rendement van de Nederlandse economie 14
Om aan te geven hoe winstgevend het bedrijfsleven is van jaar op jaar, wordt de winst
van alle bedrijven uitgedrukt als percentage van het bruto binnenlands produkt
-bbp- van een land. Deze zogeheten winstquote moet volgens de vereniging van ondernemers
VNO-NCW altijd zo hoog mogelijk uitvallen. Hun geldschieters betalen ze voor die propaganda.
(31. winstquote)
Natuurlijk zijn er hoogtepunten, maar dieptepunten? Nou nee. De trendlijn over de afgelopen 28 jaar
geeft een sterk stijgende winstgevendheid aan. Geen verlies te bekennen.
Ook al wordt er in 2020 moord en brand geschreeuwd
over verliezen door de corona sluitingen. Een rendement van ruim 35 cent op € 1,- euro
blijft een royaal rendement. In 2021 zelfs nog hoger opgekrikt naar ruim 39 ct.
In het jaar 2022 met een inflatie in de Nederlandse berekening van 10%, of naar Europese
berekening zelfs 11,6%, is er een nog hoger rendement behaald van 39,4 ct op iedere € 1,-.
In 2023 nog steeds 37,4 ct.
brutowinst
De brutowinst cijfers overde laatste 27 jaar geven een scherp beeld dat het steeds winstgevender
is geworden om in en vanuit Nederland mensen aan het werk te zetten.
(30. opbrengst voor arbeid en kapitaal)
Bij brutowinst zijn de kapitaal- en loonkosten al betaald.
Uit die brutowinst moeten alleen nog de belastingen betaald worden. Wat daarna over blijft is
de pure netto winst.
Daaraan onttrekken aandeelhouders weer hun dividend en laten bij gezonde bedrijfsvoering ook
nog wat achter voor herinvesteringen.
Daarmee is brutowinst een goede maat om aan te geven hoe van de inspanning
van het personeel geprofiteerd wordt.
Geldschieters nemen een steeds grotere hap uit de opbrengst van de economie.
Door loonmatiging vanaf de 80er jaren, bezuinigingen op de publieke taken en het uitkleden
van sociale voorzieningen. Dit is geen eerlijke verdeling tussen arbeid en kapitaal.
(30 opbrengst van arbeid en kapitaal)
conclusie:
de loonruimte is er echt wel
daarvoor zijn harde loonakties nodig
In 2008 en 2009, na de onverantwoorde avonturen van de financiële instellingen,
kregen we een heftig media bombardement over ons heen. We moesten geloven dat we in
een zware economische crisis zouden zitten.
(58. krediet chaos)
Net zoals dat de regering eerder van 2003 op 2004 nadrukkelijk rond toeterde dat de economie
er zeer slecht voor stond, nadat de ondernemers vanaf 2001 volhielden dat hun winsten dreigden
te verdampen.
In 2012 en 2013 nog eens zo'n vertoning.
(62.loonkostenverlaging in Europa)
Wat was hier nu allemaal van waar? Als je naar de winstgevendheid kijkt, is het alle keren
theater geweest.
Over de periode van 2002 tot en met 2015 is de winstgevendheid bijzonder hoog geweest: bruto winst
van ruim 27 ct tot aan 38 ct op iedere € 1,- . Nooit verlies.
Dus waar hebben we het over?
In 2007 heeft het bruto rendement gepiekt op de grote hoogte van 41,8%.
Irreëel om te verwachten dat zo’n nivo blijvend zou zijn. De 31% daarna in 2009 lag nog steeds
op hoog nivo.
Waarom dan toch steeds die rampspoed opvoeringen?
Het is opzettelijke misleiding om de lonen te matigen en hervormingen
en bezuinigingen als onvermijdelijk te verkopen.
opdat meer welvaart van werkenden naar geldschieters wordt
overgeheveld
Cijfers zeggen niets zonder het hele maatschappelijk verhaal. Hogere winsten gaan altijd ten koste
van verbetering van de levensomstandigheden voor de hele bevolking.
(LVII. winst stijgt, loon niet)
Een mens werkt wel om te leven, maar leeft niet om te werken voor anderen.
(LXX democratie)
Het gaat pas slecht met de winsten als er jarenlang verlies wordt gedraaid.
Maar in Nederland is daar de laatste 70 jaar absoluut geen sprake van geweest.
De ondernemingen behalen
onafgebroken een wel zeer royaal rendement.
Zelfs in sprookjes groeien de bomen niet tot in de hemel.
Toch, ondernemers, managers en al hun geldschieters, het zijn net hopeloos verwende kleuters.
Ze willen voor zichzelf altijd een nog groter deel van de welvaart.
Ook al gaat dat onvermijdelijk ten koste van de andere belanghebbenden in de economie:
de mensen die voor hen werken.
Om in 2011 alweer een netto rendement van ruim 37% mogelijk te maken, heeft de regering
de eigenaars en andere direkt belanghebbenden bij banken en verzekeringsmaatschappijen
in 2008 en 2009 een onvoorstelbaar grote gift gedaan.
Volgens de Algemene Rekenkamer is toen € 82.700 miljoen apart gezet
als staatssteun en -subsidies.
Daarnaast heeft de regering ter geruststelling van de geldschieters nogeens voor
€ 79.700 miljoen aan garanties op zich genomen. In totaal een kadootje van bijna € 10.000
per inwoner.
De al bestaande steunprogramma’s voor bedrijven en hun geldschieters niet eens meegerekend.
(58. kapitaalchaos)
Tezelfdertijd is de winstbelasting voor handige invullers verlaagd tot 5%.
Deze royale steun aan kapitaalverschaffers verhaalt de regering vanaf 2010 op de bevolking
in Nederland.
(63. belastingparadijs)
Van de hoogconjunctuur tussen 1997 en 2000 hebben cao afhankelijken ook al helemaal niets
in hun loonzakje teruggevonden. (5. loon & koopkracht)
De hoogconjunctuur van 2004 tot halverwege 2008 leverde weer geen compensatie op voor de loonoffers
van de voorgaande jaren. (44.-08. afgesloten cao’s)
Hebben we van al die topjaren dan helemaal niets over gehouden?
O zeker wel: een steeds stressiger leven.
Plus een toekomst die richting het bestaansminimum gaat.
(61. bestaansminimum)
conclusie:
iedere propaganda om alweer de cao lonen te matigen,
is bewijs van een diepe minachting voor werkende mensen
ga door naar:
(30. opbrengst voor arbeid en kapitaal)
april 2024 / april 2022