Vanaf januari 2011 zijn onderwijzers en leraren, rijksambtenaren, politieagenten,
militairen en de rechterlijke macht gestraft met een loonstop van 4 jaar.
Omdat de staatssteun aan de financiele sector kostbaar uitviel.
(58.-2. kredietchaos 7 jaar later)
In juli 2015 kreeg de regering de vakbonden CNV, CMHF en het Ambtenarencentrum zo gek om
een loonruimte akkoord te tekenen. Na 1700 dagen nullijn. Nee, nog geen cao. FNV,
met veel meer leden dan deze drie bonden samen, werd uitgesloten om dit akkoord mogelijk
te maken.
Ruim 600.000 werkenden, verdeeld over 7 verschillende cao’s zijn hier het slachtoffer van.
(43. het vakbondstientje)
Het lijkt wel mooi dat in 2015 en 2016 het loon omhoog gaat. Maar de overheid betaalt dat als werkgever
slechts ten dele. Het personeel wordt voor de gek gehouden. Het personeel betaalt de verhoogde koopkracht
voor een groot deel zelf, doordat het ten koste gaat van de eigen pensioenopbouw.
Dat betekent jaren later een stuk lagere uitkering bij pensionering.
De armoede is doorgeschoven naar de toekomst.
De cao’s mogen volgens dit akkoord in 2016 met 3% omhoog, waarbij bijna de helft daarvan betaald wordt door de pensioenpremie voor het ABP met 1,4% te verlagen. Daardoor kan het ABP niet anders dan de pensioenuitkeringen te gaan verlagen. Nog idioter is dat dus iedereen die recht heeft op een ABP pensioen mee moet betalen voor deze koehandel, bedoeld om de loonkosten voor de overheid te beperken. 2.800.000 mensen met rechten bij het ABP worden hiermee op hun pensioen gekort. Ruwweg volgens het onderstaande staatje:
pensioenverlaging | |
huidige leeftijd | pensioen |
65 jaar | -2% |
62 / 63 | -3% |
60 | -4% |
55 | -7% |
50 | -10% |
45 | -14% |
40 | -16% |
30 | -16% |
20 jaar | -16% |
bron: FNV |
Zoals het er nu uitziet, komen velen daar over een jaar of dertig pas goed achter.
conclusie:maar wordt opzettelijk in problemen gebracht
In september 2015 zijn inmiddels de cao’s voor rijksambtenaren en defensie al afgesloten
op basis van dit loonruimteakkoord. En het ABP bestuur is dan al akkoord gegaan
met deze ingreep.
de sigaar
Complicatie is dat de wettelijk noodzakelijke beleidsdekkingsgraad van het ABP zo laag staat
dat een herstelprogramma onontkoombaar is. De wijziging van de rekenrente
door de Nederlandse Bank maakt dit alleen maar erger.
(48-2. pensioenroof / 5. knoeien aan het
rekenrendement)
Vanaf april 2016 zal het ABP daardoor waarschijnlijk de premie moeten verhogen.
Weg beloofde koopkracht vooruitgang. Net nadat de pensioenopbouw is gekort.
Met het loonruimteakkoord zijn de mensen bij de overheid dubbel de sigaar.
overheid onbetrouwbare werkgever
Dit is de tweede keer in korte tijd dat de rijksoverheid het ABP pensioen aantast.
Om goede sier te maken met meer koopkracht op korte termijn, zonder dat de loonkosten
voor de overheid evenveel toenemen.
(48.-2. pensioenroof /10. misbruik pensioenpremie)
Gaat ook makkelijk, want die overheid zit zelf in het ABP bestuur.
De vakbonden CNV, CMHF en het Ambtenarencentrum, die ook in het bestuur zitten, steunen deze rooftocht.
Dit is helemaal tegen het belang in van de werkenden die ze heten te vertegenwoordigen.
Zij geven zomaar uitgesteld loon van werkenden weg. Nog even en het ABP pensioen stelt helemaal niets meer voor.
De maanden hiervoor heeft de regering heel lang geweigerd haar personeel de 0,8% vrijvallende pensioenpremie
uit te betalen. Vrijvallend doordat de pensioenwetgeving veranderde.
(48.-2. Pensioenroof / 4. lagere pensioenopbouw om loonkosten te verlagen)
Het VVD / PvdA kabinet probeerde zelfs -nogal brutaal- dit geld van het personeel uit te ruilen
tegen het inleveren van de arbeidsvoorwaarden door datzelfde personeel.
Zoals invoeren van demotie -de loonsverlaging voor ouderen-,
inleveren van ouderen regelingen en het afschaffen van de bovenwettelijke WW.
In 2012 is de ambtenarenstatus voor het uitvoerend en vooral het lager ingeschaald personeel al geschrapt.
Nog wel op initiatief van de niet-regeringspartijen D’66 en CDA.
Deze vernedering van het overheidspersoneel werd propagandistisch begeleid met meeslepende betogen over
de noodzaak tot een kleinere overheid te komen. Door overheidstaken te laten vallen,
zodat het daarvoor nodige personeel verdwijnt. Dat daarmee ook de dienstverlening
door de overheid aan burgers en de samenleving als geheel naar de knoppen gaat, werd onder de tafel geschoven.
Dus, waar het werkelijk om ging, was een dikke € 6.000.000.- te besparen in 4 jaar.
Snijden in arbeidsvoorwaarden is onderdeel daarvan.
van trendsetter naar trendvolger
Ooit was er een tijd dat een baan bij de overheid zekerheid gaf voor het leven.
Die tijd is definitief voorbij.
Ongeacht hun politieke kleur hebben regeringen graag gekort op de lonen van het overheidspersoneel.
Om daarmee de staatsuitgaven zo laag mogelijk te houden.
Met Bestek ’81 werden de salarissen van ambtenaren zomaar 3½ % achteruit gezet.
Deels uit gemakzucht, omdat het zo eenvoudig is om loyaal personeel onderuit te halen.
Een verder liggend doel was de bedrijven de politieke ruimte te geven tot winstverhoging ten koste
van het loon nivo in het hele land. Uiteindelijk werd dat in 1982 gerealiseerd met het Akkoord van Wassenaar.
(13. schade van het Akkoord van Wassenaar)
Zonder enige schaamte zadelden de regeringen Rutte 1 en 2 het eigen personeel op met een koopkrachtverlies van 12%, in vier jaar. Waarschijnlijk nog meer. Het gaat dan wel over één tiende van alle werkenden in Nederland. Met het tijdelijk ingehuurd personeel daarbij zelfs om één achtste. (5. loon en koopkracht).
verschraling van werk
Vooral op personeel in uitvoerende taken en de buitendienst is bezuinigd.
Daarmee is uiteraard ook de kwaliteit van het werk om zeep geholpen.
Sluiswachters, brandweerlieden, onderwijzers, politieagentes, kantonniers en douaniers
kregen een hogere werkdruk opgelegd. Ze worden nog in dienst gehouden totdat er een ondernemer
komt die beweert goedkoper te kunnen leveren door op hun arbeidsvoorwaarden te concurreren.
(59. concurrentie op arbeidsvoorwaarden)
Al heel veel functies bij de overheid zijn uitbesteed, of ondergebracht in uitzend- en payroll constructies.
Om in ieder geval de maatschappelijke verantwoordelijkheid voor dit personeel
te ontlopen. (61. bestaansminimum)
Ook de tweedeling op kantoor verscherpt zich.
Een tweedeling tussen de goedverdienende, zogeheten
‘hoger opgeleide’ projekthoppers, die zich graag op contract als externen laten inhuren en het
‘lager opgeleide’ werkvolk dat is teruggebracht tot helpdesk, in het verlengde
van geautomatiseerde systemen.
cao 2007- 2010
Eind april 2007 is na langdurig traineren door de minister en na vele akties bij diverse rijksdiensten een
nieuwe cao gesloten. In ondernemerskringen wordt schande gesproken over de vermeende riante
10,2% vooruitgang.
De werkelijkheid is dat de cao eindelijk eens koopkrachtwinst oplevert na jaren achterblijven,
waardoor een inhaalslag zeker op zijn plaats is. Al blijft het dan in 2007 bij niet meer dan 1,8%
Daarnaast geldt de cao voor 4 jaren. Eigenlijk onverantwoord,
omdat niemand kan weten hoe de inflatie in de drie komende jaren zich zal ontwikkelen.
Voor de cao afhankelijken is het daarmee een grote gok of deze cao nog wel koopkrachtvooruitgang
oplevert over de hele 4 jaar periode.
Het Rijk heeft ingeschat dat de inflatie over de hele periode uit zal komen op ergens tussen de 2% tot 2,5% per jaar. Daarmee blijven de uiteindelijke loonkosten voor het Rijk gelijk, komen hooguit 2% hoger uit. Zo heel erg royaal was de minister dus ook weer niet.
Eerder, in 2003 heeft de regering al eens een loonstop operatie opgestart.
Besloten werd dat de ambtenarensalarissen minstens 1% extra moesten achterblijven op de marktsector.
De cao eisen in de marktsector werden omlaag gemanipuleerd met een misleidende kampanje
over een economische krimp, die naar achteraf bleek, helemaal nooit heeft bestaan.
(29. 2 voorspelling of volksverlakkerij)
Daarmee blokkeerden ondernemers en regering tijdens de loononderhandelingen effectief iedere
compensatie voor het koopkrachtverlies, veroorzaakt door de in 2001 hoog opgelopen inflatie.
(47. sociaal akkoord 2004)
Sinds 1981 is bij de (semi-) overheid blijvend een lager cao loon uitbetaald dan in de markt sector. Het cao loon is bij de overheid hooguit gelijk opgegaan met de inflatie. Geen enkele vooruitgang dus. Het pensioenfonds ABP verwachtte in 2004 niet dat hierin de eerste 10 jaar nog verandering zou komen.
en bij de overheid gingen ze 2% achteruit.
Tussen 1980 en 2005 zijn de lonen in de markt nagenoeg verdubbeld,
bij de overheid kwam er maar 60% bij.
Vanaf 1981 is de overheid cao definitief trendvolger geworden.
Inplaats van voorbeeld gevend. In dat jaar voerde de CDA / VVD regering Bestek ’81 in.
De ambtenaren moesten loon inleveren om èn de overheidsuitgaven te verlagen èn in de marktsector
de lonen af te knijpen. Optrekken aan de arbeidsvoorwaarden in de ambtenaren cao was tot dan toe vaak
de inzet geweest bij andere cao onderhandelingen. Vandaar.
Ondanks zwaar verzet onder de bondsleden werden de lonen in één keer 3,5% achteruit gezet.
Bij een inflatie van 6,5% kwam dat uit op een koopkrachtverlies van 10%.
1954 wijziging in arbeidsvoorwaarden is ter goedkeuring aan een centrale commissie;
1980 stakingsverbod opgeheven;
1988 opgelegde arbeidsvoorwaarden worden onderhandelbaar;
2001 wachtgeldregeling afgeschaft, ambtenaren komen in de WW en ziektewet;
2012 initiatief van CDA & D’66: ontslagrecht wordt uitgekleed naar marktvoorwaarden