Loon of winst, dat is binnen iedere arbeidsverhouding de fundamentele belangentegenstelling
tussen het personeel en de ondernemers, hun geldschieters, aandeelhouders en bedrijfsmanagers.
Dagelijks wordt er gebakkeleid over arbeidsvoorwaarden en de vergoeding van het personeel
voor de geleverde inzet. Dat zal ook altijd nodig blijven door de belangentegenstelling.
geen illusies
Het overgrote deel aan beslissers en managers handelt vanuit een cultuur dat personeel niets meer is
dan een produktiemiddel. Dus worden mensen gebruikt en gedumpt, net zoals dat wordt gedaan met machines,
kantoorruimte of een veestapel. Bovendien moet de bevolking zich permanent inzetbaar houden,
zo niet, geen eten.
(64. de kloof)
Het bedrijfsmanagement, de ondernemer, ook de instellingen van de overheid,
ontkennen iedere sociale binding met of verantwoordelijkheid voor het personeel.
Wet en contract zijn bepalend, verder niets. De Algemene Werkgevers Vereniging Nederland AWVN
stelt dat letterlijk zo in haar jaarstukken.
De mens is in onze samenleving verworden tot een kostenpost.
Een kostenpost die net als alle andere zo laag mogelijk wordt gehouden .
(40.-2. loonmatiging als maatschappelijke opdracht)
economisch model
Economen en internationale instellingen zoals IMF, OESO en Wereldbank verbazen zich
er sinds 2016 over dat in Nederland de lonen niet stijgen. Ook het Centraal Planbureau begrijpt het niet.
Al helemaal niet bij de hoogconjunctuur van de laatste jaren. De Nederlandse Bank geeft
daarbij nog eens aan dat het aandeel van de groeiende welvaart dat naar de werkenden gaat, al jarenlang
afneemt. Ook in tijden van hoge groei van de economie.
(30. opbrengst voor arbeid en kapitaal)
Lage koopkracht bij de bevolking betekent dat de mensen weinig te besteden hebben. Relatief verarmen. Dus blijven ook de investeringen voor afzet in eigen land op een laag nivo. Zo wordt onze nationale economie langzaam verder afgeknepen.
De economen bij de instellingen stellen dat er door de aantrekkende economie vanaf 2015 meer werk is gekomen.
En veronderstellen dat er minder aanbod van personeel zal zijn
en de lonen daarom wel vanzelf omhoog zullen gaan. De fout van dit soort economen is dat
zij uitgaan van een vrije markt model,
dat alleen in theorie kan bestaan. Dit model veronderstelt vrijwilligheid en gelijke informatie
bij zowel wie om geld verlegen zit evenveel als bij degeen die in ruil daarvoor arbeid eist.
omdat de beperkte uitgangspunten de bestaande machtsverhoudingen bevestigen.
De economen die deze theorieën uitdragen danken hun maatschappelijke positie
aan alweer diezelfde machtsverhoudingen.
prijs van de arbeid
De werkelijkheid zit heel anders in elkaar. Allereerst doordat die vrijwilligheid
en gelijke informatie zelden of nooit voorkomt. Veelal juist tegengewerkt wordt, achtergehouden
of verhinderd. Maar bovenal omdat in het dominante economisch model de politieke machtsverhoudingen
helemaal zijn weggelaten. Door deze beperkingen leven economen
van de dominante richting in een papieren werkelijkheid en begaan daarmee een grote misser.
Want de loonontwikkeling is nu eenmaal altijd afhankelijk van de politieke machtsverhoudingen.
En zolang die in het nadeel zijn van de werkenden, komt de beloning van de werkenden
steeds verder achter bij de verdeling van de groeiende welvaart.
(02. verdeling van de welvaart)
(03. loonachterstand in Nederland)
winst stijgt, loon niet
In de laatste twintig jaar is de winst van de bedrijven meer dan vervijfvoudigd.
(11. winst in Nederland)
Dus biedt onze economie meer dan genoeg ruimte voor hogere lonen.
Toch is dat er niet van gekomen. Alleen al in 2017 is de winst 9,5% hoger uitgekomen.
Op iedere euro omzet is 33 cent winst gemaakt.
(14. hoe winstgevend is de Nederlandse economie)
Terwijl de cao lonen slechts 1,5% vooruit gingen.
Maar doordat de inflatie op minstens 1,4% lag, bleef daarvan niets over voor meer koopkracht.
Geldschieters van over de hele wereld zijn er vandoor gegaan met de hele opbrengst van onze inspanningen.
(LVII. winst stijgt, loon niet)
en voorzieningen onbetaalbaar zijn, dat doet de winsten stijgen.
verhoogde werkdruk, vakantiedagen blijven staan, onbetaalde overuren,
onleefbare werkschema’s, normuren,
toeslagen voor nacht- en weekendwerk afgeschaft,
steeds meer tijdelijke banen, ten koste van vaste arbeidsverhoudingen,
wildgroei aan payroll, uitzend en buitenlandse detacheringscostructies,
steeds meer mini banen en nul-urencontracten,
loondispensatie, dus betaling onder het minimumloon is toegestaan,
systematische discriminatie van mensen met niet traditionele namen,
inzet van zwaar onderbetaalde migranten uit Midden Europa,
versobering van de pensioenen, verlaging van de sociale premies,
wegbezuinigde sociale voorzieningen,
zorg -net zoals het onderwijs- beknibbeld tot een sluitpost.
Dit mag zo niet doorgaan.
Door de stagnerende koopkracht gaat de binnenlandse economie achteruit.
De toekomst voor onze jongeren staat op het spel.
Onze samenleving wordt zo uitgehold.
Een echte vakbond gaat hierover de strijd aan.
Eist een veel groter deel van de groeiende welvaart op voor de werkenden.
Het al jaren hoge betalingsoverschot geeft op een andere manier aan dat het loonnivo uitzonderlijk
laag is. Vergeleken met de relevante buur- en buitenlanden is in Nederland
de arbeid te laag beprijsd.
Anders is het niet te verklaren waarom niet in datzelfde buitenland wordt geproduceerd,
-voor het overgrote deel binnen de EU- wat nu vanuit Nederland daarheen wordt geëxporteerd.
machtsverhoudingen
Dat de koopkracht stagneert bij groeiende winst, ligt aan de machtsverhoudingen.
Bedrijven en overheden zijn altijd uit op nog weer lagere loonkosten.
Daartoe drukken ze het personeel steeds weer in de verdediging.
Waar ze maar kunnen sturen ze aan op versobering, bezuiniging, efficiency slagen
en offers van het personeel om aan het werk te mogen blijven.
Onder aanhef van de meest bizarre smoezen zoals noodzakelijke vernieuwing,
modernisering of behoud van concurrentievermogen.
(32. concurrentievermogen)
Sluipend en veel geniepiger gaat het over de hele linie terugschroeven van het aantal vaste banen.
(65. zzp misbruikt)
Ontduiking van de cao afspraken en overtreden van arbeidswetten, het is vaste prik
in het wegtransport, op de zeevaart, in de schoonmaak en op scheepswerven.
Het verdienmodel in de tuinbouw is gebaseerd op uitbuiting van seizoenwerkers.
Niet alleen in de horeca werkt 70% van de mensen permanent op flex contract.
In de bouw en metaal gebeurt dat door inzet van gedetacheerde buitenlanders.
Supermarkten draaien voor 72% op jeugdloon
Sommige bedrijven weigeren domweg jarenlang cao’s af te sluiten, zodat ze de lonen
voor jongeren en nieuw personeel kunnen verlagen en arbeidsvoorwaarden stellen
naar willekeur van het management. Vooral winkelketens zijn daar berucht om.
Weer andere bedrijven dwingen een zwak staande OR een akkoord af,
zoals bij Jumbo en Action.
In de metaal zijn er iedere keer weer eerst akties nodig om met het management
in gesprek te komen over de arbeidsvoorwaarden.
Nog geniepiger is dat de centrale banken altijd sturen op inflatie, zodat door deze
opgeroepen geldontwaarding de loonkosten vanzelf ieder jaar afnemen.
(33. inflatie)
De cao onderhandelaars van het AWVN die namens de bedrijven optreden,
geven zelf aan dat ze zo op voorhand onvoorziene tegenvallers van het bedrijf op het personeel afwentelen.
Bij iedere cao onderhandeling moet die inflatie weer opnieuw gecompenseerd worden,
waardoor het zelden tot werkelijke vooruitgang in koopkracht komt.
(44-16 cao’s 2016)
Aanvullend blijft de overheid met wetgeving steeds weer gericht op loonmatiging
(62. loonkostenverlaging in europa).
Het maakt niets uit hoe de regering is samengesteld. (51.macht)
Verminderde winsten voor bedrijven en geldschieters worden verhaald op de hele bevolking
(58. kredietchaos).
Het is regeringsbeleid de lage lonensector te vergroten door uitkeringsgerechtigden als loondrukker in te zetten in onvolwaardige minibanen. (61. bestaansminimum).
Met de privatisering en vervolgens aanbesteding in het openbaar vervoer en de zorg is concurrentie op arbeidsvoorwaarden uitgelokt, met als gevolg faillissementen van inschrijvers en loonsverlaging voor personeel bij de doorstart. (59. concurrentie op arbeidsvoorwaarden)
Ministers roepen wel op dat de lonen omhoog moeten, maar de overheid weigert dat zelf.
De regeringen hebben steeds weer loonsverlaging als vast beleid gehad.
publieke sector
Voor het eigen personeel is de overheid één van de slechtste werkgevers.
Als bezuiniging op de staatsbegroting werd het personeel zomaar een loonstop van vier jaar opgelegd.
Inplaats van cao onderhandelingen beginnen kwam er een eindbod van slikken of stikken bij het rijk en de brandweer. In de afgelopen tijd is een deel van het personeel de ambtenarenstatus ontnomen en verplicht tot het opeten van een deel van het pensioen. Langjarige flexarbeid is op alle nivo’s ingevoerd, ook bij de overheid, de zorg en in het onderwijs.
Op het loon is zoveel beknibbeld, dat er nu te weinig instroom in het onderwijs en de zorg is om deze voorzieningen op nivo te houden.
verdeel en heers
Bondsonderhandelaars tegen elkaar uitspelen is de eeuwenoude truc van de onderhandelaars
die namens het bedrijf optreden.
Ook zijn er bondsbestuurders die onder politieke druk makkelijk te misleiden zijn.
Zwakke bonden met geldgebrek worden met een kleine donatie overgehaald om
een voor het personeel nadelige cao af te sluiten.
(43. vakbondstientje)
Kwalijker nog zijn de lieden die aanpappen met het management. Of degenen die zich door het bedrijf laten inhuren om namens het personeel een cao mee af te sluiten. Zoals waar AVV zich toe leent.
Dit soort onderhandelaars is herhaaldelijk bereid geweest om in het belang van de werkgever de arbeid te beprijzen. In plaats van op te treden voor substantiëlere verbeteringen voor de werkenden. Daartoe hebben zij herhaaldelijk vakbonden met juist wel die fundamentelere inzet uit het cao overleg geweerd. Daarmee zijn zij medeverantwoordelijk voor de voortgaande roofbouw op werkend Nederland
door een gebrek aan solidariteit en minachting voor de werkenden.
Bedrogen door wat zich als vakbond afficheert.
Zo ging dat de laatste keer bijvoorbeeld bij de cao dakbedekkers
en glas &schilders; werd het alweer inleveren bij de mode en sport winkels;
loonstop in het garagebedrijf; is er akkoord gegaan met loon inleveren
bij de thuiszorg en pas op de plaats voor de verzorging en verpleging;
worden de jeugdloners bij supermarkten er na 4 jaar uitgegooid voor een fooi;
mag het rijkspersoneel het eigen pensioen opeten.
De onzekerheid over de toekomst neemt hard toe met jarenlang flexwerk
en steeds meer nul-urencontracten
Onderschat niet hoeveel managers en ondernemers ervan blijven uitgaan dat het de rol van een vakbond behoort te zijn om het personeel te dwingen de akkoorden met het management na te leven. En dat er nog altijd bondsonderhandelaars zijn die zich dat laten aanleunen.
HIEROM stijgen de lonen niet:
Deze neergang stoppen kan alleen door onze eigen vakorganisatie te versterken. Om een rechtvaardiger deel van de welvaart voor de werkenden op te eisen, zal er strijd nodig zijn, altijd. Anderen doen het echt niet voor ons, dit moeten we helemaal zelf doen. In gezamenlijk optreden, in onderlinge solidariteit. Dat is de enige weg.
dat is de fundamentele belangentegenstelling van personeel
tegenover ondernemers, geldschieters en hun bedrijfsmanagers
We hebben niets aan sociaal bewogen verhalen als er niet wordt doorgepakt. Eigenwijzigheid over dat het anders moet in het buitenland, is al te vaak de uitvlucht om de misstanden in eigen land te laten voortwoekeren.
Een vakbond is veel meer dan een cao fabriek. Aanvulling met individuele ondersteuning is niet genoeg. Zelfs het verdedigen van het belang van de werkenden is niet voldoende. Na de tientallen jaren loonmatiging moet er eindelijk eens vooruitgang worden geboekt.
Een echte vakbond is een organisatie die bereid en in staat is de werkenden daarvoor te organiseren en te mobiliseren. (43-1. staatsvakbond of vrije vakbeweging)
zo’n vakbond bouwen we samen