijn de EFSF leningen aan Griekenland opgerekt van 15 jaar naar 30 jaar.
De gevraagde rente is verlaagd naar iets boven de leenrente die EFSF zelf moet betalen

Vanaf oktober 2011 staat EFSF garant voor een deel van de staatsleningen van tekortlanden.
Bovendien gaat EFSF particulier kapitaal aantrekken om de leencapaciteit
te verhogen tot ongeveer € 1.000.000 miljoen.

Vanaf december 2011 geeft EFSF obligaties uit met een looptijd van maximaal 12 maanden.

De leningen eind 2012 aan Cyprus en Spanje vallen niet onder noodsteun.

Na 30 juni 2013 is er geen beroep meer op EFSF mogelijk, ESM neemt alle taken over.

schuldsanering
In de hele eurozone wachten de beleidsmakers al jaren tot de tekorteconomieën groeien, omdat uit groei afbetaling van de schulden het minst ingrijpend is te betalen. Maar er komt geen groei, wel snelle krimp. Doordat een verarmende bevolking nu eenmaal minder kan besteden.
De zwaarste klap is dat particuliere financiers hun geld op grote schaal hebben weggesluisd en weigeren te herinvesteren. Wederopbouw van de economie van de tekortlanden is daarmee uitgesloten.

De hoge rente die het noodfonds EFSF en het IMF eisen, plus de korte termijn waarop moet zijn terugbetaald, maakt iedere vooruitgang onder de huidige voorwaarden onmogelijk.
De schuldenberg is zo groot dat het vele tientalle jaren zal kosten om terug te betalen. Ook al wordt de hele schuld kwijtgescholden, dan nog is de meeste Grieken, Portugezen en Ieren een Europese levensstandaard ontnomen.

De rente verlagen, de afbetalingstermijn verlengen -zoals voor Griekenland- de opgedrongen staatsschuld kwijtschelden, het is een halfslachtig begin. De economieën moeten ook weer opgebouwd worden. Daar is onvermijdelijk nog veel kapitaalsteun voor nodig.
Daarmee blijven deze landseconomieën permanent afhankelijk van financieel infuus.

Complicerend is dat per tekortland heel verschillende rente tarieven, aflostermijnen en hervormingsoekazes zijn opgelegd. Daarom onderhandelt bijvoorbeeld Ierland al in 2012
om de eind 2013 aflopende 5,8% leningen te vervangen door nieuwe leningen onder versoepelde voorwaarden zoals Griekenland die in november 2012 kreeg toegewezen.

belasting
Bij de maatregelen die zowel in tekortlanden als overschotlanden worden genomen, zitten ook belastingverhogingen. Opvallend is dat binnen de EU verhoging of zelfs invoering van de winstbelasting en dividendbelasting niet op de agenda staat. Op z’n best worden die belastingen zelfs verlaagd. Ondanks de oproepen dat alles en iedereen offers moet brengen in de crisis,
het geldt niet voor bedrijven en hun financiers.
Inplaats daarvan is er tussen de Europese landen sprake van belastingconcurrentie, waaronder een stelselmatige verlaging van winstbelasting voor bedrijven. In dertig jaar zijn de formele tarieven gehalveerd. Effectief wordt er vaak veel minder betaald.


belastingconcurrentie vennootschapsbelasting formeel tarief effectief effectief
in % 1982 1990 1998 2004 2005 2006 2007 2010 2011 2012
Nederland 48 34,5 34,5 34,5 31,5 30 25,5 25,5 25→15 25→5
Engeland 52 32 30 30 30 23
Belgie 34 33
Frankrijk 50 43 41 34,3 35 35
Duitsland 62 58 51 38,3 38 30
Oostenrijk 34
Spanje 35 30
Luxemburg 30,4
Finland 29
Zweden 28
Italie 37,25 28
Portugal 27,5 27
Denemarken 30 25
Griekenland 24
Ierland 12,5 12,5 12,5 9
EU 15 landen 50 45 37 29
nieuwe lidstaten EU mei 2004 30 19 15
Tsjechië 28 24
Slovenie 25
Polen 29 19
Slowakijë 19 19
Letland 15 15 15
Litauen 15 15 15
Hongarijë 16 15 15
Cyprus 15 10 10
Estland 26 →0 26 →0

Deze belastingconcurrentie is te doorbreken door in alle EU landen eenzelfde en hoger tarief in rekening te brengen. Daartoe is geen politieke bereidheid bij regeringsleiders. Hetzelfde geldt voor een tarief op kapitaalstromen, want dat wordt zwaar tegengewerkt door de financiële sector.

Niet alleen met de hoogte van de winstbelasting wordt geconcurreerd tussen EU landen.
Ook met vrijstellingen zoals voor royalty’s in Nederland en alle behalve dividendbelasting in Estland.

Veel stunts worden uitgehaald met verliescompensatie regelingen
en met voor jaren vastgelegde overeenkomsten tussen bedrijven en belastingdiensten.
In sommige landen kunnen reders kiezen tussen winstbelasting,
of belasting over het laadvermogen van hun schepen. (63. belastingparadijs)

Onder het mom van werkgelegenheidsbeleid worden bedrijven uit buurlanden weggelokt met subsidies op investeringen of overname daarvan. Een concurrentie op winstsubsidie tussen
de EU landen. (42. werkgelegenheid)

Een andere onderlinge concurrentie is die op arbeidsvoorwaarden met als doel zo laag mogelijke loonkosten. Zo worden de lonen in Oost-Duitsland sinds 1989 op15% tot 20% onder die in
West-Duitsland gehouden. Nederland kent een lange traditie van loonmatiging.
Alles in het kader van een race naar de bodemlonen.
Net zoals de race naar het laagste belastingtarief,
en de race naar de hoogste winstsubsidie.

Het verhogen van de inkomstenbelasting voor topinkomens is een dankbaar media onderwerp. Door de vele aftrekposten en ontwijk mogelijkheden -al was het maar door van vestigingsland
te wisselen- blijft belasten van hoge inkomens een cosmetische maatregel, zolang EU landen geen gezamenlijke sluitende regeling invoeren om belastingontwijking te voorkomen. Directe, maar ook indirecte belasting verhogingen worden voornamelijk opgebracht door laagbetaalden.

eurobonds
Geredeneerd vanuit financieel technische modellen zijn de verschillen in rente op de staatsschulden binnen eurozone wel degelijk gelijk te trekken. Inplaats van dat ieder euroland eigen staatsleningen uitschrijft, komen er dan alleen nog euroleningen via de ECB uit te geven.
Dat stopt de kapitaalvlucht, zeker binnen de eurozone. Mogelijk stroomt ook buitenlands kapitaal terug naar de tekortlanden, omdat de plek van investeren niet meer terzake doet.
Maar zulke eurobonds verhogen wel de rente op staatsleningen voor de huidige overschotlanden.
En daarom komt het er niet van.

Een gierende inflatie van de euro vermindert op langere termijn vanzelf het schuldennivo.
Na de reusachtige geldschepping gaat dit ook onvermijdelijk gebeuren.
Maar bij hoge inflatie gaat ook spaargeld in rook op dus ook pensioenvoorzieningen.

schulden opzeggen
Een alternatief is dat tekortlanden de door de overschotlanden opgedrongen schulden
weigeren terug te betalen. Zoiets gebeurt wel vaker.

Vanaf 1990 is opzegging van de staatsschuld 120 keer voorgekomen.
In 19 gevallen heeft IMF de sanering van schulden bijgestaan, zoals in:
Argentinië, Rusland, Pakistan, Belize, Oekraïne en Paraguay

Grootschalige saneringen na eenzijdig opzeggen van staatsleningen:

Rusland 1991-1998
Mexico 1994-1995
Maleisië, Indonesië, Thailand 1997-1999
Brazilië 2002-2003
Argentinië 2005-2010

Een belangrijk verschil met de genoemde voorbeelden is dat daar ook de geldschieters inleverden. Omdat binnen de eurozone geldschieters voor een groot deel zijn uitgekocht, moet bij stoppen van terug- en afbetaling van de staatsschuld door tekortlanden alleen de eurobevolking daarop inleveren. Die schuld is hoe dan ook toch oninbaar binnen de eerste tien jaar.

Stel dat een tekortland binnen de eurozone de staatsschuld schrapt, stopt de ECB dan met het onbeperkt staatsobligaties opkopen? Wordt het betreffende land alsnog uit de euro gekieperd? Financieel heeft geen van beide zin, want de schuld is al oninbaar.
Onder toezicht van de EU plaatsen, brengt het geld ook niet terug. Al is zoiets voor de bevolking van het land rampzalig. Want bijvoorbeeld 17 jaar EU toezicht heeft Bosnië vergeleken met 1991 een verlaagd levenspeil en verstikkende burokratie opgeleverd.

Ook zelf uittreden uit de euro heeft weinig zin, de economie van het tekortland wordt er niet vanzelf mee opgebouwd en afhankelijkheid van de eurozone blijft.

Zolang de eurozone in stand blijft, komt het vroeg of laat toch tot een uitruil van kapitaal binnen de eurozone. Natuurlijk was het goedkoper geweest als de geldschieters niet waren uitgekocht. Alle Europese regeringen, van sociaal democraat tot rechtse rakkers, zijn schuldig aan deze oplichting.

conclusie:
Europese regeringen volgen een politiek
uitsluitend ten voordele van financiers,
in het nadeel van het gros van de bevolking

De Nederlandse aansprakelijkheid voor de Europese centrale bank ECB,
het noodfonds EFSF en het ESM dat vanaf juni 2013 het EFSF vervangt, is standaard 5,7%.
Omdat Griekenland, Ierland en Portugal zijn uitgevallen sinds ze aan het financieel infuus liggen,
is het Nederlandse aandeel verhoogd tot 6,12%.

Over de omvang van de Nederlandse aansprakelijkheid voor de EFSF risico’s worden heel verschillende opgaven gedaan. De regering houdt het garantieplafond eind 2011 op € 44.446 miljoen.
De algemene rekenkamer telt daar de bijbehorende rentegarantie bij op en komt op € 97.800 miljoen.

ESM gaat op papier € 500.000 miljoen groot zijn.De Nederlandse bijdrage aan ESM is vastgesteld op
€ 40.000 miljoen, waarvan in iedergeval 16% vol te storten uiterlijk 2014.
De overige 84% blijft verplicht garantievermogen.

Verder heeft Nederland via de centrale bank DNB een vordering van € 142.500 miljoen op het ECB liquiditeit feestprogramma Target 2.

kleine logo

10. in het kort

Wat bekend is geworden als eurocrisis, is veroorzaakt door speculatie tegen staatsleningen van eurolanden met een zwakkere economische basis dan de overige. Ongeacht wat de oorzaak van die kwetsbaarheid is. Opname in de eurozone heeft de kwetsbaarheid vergroot. De beoordelingen door ratingburo’s sturen niet zozeer de speculanten aan, maar manipuleren wel politici en andere beslissers. Bij het speculatiespel gaat het alleen om het behalen van winst.

Europese regeringen reageerden op de speculaties tegen staatsleningen met maatregelen die geafficheerd werden als steunprogramma’s voor de in problemen geraakte economieën.
In werkelijkheid is een programma gelanceerd waarmee beleggen in euroleningen alleen maar winst oplevert.

Buitenlandse financiële instellingen -in eerste instantie die gevestigd in de overschotlanden- werden daarmee beschermd tegen mogelijke verliezen door de onbeheersbare speculatiegolf. Speculatie zelf is niet onmogelijk gemaakt of voorkomen.

Als peildatum eind 2012 heeft het EFSF Griekenland, Ierland en Portugal
volgestopt met € 192.000 miljoen aan schulden.
De eurolanden hebben zelf nog eens € 53.000 miljoen in Griekenland gestopt.

Merkwaardig genoeg is in alle haast vergeten een controle instantie
op de besteding van beide bedragen in te stellen.

Het Nederlandse aandeel in deze opkoop beloopt ongeveer € 15.200 miljoen,
Dat komt op een met 4,2% verhoogde staatsschuld.
Meer dan € 900,- per inwoner.
Afgegeven garanties en de ECB leningen zijn daarbij nog niet meegerekend.

De mensen in de tekortlanden zijn in geen enkel opzicht geholpen. Grieken, Ieren en Portugezen moeten het gelag betalen. Zij moeten de kosten dragen voor de riante uitkoopregeling zoals vastgesteld door de Europese Commissie, de Europese regeringsleiders, ECB en IMF.
Spanjaarden zijn in eenzelfde malaise meegesleept. De bevolking in de tekortlanden verarmt in razend tempo, waardoor de economie krimpt. Daar bovenop is massaal kapitaal vrij gemaakt en weggesluisd naar het buitenland om iedere bijdrage aan wederopbouw van de getroffen economieën te ontlopen. Zo zijn hele economieën opgeofferd aan de grillen van het zwerfkapitaal. De bevolking blijft achter in een sterfhuis. Wie kan, zoek elders mogelijkheden een bestaan op te bouwen. Daarmee worden ze ingezet om de lonen binnen de EU laag te houden.

In de media is druk bediscussieerd of de euro zal voortbestaan of niet. Maar voortbestaan van
de euro is slechts een afgeleide. Waar het om draait is de snelle en omvangrijke overheveling
van welvaart van de hele Europese bevolking naar internationale financiers. Daarbij wordt ook
het levenspeil van de bevolking in de overschotlanden omlaag getrokken.

In Nederland is dezelfde overdracht door de laatste twee regeringen politiek verkocht met een nauwelijks weersproken propaganda voor drastisch terugdringen van staatsschuld en begrotingstekort. Terwijl daar gezien de lage rente op staatsleningen juist geen enkele reden toe is. Bovendien brengen de bezuinigingen, belastingverhogingen en loondruk de economie in recessie, wat weer nieuwe bezuinigingen oproept.

De voorwaarden die de tekortlanden zijn opgedrongen komen neer op een koloniale overheersing door de andere eurolanden. De centralistische plannen vanuit de Europese commissie en Duitsland betekenen een grote inbreuk op de bestaande sociale stelsels, ook in de overschotlanden. Arbeidsvoorwaarden en vakbondsrechten liggen onder vuur om internationaal opererende geldschieters te dienen met verlaging van de kosten op arbeid.

In 1993 vervielen de Europese binnengrenzen.
Destijds hoog geprezen als de vier Europese vrijheden:
vrij verkeer voor kapitaal, goederen, diensten en personen.

In feite een programma tot verlaging van de produktiekosten:
lagere kapitaalkosten, goedkopere grondstoffen,
goedkopere diensten en bovenal, lagere lonen.
Een race naar de bodem dus.

De regeringen van de Eurolanden houden zich bezig met macro economische cijfers en modellen, maar doen niets aan de wederopbouw van de zwakkere economieën om daar het levenspeil op te trekken. De regeringen van de Eurolanden voeren onderling een race naar steeds lagere loonkosten. Ze concurreren elkaar de tent uit op belasting verlaging voor bedrijven en verslechtering van arbeidsvoorwaarden. (61. bestaansminimum)

De enigen die voordeel hebben bij dit alles zijn de financiers die geen enkele verantwoordelijkheid nemen voor welke bevolking dan ook en zo de hoogste rendement vooruitzichten voor het uitkiezen hebben. Onvermijdelijk mondt de verpaupering in de tekortlanden uit in scherpe politieke onvrede en verzet.

conclusie:
wat doorgaat voor eurocrisis is een schuldencrisis,
het maskeert een programma van
razendsnel uithollen van de sociale stelsels binnen de eurozone,
verlaging van de arbeidsvoorwaarden en het levenspeil,
gevolgd door
hoge werkloosheid en verdere verpaupering

ga door naar: (61. op naar het bestaansminimum)
jan 13

kleine logo