een nieuw kabinet, maar wie heeft de macht 51
staatsmacht
In ambtelijke rapporten van de ‘werkgroep begrotingsruimte’ en ‘studiegroep duurzame groei’,
wordt het beleid voor de volgende regering aangekondigd. Aansluitend krijgen de kiesverenigingen
in de toelichting voorgeschoteld welke thema’s zij in de verkiezingsstrijd tot maart 2017 moeten behandelen.
Na de komende verkiezingen wordt dan uitgemaakt wie dit voorgeschreven programma gaan uitvoeren.
Waar dit op slaat? Hoe dit kan?
In de parlementaire democratie heet het weliswaar dat regering en parlement de staatsmacht hebben.
Op papier, ja. Maar in de politiek is niets wat het lijkt.
De praktijk is dus even anders.
Hoe serieus de ambtelijke top het landelijk politiek bedrijf neemt, vertelt Jan Willem Oosterwijk in ESB,
januari 2006. Destijds was hij secretaris generaal van EZ en voorzitter van de Centrale Economische Commissie:
De omvang van de begroting moet niet meer door een kabinet of parlement worden vastgesteld.
De ambtelijke technocraten willen die ruimte zelf bepalen aan de hand van de modellen die het CPB hanteert.
Net zoals de kiesverenigingen dat al jaren als de enig juiste beoordeling
van de financieel economische realiteit aanvaarden. De vakcentrales ook nog niet zo lang geleden.
Zonder de politiek ideologische achtergrond van dat model te doorzien.
weinig grip
De wisselende prijs van levensmiddelen, grondstoffen en andere artikelen komt tot stand in een schemergebied
van grote en kleine tussenhandelaren. Met dwars daar doorheen internationaal opererende speculanten
die alleen geïnteresseerd zijn in voordeel behalen door niet de goederen, maar opties daarop te verhandelen.
(56. grondstoffen)
De grote, voor Nederland doorslaggevende economische beslissingen worden genomen door een onnoemelijk
aantal grote en kleine beslissers in binnen- en buitenland, die ieder zelf uitmaken om waar ook ter wereld
te investeren en ook waarin.
Wisselkoersen en financiële tarieven worden per dag vastgesteld door een select groepje bankhandelaren
dat niet geïnteresseerd is in de maatschappelijke konsekwenties van hun bezigheden.
(58.-2. krediet chaos 7 jaar later)
De energie voorziening in Nederland is in een vlaag van privatiseringsdrang geheel uit handen gegeven.
Geen enkele overheid heeft binnen een open economie echt grip op deze zaken. Sterker nog,
vanuit de neo-liberale ideologie is invloed van de overheid hierop grotendeels uitgebannen.
Tenzij het gaat om overheidssubsidies en het voorkomen van verliezen voor geldschieters.
(58. krediet chaos)
Overheden kunnen hooguit prijzen verlagen met subsidies of verhogen met accijns en belastingheffing.
In Indonesië en Saoedi Arabië worden de brandstofprijzen met een subsidiestelsel verlaagd.
In Nederland verdrievoudigd de uiteindelijke prijs van brandstof
voor particulier gebruik door belasting en accijnsheffing.
poldermodel
Waar een staatsmacht wel meer invloed op kan hebben, is een stelsel van wetten en rechtsspraak waarmee
het economisch eigendom juridisch wordt gegarandeerd, beveiligd
en belastingtechnisch in de watten gelegd.
(63. belastingparadijs)
Ook het regelen van de arbeidsverhoudingen is aan de overheid, al zitten daar enkele beperkingen aan.
Bijvoorbeeld waar het de arbeidsverhoudingen, lonen en sociale verzekeringen betreft,
kent Nederland een stelsel van drie spelers: de bedrijven, de regering en de vakbonden.
Onderling gaan deze drie steeds wisselende coalities aan om de ander in de wielen te rijden.
(47. sociaal akkoord)
In de media wordt dit meestal aangeduid als het poldermodel.
Toch neemt -vanuit de economische belangen gezien- dit beheersen door de overheid
van het arbeidspotentieel een centrale plaats in. De inrichting van het staatsstelsel
bepaalt namelijk grotendeels de kosten van de arbeid. Met een veelheid aan al dan niet
afdwingbare wetten kan de overheid een sociaalzekerheidsstelsel, een raamwerk van arbeidsvoorwaarden,
arbeidsrecht, zorg- en pensioenvoorzieningen in stand houden.
(52. plundering volksverzekeringen)
Maar een wet zegt nog niets over de naleving daarvan en ook niet over de wil die te handhaven.
Want er hangt een prijs aan. Daarom juist staan deze regelingen onder voortdurende politieke druk.
En zijn foute uitvoering, ontduiking, uitbuiting, oplichting
en fraude door bedrijfsleidingen aan de orde van de dag.
(17. stelen van het personeel)
buiten bereik
Zelfs op sommige overheidstaken hebben regering en parlement nauwelijks vat.
Zo zijn na de cosmetische bezuinigingen in de 80er jaren -de periode Lubbers-
vele overheidstaken ondergebracht in zelfstandige bestuursorganen, de ZBO’s.
Daarbij is over het algemeen nagelaten de controle op deze instellingen te regelen.
In 2013 opereerden er 118 landelijke waakhonden, buiten politie, OM, belastingdienst,
douane, marechaussee; buiten provinciale- en gemeentelijke diensten zoals milieu-;
bouw- en woningtoezicht; buiten marktpartijen van accountants en andere zelfregulerende organen.
Hieronder een lijstje van de bekendste ZBO’s in 2016, met tezamen ongeveer 14.000 personeelsleden:
De Nederlandse Bank
Voedsel en Warenautoriteit
Rijksdienst voor het Wegverkeer
Onderzoeksraad voor Veiligheid
Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Inspectie Leefomgeving en Transport
Autoriteit Financiële Markten
Autoriteit Consument en Markt
Inspectie voor de Gezondheidszorg
Nederlandse Zorgautoriteit
Autoriteit Persoonsgegevens
Commissariaat voor de Media
Op andere terreinen is bewust de politieke verantwoordelijkheid deels of geheel uit handen gegeven.
Denk aan het monetair beleid dat bij de ECB is terecht gekomen.
Het beleid rond de staatsfinanciën is afhankelijk verklaard van het door Duitsland doorgedrukte
Europese stabiliteitspact.
Als geopolitieke vazalstaat is het Nederlandse optreden naar het buitenland toe onderworpen aan die van de USA.
Voor bewapening en daarmee de mogelijke inzet van land- zee- en luchtmacht, geldt binnen het Navo verband
al 70 jaar hetzelfde.
En dan zijn er nog de vele Europese richtlijnen, waar de overheid zich naar wens achter kan verschuilen.
Om zich daar in andere gevallen weer decennialang aan te onttrekken, zoals bijvoorbeeld de richtlijn tot
gelijke beloning voor mannen èn vrouwen.
parlementaire onmacht
Organisatorisch en financieel kunnen parlementariërs nooit op tegen wat de ambtelijke organisatie hen
voorschotelt. Te weinig middelen en veel te weinig menselijke ondersteuning om dat te ontrafelen.
Belangrijker nog, bij vele parlementariërs ontbreekt het aan de ideologische bagage om politieke
weerstand te bieden tegen wat op ze afkomt. Om zich te concentreren op de hoofdlijnen, terwijl ze òf
bedolven worden onder een veelheid aan details òf die juist onthouden worden.
Dus laten zij zich makkelijk afleiden door incident gedreven zaken, met een vlucht naar persoonlijk profileren.
Als gevolg daarvan zijn hun kiesverenigingen in de aanloop naar verkiezingen vooral gericht op het werven
van meer zetels dan de concurrerende kiesverenigingen. En dus het bestrijden van elkaar.
Een media circus van vliegen vangen op bijzaken. Inplaats van in hoofdlijnen het verbeteren
van de levensvoorwaarden van de gehele bevolking na te streven.
minister is passant
Een minister mag dan wel voor een tijdje politiek verantwoordelijk zijn, op het ministerie is hij slechts
een passant. Helemaal afhankelijk van een ambtenarenapparaat dat er al veel langer zit en er zo z’n eigen mores
en belangen op na houdt.
De topambtenaren zijn de vakmensen, de professionals met eigen visies, die de informatie en diverse
uitgedokterde scenario’s kennen, en deze heel selectief kunnen doceren.
De verhouding tussen de politiek verantwoordelijke en dat apparaat kan daardoor verschillende hoofdvormen
aannemen:
1. een slaafse volgzaamheid van de minister als buitenstaander;
2. bij voorbaat grote onderlinge overeenstemming is mogelijk als de bewindspersoon
als vakminister uit dat apparaat zelf is voortgekomen;
3. of er ontstaat een halfslachtige, afwachtende, verstandhouding van wederzijds
geven en nemen;
4. wil de minister iets heel anders, dan moet hij zich van aanvang af omringen met
vertrouwelingen, adviseurs en spin doctors van buiten.
In dit laatste geval zal het apparaat zich geheel afzijdig opstellen,tot de volgende
passant aantreedt.
De ambtelijke werkgroep begrotingsruimte stelde in 2010 vóór de verkiezingen een lijst stelselwijzigingen vast,
die door de latere regeringsploeg in 2014 grotendeels bleek te zijn overgenomen en wettelijk vastgelegd.
Dit toont de inhoudelijke zwakheid van de politiek verantwoordelijke bewindspersonen.
Al helemaal voorzover deze vóór de verkiezingen nog voorgaven een heel andere politieke insteek
te vertegenwoordigen.
ambtenarij
Zo komen we terecht bij de macht van het ambtenaren apparaat. Met name van de topambtenaren,
die overigens na een ambtelijke carrière soepel verder hoppen naar functies buiten de overheid.
Vroeger noemden zij zich de Centraal Economisch Commissie. Tegenwoordig kleden de secretarissen generaal
van de kernministeries -aangevuld met CPB en DNB- zich met de namen ‘werkgroep begrotingsruimte’ en ‘studiegroep
duurzame groei’. Hoe sneller de regeringen wisselen, deste sterker staan deze ambtenaren en voeren dan hun beleid
op eigen houtje uit, zolang zij geen tegenstand ontmoeten.
De in de lente van 2016 voltooide ambtelijke beleidsstukken hebben niets met parlementaire macht te maken.
Wel met het verder inperken daarvan. Deze ambtenaren wensen te bepalen wat in grote lijnen de richting
en grenzen zijn van komende regeringen. Niet alleen de volgende regeringstermijn, maar ook nog vele jaren daarna.
In deze leidende nota’s zijn ideologische en beleidsmatige overeenkomsten vastgelegd zoals die werden afgetimmerd
tussen de ambtelijke toppen en de diverse belangengroepen van buiten de overheid.
opdracht aan de vorige regeringen Rutte 1 en 2 voor de periode tot 2017:
€ 45.000 tot € 51.000 miljoen snijden met:
AOW leeftijd verhogen
(48.-2. pensioenroof)
zorg stelsel ontregelen
afschaffen basisbeurs studenten
beperken WW uitkering
ontslagbescherming afbreken
uitkeringsgerechtigden inzetten als loondrukkers
(61. bestaansminimum)
jarenlange loonstop bij de overheid de zorg en het onderwijs
huren sociale sector verhogen
pensioenstelsel helemaal op de helling
(48.-3. pensioenroof)
alles draagt het stempel van de overeenkomsten tussen de ambtelijke top en de lobby
van bedrijven en geldschieters dit als aanvulling op de loonkosten verlaging die ze zelf bewerkstelligden
in hun strijd tegen de vakbonden en het onderuithalen van gemaakte afspraken
(47. sociaal akkoord)
lobbyisten
Daartoe hebben de diverse belangengroepen bijelkaar een leger ingezet van zo’n paar honderd betaalde
beroepslobbyisten. Zo organiseren zij borrels en seminars voor de te bewerken ambtenaren,
bestuurders en politici en voeren met gerichte gesprekken, nota’s, onderzoeksresultaten en media propaganda
een niet aflatende druk op het beleid.
Bij voortdurende herhaling weten beslissers op den duur niet beter dan dat de gewenste maatregelen
onvermijdelijk en onontkoombaar zijn.
Dit voorkoken en in de week leggen gebeurt zelden openlijk. Op ministerieel- en regeringsnivo
gaat het strikt geheim. Op ambtelijk nivo is het een kwestie van oude bekenden onder elkaar.
Deze praktijk van permanente inmenging wordt klakkeloos geaccepteerd door de politici,
die veronderstellen zelf de ware machthebbers te zijn.
Zo schreef de bankensector na 2008 zelf mee aan wetgeving waarvan het moet heten dat daarmee
de financiële sector is beknot. ING schreef in 2015 mee aan belastingwetgeving die haar achtergestelde
obligatiehouders € 350 miljoen per jaar oplevert. Trustkantoren schreven mee aan wetgeving
die belastingvoordelen opleveren door brievenbusfirma’s te gebruiken.
Bernard Wientjes -van de belangenvereniging van bedrijven VNO- toonde zich herhaaldelijk trots op
zijn makkelijke toegang tot de ministeries Economische Zaken, Sociale Zaken en Financiën,
om daarmee verlaging van loonkosten en belastingen te waarborgen. Hij beweerde altijd daarmee
het belang van het hele land te dienen.
Vermogende families hebben het in 2014 in geheim overleg met een regeringsdelegatie voor elkaar gekregen
een belastingkorting van 125% -of te wel 25% vergoeding- te krijgen op giften aan culturele instellingen.
Vanwege hun liefdadigheid om taken over te nemen van de terugtredende overheid.
Bij nieuwe belastingwetgeving schrijven de belastingadviseurs die voor internationaal opererende bedrijven
werken, daar vrolijk aan mee, in samenspraak met de belastingdienst.
(63. belasting paradijs)
Amerikaanse multinationals matigen het zich aan de Nederlandse overheid in 2016 de les
te lezen omdat misschien een deel van hun belastingvrijdom wordt aangetast. Met de bedreiging dat anders
het vestigingsklimaat in gevaar komt.
Ministers en parlementariërs hebben maar al te vaak een stevige binding met een belangengroep.
Of worden na afloop van hun politieke carrière ingehuurd om hun netwerk
te gebruiken. Ministers zijn vaak niet eens verkozen. Worden dan ingehuurd als techneut.
Daarnaast komen de volksvertegenwoordigers zelf voor een groot deel weer voort uit het ambtenarencorps.
Op het nivo van de lokale overheid is die overlap meer dan de helft.
opdrachten voor de regeringsformatie vanaf maart 2017
In 14 rapporten -totaal 974 pagina’s- ligt het volgend programma voor komende regeringen klaar.
Om stukje bij beetje door te drukken zodra de politieke omstandigheden daarvoor gunstig zijn.
Hier de hoofdpunten.
1
De studiegroep duurzame groei onder voorzitterschap van Maarten Camps
- secretaris-generaal van Economische Zaken- vindt dat het verdienvermogen van Nederland omhoog moet.
De opgesomde maatregelen zijn dus gericht op hoger rendement voor geldschieters,
niet op betere levensomstandigheden voor de bevolking.
Voor deze ene keer is loonmatiging niet het centrale speerpunt, al mogen de cao lonen echt niet meer
dan 0,3% boven de inflatie uitstijgen. Dat is € 110,- per jaar bij een modaal inkomen.
(40.-2 lonen matigen als maatschappelijke opdracht)
De maatregelen hakken er vooral in voor werkende mensen met een laag inkomen,
uitkeringsgerechtigden en gepensioneerden. Tot aan de verkiezingen wordt dat echter anders voorgesteld.
• inkomstenbelasting met 8% omlaag;
• winstbelasting met 8% omlaag naar 17%;
• alle btw naar 1 tarief, dus worden alle eerste levensbehoeften duurder;
• AOW’ers moeten belasting gaan betalen over hun pensioen uitkering;
• hypotheekrenteaftrek met 1% à 2% per jaar sneller omlaag ipv met 0,5%;
• bij vast arbeidscontract geen ontslagbescherming meer;
• mensen met flexcontracten iets meer rechten;
• zelfstandigenaftrek van € 7.300 per jaar afschaffen;
• zelfstandigen verplicht verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid;
• zelfstandigen opnemen in pensioenopbouw + belastingkorting op arbeid;
• pensioenstelsel individualiseren en ombouwen opdat inleg jongeren beter rendeert
(48.-3.pensioenroof);
• rekeningrijden met betaalkastjes en tolwegen inplaats van het openbaar vervoer
te verbeteren;
• op de zorg kan nog € 2.000 tot € 2.500 miljoen wegbezuinigd worden als daar een
betere bestemming voor is, zoals koopkracht verhoging.
2
De stuurgroep begrotingsruimte van dezelfde topambtenaren EZ, SZW, Financiën, CPB en DNB, nu onder
voorzitterschap van Manon Leijten -secretaris-generaal Financiën- stelt het beleid met de staatsfinanciën
als uitgangspunt.
De opdracht aan het kabinet om € 20.000 miljoen te bezuinigen is gehaald over 2013 tot 2017.
Totaal is er € 70.000 miljoen bezuinigd sinds 2010, meldt de stuurgroep.
De ambtenaren zijn hier zo tevreden over dat er voor 2017 tot 2021 nog even geen bezuinigingen nodig zijn.
Maar de economie blijft kwetsbaar, dus investeringen zijn niet toegestaan. Ook niet nu het geldlenen
zo goedkoop dat het de eerste 10 jaar nagenoeg
of geheel gratis is!
Bij de volgende opdrachten gaat het alweer niet om verbetering van
de bestaansvoorwaarden voor de bevolking in Nederland. In plaats daarvan het veiligstellen
van financiële doelen met de staatsfinanciën en in het verlengde daarvan hoger rendement
op particuliere ondernemingen. Alles verpakt in stukjes neo-liberale ideologie.
• het begrotingstekort moet naar 0%, ongeacht dat de EU een tekort
van 1% van het bbp toestaat, wat neerkomt op een verschil van € 7.000 miljoen;
• de staatsschuld moet onder de 60% van het bbp, ook al nemen de kosten
met herfinancieren snel af;
• in 2022 wordt een overschot op de staatsbegroting van 0,6% van het bbp gewenst,
dat moet apart gezet voor eventuele latere tegenvallers;
• de begroting moet voortaan meebewegen met de conjunctuur, dus meevallers mogen
nergens aan besteed worden, ze moeten de reserve voor moeilijker tijden spekken;
• voor alle nieuwe uitgaven moet eerst ergens anders bezuinigd worden.
In de parlementaire belastingdiskussie zijn de CPB modellen in relatie tot werkgelegenheid bepalend.
Helaas zijn die modellen gebaseerd op ideologie, niet op empirisch onderzoek.
CPB past haar modellen aan op basis van haar eigen beoordeling, stuurt daarmee de politieke diskussie:
Afhankelijk van het vertrouwen dat het CPB heeft in de consistentie van de politiek,
rekent ze zaken wel of niet mee.
Daarnaast is het CPB onderdeel van het ministerie EZ, waardoor
de uitkomsten zo nu en dan tevoren door de regering worden vastgesteld.
3
Het CPB heeft afzonderlijk nog een lijst opdrachten opgesteld voor de kiesverenigingen
en de komende regering.
Voor de verkiezingen in maart 2017 dienen de kiesverenigingen standpunten in te nemen en campagne
te gaan voeren op:
• opheffen van de verschillen tussen zzp en arbeid onder vast contract;
• hervorming van het belastingstelsel, daaronder verlaging van de winstbelasting;
• hervorming, dus verdere verschraling van het sociaal stelsel.
sociaalstelsel op de schop
Hervorming van het sociaal stelsel is vooral een stokpaardje van Maarten Camps,
vroeger secretaris generaal Sociale Zaken, en van de Algemene Nederlands Werkgevers Vereniging,
dat namens vele bedrijven de cao onderhandelingen doet.
Met hervorming wordt bedoeld het verder uithollen en uiteindelijk afschaffen van volksverzekeringen
zoals de AOW en werknemersverzekeringen zoals de WIA en WW.
(52. volksverzekeringen geplunderd)
Inplaats van deze verzekeringen komt er dan een minimum voorzieningenstelsel
op bijstandsnivo. Eventueel te verkopen als een voorschot op het basisinkomen.
(61. bestaansminimum)
Met bijstand als aalmoes zal daardoor het aantal werkende armen en hulpbehoevende ouderen
met miljoenen zal toenemen.
In de CPB modellen geldt deze opzettelijke verarming van mensen als gerechtvaardigde prikkel
om die mensen aan het werk te zetten en te houden, en zo de loonkosten te drukken.
Want, het op basis van ideologie opgesteld CPB model is zo, dat als de loonkosten dalen,
er vanzelf meer banen zullen komen.
(07. minder loon = minder werk)
Wij moeten dus geloven dat de hogere winst voor aandeelhouders en financiers die hiervan het gevolg is,
ten goede komt aan de hele bevolking van Nederland.
Na de verkiezingen moeten deze zaken direkt in een regeerakkoord worden vastgelegd,
anders komt er weer niets van terecht, stelt het CPB.
toeslagencircus
De volgende regering moet volgens het CPB hoognodig een besluit gaan nemen over het afschaffen van
het toeslagencircus Dat zal lastig zijn, maar zulke knopen doorhakken is de taak van politici,
zeggen de ambtenaren. Waarom?
Het rondpompen van belastinggeld met zorg- en huurtoeslag en het kind gebonden budget
-meer dan € 10.400 miljoen in 2013- is te fraude gevoelig en dat moet afgelopen zijn.
Aldus het CPB.
Dan is meteen het technisch probleem opgelost dat belastingen gebaseerd zijn op individueel inkomen
en de toeslagen op gezinsinkomen.
Het CPB erkent dat afschaffen van alleen al het kind gebonden budget tot een koopkrachtverlies
zal leiden van € 17.200 miljoen. Ook dat moet de regering dan maar oplossen.
4
DNB, bij monde van voorzitter Klaas Knot, legt extra nadruk op gewenste hervormingen:
• de huizenmarkt: hogere huren en snellere afbouw hypotheekrenteaftrek;
• de arbeidsmarkt op de schop zoals:
schrappen van betere rechten in vaste contracten dan bij tijdelijk werk,
het ontslagrecht opheffen en halveren van loondoorbetaling bij ziekte;
• helemaal omgooien van het pensioenstelsel
(48.-3. pensioenroof)
Eerder pleitte hij wel eens voor verhogen van de koopkracht om de economische groei te verhogen.
Maar alleen voor de werkenden, te betalen door dieper te snijden in het sociaal stelsel,
dus ten koste van kinderen, scholieren, ouderen en arbeidsongeschikten.
Natuurlijk zijn de topambtenaren het niet over alles eens. Bijvoorbeeld nog niet over hoe weer controle
te krijgen over de ZBO’s en op afstand gezette bedrijven door de ministeries.
Het probleem is slechts hoe de diverse ZBO’s dan worden verdeeld.
diktatuur van de neo-liberale politiek
De doelbewuste verarming van de bevolking en onderbesteding door de overheid ten behoeve
van hogere rendementen voor de financieel belanghebbenden wordt gewoon voortgezet.
De daarvoor door de ambtenaren gebruikte economische modellen zijn gebaseerd op
een neo-liberale ideologie.
Van deze theoretische modellen is echter nooit bewezen dat zij
de economische werkelijkheid volledig recht doen.
De gebruikte modellen rechtvaardigen daarentegen het allesoverheersend belang van geldschieters
in onze westerse maatschappij. De laatste halve eeuw zijn dit wel de dominante economische modellen geworden,
zoals die onderwezen worden op universiteiten en gebruikt binnen het overheidsapparaat.
Topambtenaren zijn na hun studie in de loop der jaren binnen de ministeries verder opgeleid
en geïndoctrineerd in, gescreend en geselecteerd op deze neo-liberale ideologie.
Daarmee is die ideologie ook bepalend geworden voor de grenzen van de politiek verantwoordelijke ministers,
staatssecretarissen en dus regering.
Met het planmatig laten circuleren van deze topambtenaren van het ene ministerie
naar het andere, is bovendien een elitaire nomenclatura opgebouwd, die zichzelf in stand houdt.
Daarmee is tegelijkertijd hun neo-liberale ideologie leidend geworden binnen
het gehele overheidsapparaat. Ongeacht of ministers en parlementariërs dat nu leuk vinden of niet.
Alexander Rinnooy Kan (ex vz VNO-NCW, ex l RvB ING, ex vz SER, lid D’66):
De politieke besluitvorming is zo ingewikkeld geworden, dat er moet worden gevreesd of landen
als de USA of Europa wel in staat zijn de triomf van het liberaal kapitalisme
over andere ideologieën te vieren.
fd 201214 special-9
conclusie:
ambtelijke opdrachten voor de komende regering zijn
strijdig met het belang van de bevolking:
snij neo-liberalen de pas af
Het politieke gevecht voor verbetering van de levensstandaard en de vooruitzichten
voor de bevolking blijft altijd noodzakelijk. Daarvoor is het nodig bovendien de ideologische strijd
aan te gaan op de universiteiten en binnen het ambtenarenapparaat.
Europese dimensie
Eenzelfde strijd om de politieke macht tussen het formeel gezag en de ambtenarij zoals in Nederland,
speelt ook op Europees nivo. De technocratische ambtelijke aanslag op de parlementaire democratie
is veel groter dan veelal beseft wordt.
Bijvoorbeeld in juni 2015 verkondigden de voorzitters van de Europese instellingen dat op financieel
en economisch overheidsbeleid -ter voltooiing van de Economische en Monetaire Unie-
voortaan de diverse nationale CPB’s de centrale bevoegdheid moeten krijgen,
inplaats van nationale regeringen en parlementen.
Volgens dit plan moet daartoe al in 2017 het besluit vallen om in alle EU landen het nationale
CPB -of wat daar op lijkt- grote bevoegdheden te geven in:
• bepalen van het nationale begrotingsbeleid;
• gelijk trekken van het economisch beleid van de EU landen;
• toezicht houden op het economisch concurrentie vermogen;
(32. concurrentievermogen)
• bewaken dat loonontwikkeling niet boven de productiviteit uitkomt.
Dus in feite permanente loonmatiging.
(62. loonkostenverlaging in Europa)
Met hun blauwdruk voor de Europese uitbouw zijn de ambtelijke technocraten uit op het doorvoeren
van een geleide loonpolitiek. Voor de Nederlandse vakbeweging is dat een terugvallen
naar de verhoudingen van vóór 1965.
(43.-1. staatsvakbond)
conclusie:
ondemocratische inperking van de vakbondsvrijheid staat op de loer
Lees hieronder over de eerdere opstelling van topambtenaren,
of ga door naar:
(40-2. lonen matigen als maatschappelijke opdracht)
nov. 16
een nieuw kabinet, maar wie heeft de macht 51
topambtenaren bepalen de marges van de regering
In de aanloop naar de verkiezingen in 2010 deden zich twee opmerkelijke dingen voor:
- Topambtenaren mogen bepalen waar bezuinigd kan worden en voor hoeveel.
- Kiesverenigingen onderwerpen hun plannen aan de beoordelingscriteria van ambtenaren.
1. Nog voordat de opdracht zonder enige maatschappelijke sturing formeel binnenkwam,
had de ambtelijke studiegroep begrotingsruimte alles al klaar liggen. Uiteraard zoals
de secretarissen-generaal al heel lang de kaders voor de regering willen stellen.
Daarbij stuurden de topambtenaren aan op stelselwijzigingen die door de politici òf niet herkend zijn,
òf stilzwijgend zijn geaccepteerd.
Zoals stelselwijzigingen in de zorg, het openbaar bestuur,
exploitatie van sociale woningbouw, in ontslag en werkloosheidregelingen, toelating tot onderwijs,
financiering van verkeer op de weg en het water; maar de aanschaf van de JSF
en de kosten van militaire bondgenootschappen werd niet ter diskussie gesteld,
evenmin als het woud aan belastingvrijstellingen.
Het voorgegeven motief voor de stelselwijzigingen was het doorvoeren van boekhoudkundige bezuiniging,
niet de verbetering van overheidsdiensten en helemaal niet de voorzieningen voor het gros
van de bevolking.
Toen de kiesverenigingen daarna in verkiezingstijd zonder uitzondering voor miljarden
aan bezuinigingen voorstelden, hadden de topambtenaren duidelijk de toon gezet.
2. De grootste kiesverenigingen onderwierpen zich vervolgens vrijwillig aan de triviale,
ambtelijk gestuurde cpb uitgangspunten en rekenmodellen. Sterker nog, die kiesverenigingen omarmden
het cpb oordeel als scheidsgericht. Ze ontleenden er hun gelijk aan en gebruikten het oordeel
om concurrerende kiesverenigingen belachelijk te maken. En hadden kennelijk niet in de gaten dat zo
de uitgangspunten van de topambtenaren klakkeloos werden aanvaard.
conclusie:
topambtenaren hebben het technokratisch kader gesteld
waarbinnen de komende regering zich mag bewegen,
de kiesverenigingen zijn daar vol ingestonken,
een beginselloze en gemakzuchtige regering wordt een snoepdoos voorgehouden.
Deze omdraaiing van de bestuurlijke aansturing is het gevolg van een opeenvolging van kort durende,
politiek zwakke coalitieregeringen, waardoor technokratisch ingestelde topambtenaren
van hun ministers sluipenderwijs veel ruimte kregen. En die dus ook grepen.
1. eerst zijn er verkiezingscampagnes
2. daarna worden de stembussen gevuld
3. vervolgens gaan kiesverenigingen onderhandelen
4. en daarbij is het de wet van de sterkste
vrij naar © Goscinny
Alleen een beginselloze bestuurder laat zich door topambtenaren of een studiegroep begrotingsruimte
aansturen.
Een aantal bezuinigingsopties van de studiegroep onder voorzitterschap van
de Thesaurier Generaal Ronald Gerritse, met topambtenaren van de ministeries
van Financiën, de Nederlandse Bank, Economische Zaken, Algemene Zaken,
Sociale Zaken, Volksgezondheid, Binnenlandse Zaken en het Centraal Plan Bureau
wonen
huursubsidie omlaag, koopkracht 2% tot 6% achteruit huurverhoging
in de niet geliberaliseerde sektor bij een inkomen hoger dan € 33.000
belasting op de woningcorporaties
uitkeringen voor 4 jaar ontkoppelen van loonstijging,
11% achterstand |
€ 2,5 mrd |
stelsel wijziging |
|
werkloosheid
ontslagvergoeding maximaal half jaarsalaris WW maximaal voor 1 jaar |
€ 0,9 mrd |
stelsel wijziging |
|
meer werkzoekenden
minimumloon 10% omlaag bijstandsuitkering 10% omlaag |
€ 4,0 mrd |
stelsel wijziging |
|
ziekenhuiszorg
eigen risico van € 150 naar € 775 |
€ 6,3 mrd |
stelsel wijziging |
|
verpleegzorg |
€ 4,0 mrd |
stelsel wijziging |
|
schrappen van bestuurslagen |
€ 4,2 mrd |
stelsel wijziging |
|
minder kindregelingen |
€ 1,8 mrd |
stelsel wijziging |
|
verslechtering kwaliteit en toegang onderwijs
klassen vergroten
snoeien in mbo studiepakketten
snoeien in het aantal VO vakken
leenstelsel in plaats van een basisbeurs
inkomens afhankelijke bijdrage van ouders
kinderaftrek boven 18 jaar afgeschaft |
€ 5,1 mrd |
stelsel wijziging |
|
minder innovatie- & onderzoek subsidie |
€ 0,4 mrd |
|
|
minder energie- & klimaatubsidies |
€ 0,4 mrd |
|
|
beprijzing auto-, spoor-, en waterwegen |
€ 1,7 mrd |
stelsel wijziging |
|
Totaal |
€ 31,3 mrd |
|
Kortom, koopkracht achteruit en meer werkzoekenden, zodat de lonen gedrukt worden.
Grotere armoede dus.
Lees hieronder over eerdere signalen dat topambtenaren beroepshalve menen de staat doelmatiger
te kunnen besturen.
of ga door naar: (40. verslaafd aan loonmatigen)
mei 10
een kabinet regeert, maar wie heeft de staatsmacht 51
PvdA buigt door
Begin april 2003 werd gestopt met het in elkaar flansen van een regering CDA / PvdA.
Het waarom werd verdoezeld. Toch hadden de partijen bijna alle eisen van de secretarissen-generaal
binnen het Centraal Economisch Comité CEC, CPB, de Nederlandse Bank,
werkgroepen van het Ministerie van Financiën, VVD en OESO naadloos overgenomen.
Dus: loonmatiging, €15 miljard bezuinigen en sluitende staatsbegroting in de toekomst.
O ja. En de ontkoppeling die niet zo mocht heten. Ontkoppeling van uitkeringen en lonen.
Grote Truc:
Uitkeringen mogen niet meer dan 1% per jaar stijgen,
ook al kan het koopkrachtverlies best hoger uitvallen.
Als de lonen nou ook maximaal 1% zouden stijgen per jaar,
dan bleef de koppeling in stand.
Maar zouden de lonen harder stijgen, dan werd er vanzelf ontkoppeld,
omdat de uitkeringen hoe dan ook maar 1% vooruit mogen gaan.
PvdA akkoord. CDA niet. Van CDA mochten de markt cao’s wel 1,5% of zelfs 2% vooruit,
vanwege de bijbehorende belasting inkomsten voor de staatsbegroting van €1 miljard.
En voor 2007 kwam de CEC op haar rekenkladje op een sluitende begroting uit.
De ambtenaren en trendvolgers?
Ja, hun lonen werden wel op 1% gehouden, want dat zijn onkosten in de staatsbegroting.
En dus koppelde CDA de uitkeringen aan de overheidssector.
De PvdA had liever de gevolgen van de 1% regeling voor zich uit geschoven.
Moest nu wel openlijk aan de marktsector koppelen.
En verloor zo zijn onderhandelingspositie.
Een raar verhaal? Nee hoor, op een onbewaakt moment in juni verklaart
minister De Geus van SZ dat de ontkoppeling van de uitkeringen niet zijn zaak is.
Wel die van de vakbonden en ondernemers:
als de markt cao’s bij of onder de +1% blijven, is er niets aan de hand.
Komen ze hoger uit, dan zijn zij ook verantwoordelijk voor de ontkoppeling.
PvdA eruit, Zalm erin
Omdat de PvdA alle wensen al geslikt had, kon ze ook geen bedreiging meer vormen voor eenzelfde verbond
van CDA / VVD met nagenoeg hetzelfde akkoord.
Dus loonmatiging, €15 miljard bezuinigen, sluitende staatsbegroting op termijn en de ontkoppeling.
Eind maart drong VNO-NCW nadrukkelijk aan op
‘meer economie, minder sociale zekerheid’,
en ‘minder rechtspositie’ voor het werkvolk.
Daar overheen riep de OESO -zoals gewoonlijk- op tot loonmatiging. Is er dan na 57 jaar
geen behoefte meer aan een PvdA in de regering,
die in ruil daarvoor de vakbeweging in toom houdt?
Nee, niet nodig.
Want de ondernemers worden niet bedriegd door de -naar eigen zeggen-
redelijkste vakbeweging van West Europa.
O, ja het is waar:
jarenlang hebben ze die vakcentrales een keurig plaatsje toegekend binnen de overlegeconomie.
En ook nog financieel in leven gehouden. Maar alleen om zo de arbeidsvoorwaarden te beheersen.
Met de sinds begin 2003 onvermijdelijke uitbreiding van de Europese Unie kan dat veel eenvoudiger.
Over een paar jaar wordt de arbeidsmarkt ineens met ttientallen miljoenen mensen verruimd.
Mensen die door hun aantal en omdat zij een zwakkere munt dan de Euro gewend zijn,
hier als loondrukker worden ingezet.
Door de ondernemers in Nederland.
Overaanbod op de arbeidsmarkt maakt de overlegeconomie verder overbodig.
(24. werkgevers en centraal akkoord)
wie staat er aan het roer
De vorige kongsi van CDA/VVD (Van Agt / Wiegel) eindigde in 1981 met een tekort van meer dan 10%
van het bbp op de staatsbegroting, een enorme staatsschuld dus.
Ook politiek verwante ondernemers hadden er een potje van gemaakt.
Enkele grote bedrijven waren failliet gegaan: OGEM, Scholten-Honig, Bruynzeel;
CLN, de voormalige Slavenburg Bank, stond op springen;
RSV was al eerder door ingrijpen van de staat in een niet te dempen subsidieput veranderd;
aanhoudend gebrek aan strategische oriëntatie bij de staatsdeelnemingen Fokker en Hoogovens.
Wie nam toen het politieke roer over?
Mis.
De nieuwe machthebbers waren de secretarissen-generaal van de ministeries, verenigd binnen de CEC.
Deze lieden dwongen loonsverlaging van 4% af voor het aan hen overgeleverd overheidspersoneel.
(36. cao overheid)
Aansluitend werd in de marktsector een overeenkomst tot loonstagnatie afgesloten
tussen ondernemers en de latere commissaris bij Koninklijke Olie, de heer Kok,
toen nog voorzitter van de FNV centrale.
(5. loon en inflatie)
Een solidariteitsoffer heette die operatie.
Dat was toen, nu ruim twintig jaar verder, is alles anders.
Mis.
Nog eind april 2002 eisten 13 secretarissen-generaal een nieuw platform voor politieke strategie.
Direkt onder de premier als dekmantel, zullen vijf van hen het beleid in handen krijgen.
Ook deze bestuurlijke technokraten waren de compromisvolle zoethouderij van Paars-2 beu.
Maar zoals dat gaat bij burokraten: ze voeren vooral een stammenstrijd vanuit hun eigen burchten.
Dus kunnen niet-verkokerde Nederlanders er geen heil van verwachten.
Toch, het zijn deze lieden die het staatsapparaat draaiend houden.
Daardoor bepalen zij bij politieke zwakte van de parlementaire organen de nationale gang van zaken
op hun deelterreinen. Die mogelijkheid deed zich al binnen een halfjaar voor,
toen de regering van CDA/VVD -aangevuld met enkele uitzendkrachten als minister- zichzelf verstrikte
in onbenulligheden.
In bananen republieken neemt vaak een deel van het leger de staatsmacht over,
doordat het de best georganiseerde staatsorganisatie is. Vanuit precies dezelfde motieven zijn
het in Nederland de beroepsburokraten die de macht aan zich trekken.
En weer, begin december 2004, grijpt de CEC in. Met een ongevraagd advies dringt ze bij de regering aan
op een hardere lijn om de resten van de verzorgingsstaat op te ruimen.
De centralistische CEC gruwt van de ruimte die SER en Stichting van de Arbeid is gelaten om
de arbeidsvrede te redden. (27. nieuwe cao ronde)
Niemand mag denken dat de economie de komende 40 jaar een ongestuurde ontwikkeling heeft.
Een recente CPB studie kon zo uitgelegd worden. Nee, er moeten snel offers gebracht worden.
Hoe dan ook. De gangmakers van de CEC zijn de secretarissen-generaal van EZ, Financiën en Soc.Z,
de president van DNB en de directeur van het CPB.
wie trekt aan de touwtjes
Opmerkelijk is dat ook de parlementaire partijen zelf zich toenemend afhankelijk maakten
van financieel-economische hobbyisten.
Om er een paar te noemen: Zalm, ex-directeur CPB en ex-minister van financiën onder Kok.
Bos was als ex-staatssecretaris financiën een leerling van Zalm, onder auspiciën
van Kok en belasting hobbyist Vermeend. Financiële technokraten hebben alle ruimte gekregen om de grenzen
van het mogelijke te bepalen. En de georganiseerde ondernemers.
Want wie coördineerde bij het CDA bijvoorbeeld het partijprogram 2002?
Jan Michiel Hessels, in zijn overige tijd bezoldigd netwerker voor het Rijksmuseum, ziekenhuis Haaglanden
en natuurlijk ook voor KBB/Vendex, Barnes & Noble, Fortis, Philips, Laurus, Euronext,
Heineken, Schiphol en het vroegere Vopak.
Wie doet de politieke strategie en selectie voor het CDA?
Herman Wijffels, in een vorig leven nog voorzitter van de Rabo Bank, inmiddels al jaren voorzitter
van de SER, dus spin in het web van de staatsdienst tot gladstrijken van de tegenstelling tussen kapitaal
en arbeid.
Het partijprogram voor 2003 van de VVD werd gecoördineerd door Piet Korteweg, ooit 10 jaar lang
Thesaurier bij Financiën, tot voor kort voorzitter van de beleggingsgroep Robeco,
huidig toezichthouder bij Pensioen- en Verzekeringskamer, Centraal Bureau Statistiek
en De Nederlandse Bank.
Bij de informatie duikt zowaar een vooraanstaand lid van de CEC als vertrouwenspersoon
van het CDA op. De gehechtheid van Rein Jan Hoekstra aan de bestaande overheidsinstellingen
is spreekwoordelijk. Groot geworden met verbeten Koude Oorlog propaganda gelooft hij hartstochtelijk
in de Geleide Democratie, inclusief het op voorhand uitsluiten van politiek andersdenkenden.
Als voorstander van werkkampen voor de opvoeding van probleem jongeren,
beschouwt hij zichzelf als maatschappelijk vooruitstrevend.
gebrek aan maatschappelijke oriëntatie
Het totaalbeeld is dat relatieve buitenstaanders met heel beperkte belangen en een zeer
beperkt wereldbeeld, alle ruimte krijgen om de raadsels van de parlementaire democratie aan te sturen.
Inhoudelijk en personeel.
Onvermijdelijk dat de Haagse compromissen tussen regenteske burokraten, macro-economische hobbyisten
en ondernemersnetwerken steeds verder afdrijven van de maatschappelijke realiteit.
Het zijn werelden apart.
Het resultaat is een overheid zonder maatschappelijke oriëntatie.
ga door naar: (40. loonmatiging als verslaving)
dec-04